Na de Jacindamania in Nieuw-Zeeland: ‘De blinde adoratie neigt naar hypnose’
Met haar empathische reactie op de aanslagen in Christchurch en haar kordate management van de coronacrisis oogstte de Nieuw-Zeelandse eerste minister Jacinda Ardern wereldwijd bewondering. In oktober bedankte de kiezer haar met een historisch verkiezingsresultaat.
24 mei, iets voor acht uur ’s ochtends: een aardbeving van 5,8 op de schaal van Richter treft Nieuw-Zeeland. Duizenden inwoners zoeken dekking, maar de schok richt geen aanzienlijke schade aan. Evenmin brengt hij Jacinda Ardern van haar à propos. Zij is live op televisie voor een interview. Wanneer het decor begint te schudden, geeft Ardern geen krimp: ‘We worden hier onderbroken door een bevinkje, Ryan. Quite a decent shake.’ Ze werpt een blik omhoog, merkt dat het plafond en de muren standhouden en zet het interview voort, breed glimlachend. Het is verleidelijk om de anekdote te verheffen tot een symbool voor Arderns prille premierschap, gekenmerkt door onverstoorbaar optimisme en messcherpe communicatieskills.
Ardern ontwikkelde een nieuwe politieke taal, positief en constructief. Ze hamerde op basiswaarden zoals medeleven en vriendelijkheid.
Richard Shaw, politoloog
Jacinda Kate Laurell Ardern wordt geboren op 26 juli 1980 in Hamilton. Ze groeit op in het rurale Morrinsville op het Noordereiland, waar inwoners er prat op gaan dat nergens ter wereld meer koeien per vierkante kilometer grazen. Later zal ze haar geboortestreek raak typeren tijdens een toespraak: ‘Waar ik vandaan kom, is iemand die met een Toyota in plaats van een Fordpick-up rijdt een radicaal.’
‘Ik kan het moeilijk ontkennen: Ardern is a country girl’, vertelt Richard Shaw, politoloog aan Massey University, ons aan de telefoon. ‘Ze praat zelfs met de typische tongval van een plattelandsmeisje. Dat betekent iets in Nieuw-Zeeland: ons nationale narratief draait rond boerderijen en het buitenleven. Als Ardern zegt dat ze uit de provincie Waikato komt, het centrum van onze zuivelindustrie, koopt ze krediet: “Zij zal niet naast haar schoenen lopen.” Je kunt haar onmogelijk wegzetten als iemand van de stedelijke elite. Ze stamt uit een doodgewone familie uit smalltown Nieuw-Zeeland.’
Vader Ross is politieagent – al bouwt hij later wel een carrière uit als diplomaat -, moeder Laurell is kok in een school. De Arderns zijn volgelingen van de Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen. In de volksmond: mormonen. Tijdens weekends gaat de familie van deur tot deur om het woord van God te verkondigen. Als jonge twintiger valt Ardern van haar geloof, maar de relatie met haar ouders houdt stand. Shaw: ‘Ze vertelt zelf dat ze de kerk de rug toekeerde omdat ze de mormoonse standpunten over homoseksualiteit niet kon rijmen met haar eigen overtuiging. Ook bij ons heeft de mormoonse kerk een wat nare reputatie, maar toch speelt haar religieuze achtergrond in haar voordeel. Het is een geruststelling: een radicale communiste kan ze niet zijn.’ (lacht)
Alles behalve politiek
Op de middelbare school noemen Arderns vrienden haar enigszins smalend een do-gooder, een wereldverbeteraar. Ze organiseert shuttlediensten om te voorkomen dat haar vrienden na feestjes dronken achter het stuur kruipen, ze is lid van de debatclub en de schoolraad. Ze dwingt af dat meisjes broeken mogen dragen op school. Na de schooluren klust Ardern vanaf haar veertiende bij in een klein familiaal fish-and-chipsrestaurant. Toen de eigenaars er in het voorjaar van 2020 na 57 jaar mee ophielden, ging een reporter langs: ‘Of ze altijd een toekomstige premier in Jacinda hadden vermoed?’ ‘Nee’, luidt het kurkdroog.
Over politiek wordt bij de Arderns niet veel gesproken. ‘Ik wilde politieagente of psychologe worden’, zou Ardern later mijmeren: ‘De politiek leek me zo vergezocht.’ Het is een tante die de achttienjarige Jacinda alsnog op het politieke spoor zet. Tante Marie ronselt haar nicht als vrijwilligster voor het campagneteam van een volksvertegenwoordiger van de linkse Labour Party. Ardern kan bogen op eerdere ervaringen: ‘De huisbezoeken voor Labour waren minder onprettig dan die voor de kerk.’
Ze houdt aan die eerste campagne een goedgevuld telefoonboekje over. Nadat ze is afgezwaaid aan de universiteit met een diploma politieke communicatie op zak, weet ze wie ze moet bellen. Ze mag meteen invallen als baliemedewerkster van een Labour-minister, na een week verhuist ze naar de studiedienst. Niet veel later is ze attachee op de hoogste verdieping van the beehive, het curieuze overheidsgebouw waar toenmalig eerste minister Helen Clark kantoor houdt. In 2006 drukt Ardern de pauzeknop in, het is tijd voor haar OE. Shaw: ‘De Overseas Experience of OE is een begrip in Nieuw-Zeeland. De overgrote meerderheid van de jongeren met een universitair diploma trekt voor een jaar of langer naar het buitenland. Om te werken, of gewoon om te reizen en nieuwe ervaringen op te doen. Het is zo ingeburgerd dat werkgevers het verdacht vinden als je geen OE op je cv hebt.’
Ardern brengt een tijd door in New York, waar ze als vrijwilligster soep bedeelt aan daklozen. Wanneer ze in de VS geen werkvisum kan krijgen, solliciteert ze per telefoon voor een job in het kabinet van de Britse premier Tony Blair. Tot haar eigen stomme verbazing krijgt ze de baan, en ze verhuist naar de Britse hoofdstad. Ze zou die bladzijde nu het liefst uit haar biografie scheuren. Voor progressieve Nieuw-Zeelanders is Blair sinds de inval in Irak een oorlogsmisdadiger. Als journalisten Ardern vragen hoe ze die job rijmt met haar passie voor vrede en rechtvaardigheid doet haar antwoord onwillekeurig denken aan Bill Clinton, die ooit zei: ‘Maar ik heb niet geïnhaleerd.’ Shaw: “Ik heb hem nooit ontmoet”, zegt ze altijd. “Het was een heel groot kantoor.” Je zou eruit kunnen afleiden dat ze enigszins flexibel is. Je kunt Ardern niet verwijten dat ze een ideoloog is. Ze heeft principes, maar je moet ze al goed gaan zoeken. Ze is niet oud-links, maar ook geen aanhanger van de Derde Weg. Ze is postideologisch, heel pragmatisch. Dat slaat aan in Nieuw-Zeeland, dat amper extremen die naam waardig kent.’
Jacindamania
‘Ik weet nog heel goed wanneer ze voor het eerst op mijn radar verschenen is. Tijdens een van de verkiezingen die ze verloor.’ De Belg Geert Keyaerts, een communicatiestrateeg, woonde tien jaar in Nieuw-Zeeland, maar keerde recent terug. Hij geeft toe dat Arderns team goed werk levert, maar is geen onverdeelde fan. Keynaerts: ‘Nieuw-Zeeland heeft een hybride kiessysteem. Je kunt het in je kiesdistrict in een rechtstreeks duel opnemen tegen kandidaten van andere partijen: wie de meeste stemmen binnenrijft, krijgt de zetel voor dat district. Maar je kunt ook verkozen worden vanaf the list: dat is de nationale kieslijst van de partij. Die geeft aan welke kandidaten belangrijk of ministeriabel zijn. Ardern stond als protegé van Helen Clark altijd hoog. Op die manier raakte ze in 2008 voor het eerst in het parlement, ook al had ze haar rechtstreekse duel verloren. Zelfde verhaal in 2011, toen ik haar leerde kennen.’
Na haar eedaflegging wordt Ardern bedacht met het koosnaampje Baby of the House: met haar 28 jaar is ze het jongste lid van de assemblee. Ze wordt schaduwminister van Jeugdzaken. Richard Shaw: ‘Sommige insiders hebben haar altijd getipt als “in de gaten te houden”, maar in die tijd was ze absoluut geen politiek fenomeen. De verering kwam pas later.”
In maart 2017 wordt Ardern verkozen tot vicevoorzitter van Labour. In een opmerkelijk openhartig interview zweert ze niet hoger te mikken. Ze omschrijft zichzelf als een twijfelaar, als ‘angstig’ zelfs: ‘Politiek is de slechtst denkbare omgeving voor mensen als ik.’ Vijf maanden later is ze partijvoorzitter en kandidaat-premier. Shaw: ‘Er kwam geen coup aan te pas. Partijvoorzitter Andrew Little deed het heel slecht in de peilingen en besloot een stap opzij te zetten. Zeven weken voor de verkiezingen.’
Tijdens een legendarisch geworden persconferentie kondigt Ardern aan dat ze ‘de slechtste job in de politiek ooit’ heeft aanvaard, maar dat ze de campagne van haar leven zal voeren met als bottomline: genadeloos positief. ‘In twee weken tijd boog ze een onvermijdelijke nederlaag om in een spannende race’, zegt Shaw. ‘De partij ging in de peilingen van 24 naar 43 procent. Haar populariteit ging door het dak, Jacindamania was geboren. Ze heeft daar een eerste versie getoond van de Jacinda die we later hebben leren kennen. In die twee weken heeft ze een nieuwe politieke taal ontwikkeld, positief en constructief. Ze hamerde op basiswaarden zoals medeleven en vriendelijkheid. Geen enkele keer heeft ze iemand persoonlijk aangevallen. Door weg te blijven van de oude aanvalspolitiek heeft ze haar tegenstanders de wapens ontnomen. De tegenpartij kon alleen maar zeggen: “Ze is jong, fotogeniek maar onervaren.” Ze is volgens mij veel slimmer en scherpzinniger dan veel mensen denken. Haar retoriek stijgt boven de slogans uit. Ze heeft de geesten veranderd. Mensen vragen zich bij moeilijke keuzes af: “Wat zou de eerste minister doen?”‘
Geert Keynaerts heeft het niet op die bewondering begrepen. ‘Ik vind de blinde adoratie gevaarlijk, het neigt naar hypnose. Het valt me ook op dat bijna geen enkele Nieuw-Zeelandse journalist haar nog een kritische vraag durft te stellen. Ik noem Ardern altijd een PRPM een, public relations prime minister. Ze is intelligent en haar communicatie is meesterlijk geregisseerd. Maar ik heb een probleem met posterboys and -girls zoals Ardern en de Canadese premier Justin Trudeau. Zoiets eindigt vaak in een teleurstelling. Ze moeten opletten voor de klassieke valstrik van overpromising en underdelivering: veel beloven en weinig gedaan krijgen. Ik heb in de reclamewereld vergelijkbare types zien opduiken. Energiek, vol ideeën, maar als de campagne gemaakt moest worden, waren ze spoorloos. Herinner je Barack Obama’s boodschap van hoop. Ook toen waren de verwachtingen te hooggespannen.’
Bij de verkiezingen van 2017 stranden Labour en Ardern uiteindelijk op 36,9 procent van de stemmen, op enige afstand van de centrumrechtse National Party. Maar met de steun van de groenen en de populisten van New-Zealand First wordt Ardern toch eerste minister. De prioriteiten van haar kabinet: betaalbare huisvesting, kinderarmoede en ongelijkheid. Keyaerts: ‘Het botst wat met het idyllische imago van Nieuw-Zeeland, maar het land heeft een groot probleem met verdoken armoede, drugs en geweld door motorbendes.’
Enkele maanden ver in haar eerste ambtsperiode hebben Ardern en haar man Clarke Gayford – presentator van een televisieprogramma over diepzeevissen – heuglijk nieuws: de eerste minister is zwanger. Trouw aan haar principes neemt Ardern zes weken zwangerschapsverlof, Gayford zet zijn carrière stop om zich te ontfermen over dochter Neve. Drie maanden later schrijft Ardern geschiedenis door de algemene vergadering van de Verenigde Naties toe te spreken met haar dochter op schoot.
De aanslag
15 maart 2019: een white supremacist met Australische nationaliteit voert tijdens het vrijdaggebed een moordende raid uit op de stoep van twee moskeeën in de stad Christchurch. 51 mensen komen om het leven. Nieuw-Zeeland, dat nauwelijks politiek geweld gekend heeft, is in shock. Tijdens die onwezenlijke dagen roept Ardern op tot verzoening. De beelden gaan de wereld rond. ‘Natuurlijk is haar communicatie een zorgvuldig geregisseerde choreografie, maar haar speech na de aanslagen was een krachttoer: elk woord stond op de juiste plaats’, vindt Richard Shaw. ‘Je komt niet weg met zulke beladen toespraken als je er zelf niet in gelooft. De impact van die aanslagen was enorm. Wij zien onszelf graag als een gastvrij volk, fundamenteel fatsoenlijk. De aanslag sloeg die idylle aan diggelen. Ardern heeft toen een buitengewone politieke prestatie neergezet, waarvan het belang niet overschat kan worden. Ze heeft een taal ontwikkeld die mensen bijeenbracht, zonder dat we het hoefden te hebben over de omstandigheden die Christchurch mogelijk hadden gemaakt. Want er is ook hier een probleem van structureel, diep ingebed, hardnekkig racisme.’
Ze moet opletten voor de klassieke valstrik: veel beloven en weinig gedaan krijgen.
Geert Keyaerts, communicatiestrateeg
De wereld kijkt met open mond toe wanneer Ardern met hoofddoekje de nabestaanden bezoekt. Wanneer ze een toespraak in het parlement opent met het Arabische ‘ as-salaam alaikum’, ‘vrede zij met u’. Wanneer ze zweert dat de dader naamloos zal blijven wanneer zij spreekt. Maar Ardern beperkt zich niet tot zalvende woorden: enkele dagen na de schietpartij drukt ze een verbod op semi-automatische wapens door. Ze voert de forcing tegen Facebook, Google en Twitter, die de beelden van de schietpartij niet snel genoeg van hun platformen verwijderen. ‘Ik vind het verschrikkelijk wat daar gebeurd is, maar ik vond haar reactie er vér over’, zegt Geert Keyaerts. ‘Net als veel van mijn Nieuw-Zeelandse vrienden – heel rustige, bedaarde mensen – herkende ik me niet in haar woorden. Ze legde de schuld bij de bevolking, alsof elke Nieuw-Zeelander een racist is en dat nu ook maar eens moest bekennen. Ik ken zelfs Labour-kiezers die haar dat kwalijk nemen.’ ‘En ik ken veel centrumrechtse kiezers die in oktober op haar hebben gestemd vanwege Christchurch’, pareert Shaw.
Na de aanslagen in Christchurch zingt de naam Jacinda Ardern rond in alle uithoeken van de wereld. Het modeblad Vogue bombardeert haar tot de anti-Trump, de krant Financial Times verklaart Sint-Jacinda heilig. De conservatieve Scottish Sun vraagt zich af of ze Ardern kan adopteren.
Hard en vroeg
Toen kwam corona. Ardern maakte indruk met haar aanpak van de pandemie. Haar motto was: ‘Go hard, go early.’ Neem strenge maatregelen, ook bij een beperkt aantal gevallen. Resultaat: Nieuw-Zeeland telt amper 25 covid-doden, België 15.000. Geert Keyaerts nuanceert: ‘Nieuw-Zeeland is een eiland, het ligt geografisch geïsoleerd. Dat kun je niet vergelijken met een transitland als België. Ardern zwaaide wel met ‘ Go hard, go early’, maar ze wás niet hard en vroeg. In het begin was zelfquarantaine de regel. Wel, ik ken iemand die terugkeerde uit Singapore en een dag later op het golfterrein stond. Daarna verplichtte ze besmette mensen om twee weken op hotel te gaan en zette ze militairen voor de deur. Dat is hard, maar ook niet heel liberaal. Ik weet niet wat ze nu gaat doen. Ik weet niet of ze het zelf weet. Ze zet alles in op het vaccin, maar als dat er niet snel komt, zal de economie zware klappen krijgen. Nieuw-Zeeland leeft van toerisme, maar de grenzen blijven volledig gesloten tot het vaccin er is.’
Toch spreken de cijfers in haar voordeel. ‘Het kan best zijn dat ze niet altijd op tijd was, maar haar crisismanagement was in elk geval efficiënt. Ik kan straks gewoon op café of naar een concert, en ik hoef niet om tien uur thuis te zijn. Opnieuw is haar retoriek een deel van het succes. Toen ze het volk voor het eerst toesprak als “my team of five million”, wist ik meteen: dit is geniaal. Dat verwijst naar het WK rugby van 1987, toen de All Blacks voor het eerst sinds lang wonnen. De marketing draaide toen rond het idee van ” the team of (toen nog) four million.” Nieuw-Zeeland heeft een sportcultuur, waarin het concept ” Don’t be the dickhead” centraal staat: niemand wil de eikel zijn die de ploeg doet verliezen. Als Ardern het volk haar team van vijf miljoen noemt, is elke Nieuw-Zeelander wakker: “Ik zal niet de eikel zijn die het verpest voor de rest.”‘ The team of five million: het doet ook bij ons een belletje rinkelen sinds de campagne van de federale regering over ‘één ploeg, elf miljoen Belgen.’ Keyaerts: ‘Natuurlijk is Alexander De Croo leentjebuur gaan spelen bij Ardern. Of zoals we zeggen in de reclame: stelen. (lacht) Ardern en De Croo kennen elkaar zelfs. Ze waren allebei Young Global Leader van het World Economic Forum en hebben wel eens gedebatteerd.’
De verkiezingen van oktober 2020 stuwden Ardern en haar partij naar ongeziene hoogten. Labour rijfde de helft van de stemmen en 65 van de 120 zetels binnen. Analisten zijn unaniem: Ardern heeft deze landslide victory te danken aan haar doortastende crisismanagement. Maar dan rijst de vraag: hoe deed ze het daarbuiten? Ze mag dan wel het wonderkind zijn van de globale linkse beweging, in eigen land krijgt ze kritiek. Ook van links. Activist John Minto schreef dat Ardern de politieke kunst had geperfectioneerd om met veel woorden niks te zeggen. De grote thema’s – betaalbaar wonen, kinderarmoede en ongelijkheid – werden niet aangepakt. ‘Maar met haar vernieuwende leiderschapsstijl heeft ze alvast een draagvlak gecreëerd voor een progressiever beleid’, meent Shaw. ‘Gek genoeg verliest ze door die historische verkiezingsoverwinning aan manoeuvreerruimte. Ze heeft een mandaat gekregen van de centrumkiezer, en die zou ze met een forse linkse agenda afschrikken. Ze zal wellicht investeren in openbaar vervoer en huisvesting, maar haar budgettaire mogelijkheden zijn beperkt. Ze heeft de – nochtans bescheiden – vermogensbelasting van de groenen bij voorbaat uitgesloten, en de meerwaarde op vastgoedtransacties wil ze ook niet belasten. Ik denk dat ze voortgaat op haar voorzichtige, pragmatische elan. Maar misschien vergis ik me schromelijk en trekt ze de gashendel open. Om dan, zoals mensen links en rechts speculeren, over drie jaar door de grote poort te vertrekken naar een topfunctie bij de Verenigde Naties.’
Jacinda Ardern
– Geboren op 26 juli 1980, in Hamilton, Nieuw-Zeeland
– Dochter van een politieagent en een schoolkok, allebei overtuigde mormonen
– Gaat in 1999 communicatiewetenschappen studeren
– Werkt vanaf 2006 een tijd in het kabinet Tony Blair
– Is sinds 2008 parlementslid voor het linkse Labour
– Schopt het in 2017 tot eerste minister
– Bevalt in juni 2018 van een dochter, wordt zo de tweede regeringsleider die in office bevalt
– Werd in oktober van dit jaar met een overweldigende score herkozen
Het jaaroverzicht van Knack 2020
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier