Na de droom van Xi: ‘Chinese bedrijven vinden de zwakheden in het systeem en buiten die maximaal uit’
China’s opendeurpolitiek was een tijdelijke aberratie, alleen bedoeld om de Communistische Partij in het zadel te houden, schrijft de Amerikaanse Anne Stevenson-Yang in een nieuw boek.
Toen Anne Stevenson-Yang in 1985 haar baan bij het Amerikaanse blad Business Week inruilde voor een job bij het propagandatijdschrift China Pictorial in Peking was China een ander land. ‘Werknemers werden als kinderen behandeld’, herinnert ze zich in Wild Ride, a Short History of the Opening and Closing of the Chinese Economy. ‘Voor een huwelijk of reizen was schriftelijke toestemming van de kantoorleider vereist. Het werk was zinloos, iedereen deed het minimum en de zaterdagen gingen op aan politieke studie.’
Tegen de tijd dat ze in 1988 naar Washington terugkeerde, had de Chinese hoofdstad iets weg van een film die van zwart-wit naar kleur ging. ‘Het was eigenlijk een fel verlichte wunderkammer,’ schrijft ze, ‘een kabinet van curiositeiten, tentoongesteld voor een zorgvuldig gekozen publiek van bankiers en consultants, bedrijfsleiders, journalisten en diplomaten. Die mochten positief rapporteren aan de rest van de wereld. Maar je hoefde slechts 50 kilometer westwaarts te reizen om barrevoetse kinderen en bedelaars te zien.’
Vanaf 1993 werkte Stevenson-Yang vijf jaar lang voor de US-China Business Council, en daarna startte ze verschillende bedrijven op. In 2008 keerde ze definitief terug naar de VS, waar ze samen met de Australische China-expert Tim Murray J Capital Research oprichtte, een consultancybureau dat de betrouwbaarheid van (vooral) Chinese bedrijven onderzoekt.
U maakte het Chinese wonder van dichtbij mee, hoe verklaart u het initiële succes?
Anne Stevenson-Yang: China’s ogenschijnlijke bereidheid om te leren van buitenlandse bedrijven, regeringen, ngo’s en universiteiten, zorgde voor de grootste instroom van kapitaal en technologie ooit. Het socialisme leek dood. Voor de leiders telde niet de richting of de uiteindelijke vorm van de economie, maar wie het schip mocht sturen. De Communistische Partij wilde de controle behouden en ondertussen profiteren van de groei.
Premier Zhu Rongji (1998-2003) voerde fenomenale hervormingen door: de grotere banken kwamen onder centrale controle, de bureaucratie werd gehalveerd, de huisvesting geprivatiseerd en twee op de drie staatsbedrijven verkocht. Op dat moment ontstond de rode elite.
Stevenson-Yang: Om te bereiken wat neerkwam op massale sociale diefstal moesten onafhankelijke bemiddelaars optreden tussen overheid en bedrijfsleven. De verwanten van de oude politieke klasse konden die rol perfect spelen: zij hadden geen formele functie maar konden iedereen bereiken. Hun rol is niet anders dan die van private-equitymanagers in het Westen, maar terwijl die afkomstig zijn van elite-universiteiten, is dat in China een kwestie van geboorte en sociaal netwerk. Tegen het begin van de nieuwe eeuw controleerden de kinderen van de hoogste leiders vrijwel elk belangrijk deel van de Chinese economie. Zij bestuurden de nationale giganten in sectoren als telecommunicatie, petrochemie en financiën.
Vergelijkbaar met de Russische oligarchen?
Stevenson-Yang: In tegenstelling tot de Russische oligarchen mogen zij nooit zo rijk en machtig worden dat ze de suprematie van de Partij bedreigen. De rode elite moet de doelstellingen van de overheid nastreven, zelfs wanneer dat leidt tot zakelijk verlies. In ruil daarvoor krijgen ze lucratieve concessies die hen in staat stellen om overzees onroerend goed te kopen en hun kinderen buitenlandse opleidingen, aandelen en topjobs toe te schuiven.
Hoe Xi Jinping het Chinese model op zijn kop zette: ‘Hij bepaalt wie rijk wordt en wie niet’
In 1999 liet premier Zhu de gigantische investeringsmaatschappij GITIC failliet gaan, wat ook een hoop bedrijven en financiële instellingen in moeilijkheden bracht. U spreekt van een ‘geldfontein’ om een bankencrisis te vermijden.
Stevenson-Yang: De reddingsoperatie kostte China in 2002 tot 40 procent van zijn bruto binnenlands product (bbp). De directe economische pijn was vrij licht, maar de structurele schade groot. De vloedgolf aan kapitaal leidde een decennium in van euforische groei. Wie als expat of uit het buitenland teruggekeerde Chinese ondernemer toen geen fortuin maakte, was heel dom of had heel veel tegenslag – dat was de teneur.
Een van de gevolgen van de geldfontein was een grote boost in industriële subsidies. De belangrijkste doelen waren export en technologieën die import zouden vervangen. In werkelijkheid ondermijnden de subsidies de concurrentiekracht van de bedrijven door hen welbepaalde – veelal foute – doelen voor te schrijven.
Wie heeft er nog een gsm van Konka, Panda of Hisense? Ooit nationale kampioenen, nu verdwenen.
U noemt de financiële crisis van 2008 een keerpunt, net zo belangrijk als Dengs Opendeurpolitiek in 1979 en de studentenprotesten tien jaar later.
Stevenson-Yang: Je kon China vergelijken met een trein waarvan de laatste wagon in brand staat, en die moest blijven versnellen om te voorkomen dat het vuur het hele vehikel verwoestte. Het vuur was de berg aan onbetaalbare leningen die zich over een decennium hadden opgestapeld, de wereldwijde financiële crisis dreigde alles te laten instorten.
De aanpak van China, met miljarden aan overheidsinvesteringen, werd internationaal bejubeld.
Stevenson-Yang: Lokale overheden mochten binnen een termijn van twee weken hun wensenlijstjes voor projecten in te dienen, waarop voorstellen kwamen ter waarde van zes keer dat bedrag. Er ontstond een nieuwe bouwwoede, die weinig met marktvraag te maken had. Tal van luchthavens werden gebouwd of uitgebreid, hoewel velen al verlies leden. Er kwamen snelwegen en bruggen naar nergens. Ook de telecomsector zag enorme investeringen, met een significante uitbreiding van het glasvezelnetwerk, terwijl Chinese autofabrikanten subsidies kregen om hun export te verhogen.
China heeft sinds het begin van de vastgoedboom 40 procent van de wereldwijde grondstoffen verbruikt en wilde zijn toegang tot onder andere ijzererts en ruwe olie veiligstellen.
Het zogenaamde Belt and Road-initiatief?
Stevenson-Yang: Dat creëerde een mechanisme waarbij Chinese banken konden investeren in Chinese projecten die zich toevallig in het buitenland bevonden. Het Belt and Road-project is in essentie een uitbreiding van de binnenlandse Chinese economie.
‘China probeert het Westen er niet langer van te overtuigen dat het een vriendelijke reus is.’
Met het stimuleringsbeleid kwamen ook de miljardairs.
Stevenson-Yang: Het geld stroomde niet naar onderwijs en gezondheidszorg, maar belandde via groeiende vastgoed-, aandelen- en andere activamarkten in de zakken van de ultrarijken. Volgens de BBC telde Peking vorig jaar méér miljardairs dan welke andere stad ter wereld ook. Als de Chinese bevolking in 1979 de mislukkingen van het socialisme had gezien, werd ze nu geconfronteerd met de mislukkingen van het kapitalisme.
De coronacrisis was bijkomend slecht nieuws.
Stevenson-Yang: Het hele land bleef thuis, niet voor weken maar voor jaren. De Chinese groeimachine haperde, iedereen gaf de lockdowns de schuld. Maar de pandemie verborg een gezondheidsprobleem dat de hele economie trof: het einde van het vastgoedwonder. In 2019 was de vastgoedsector – met inbegrip van grond, bouwmaterialen, huizenverkoop en hypotheken – goed voor ongeveer een kwart van het Chinese bbp. Alleen zichtbare, fysieke infrastructuur was van tel, de sociale uitgaven die de armere bevolkingsgroepen zouden hebben voorbereid op de toekomst werden verwaarloosd. Dat geeft aan hoe voorbijgaand de Chinese droom van president Xi is. Het land dreigt terug te vallen op goedkope arbeid en export van lage waarde.
Wat was de impact van de ineenstorting van vastgoedmagnaat Evergrande, die 300 miljard dollar aan schulden achterliet?
Stevenson-Yang: De verkoop van vastgoed daalde met ongeveer een derde in 2022, en de waarde van grond stortte in. Maar de lokale overheden zijn voor hun financiering afhankelijk van grondverkoop, en ze gebruiken land ook als onderpand voor leningen. Zij kwamen in zwaar weer terecht. Halverwege 2023 begonnen noodlijdende gemeenten busdiensten te beperken, verwarming af te koppelen en scholen en ziekenhuizen te sluiten. Niet-betaalde ambtenaren kregen te horen dat corrupte functionarissen met de centen waren gaan lopen en dat de overheid daar weinig aan kon doen.
Het Grote Keerpunt van Xi Jinping: ‘China blijft een fenomenale kracht, maar moet op zoek naar een nieuw evenwicht’
Ook China’s internationale imago kreeg een enorme deuk.
Stevenson-Yang: China probeert niet langer het Westen ervan te overtuigen dat het een vriendelijke reus is die zal uitgroeien tot een internationale partner. De interneringskampen in Xinjiang, het verraad van Hongkong, de koppige geheimhouding rond covid-19, en vooral economische zwakte hebben de wereld laten zien dat China’s schijnbare verlangen om zich te integreren in het mondiale systeem tijdelijk en opportunistisch was.
Is China zich weer aan het afsluiten?
Stevenson-Yang: De grote buitenlandse kapitaalsinjecties en de technologie-overdracht zijn voorbij, de investeringen lopen terug. Het experiment met westers kapitalisme was alleen bedoeld om kapitaal te vergaren. Dat is niet verwonderlijk: China heeft contact met de buitenwereld altijd gezien als een bedreiging van zijn grenzen, cultuur en mensen.
U vreest niet dat China de technologische race wint? Eerder dit jaar waarschuwde de Amerikaanse Nationale Wetenschapsraad dat China de VS heeft overtroffen in onderzoekspublicaties en patenten. Tegelijk kondigde Peking meer steun voor wetenschap en technologie aan.
Stevenson-Yang: Ik twijfel niet aan het vernuft van Chinese wetenschappers. Als ze naar het Westen emigreren, winnen ze Nobelprijzen. Het is bij het systeem dat de schoen wringt. Onderzoek & Ontwikkeling wordt in China vanuit ministeries aangestuurd. Maar zo werkt technologische innovatie niet. Kijk naar wat er eind jaren negentig gebeurde. Motorola en Nokia domineerden de wereldwijde gsm-markt. De Chinese leiders wilden die bedrijven inhalen en stelden een agressief ondersteuningsplan op voor binnenlandse fabrikanten. Qua volume lukte dat: tegen 2006 exporteerden ze bijna een half miljard telefoons. Maar ondertussen raakten ze technologisch achterop. De kerntechnologie moest worden geïmporteerd uit Frankrijk, Zuid-Korea en Taiwan. Alle nationale kampioenen uit die tijd – Konka, Panda, Hisense, Southtec, Kejian, CEC – zijn verdwenen.
Is dat geen uitzondering?
Stevenson-Yang: Het verhaal van de zonnepanelen is vergelijkbaar. Start-ups zoals Suntech, LDK en Trina Solar noteerden in snel tempo op de Amerikaanse markten. Elk segment van de Chinese overheid ondersteunde de bouw van zulke fabrieken met geschonken gronden, goedkope leningen, gesubsidieerde kolen en infrastructuur. Buitenlandse investeerders reageerden door aandelen en schulden van de bedrijven te kopen. LDK bewees voor sommigen dat China het goed kon doen, maar na 25 cent verlies op elke dollar aan verkochte producten kon het uiteindelijk de 4,8 miljard dollar aan schulden niet afbetalen.
Hoe kwam dat?
Stevenson-Yang: Elke keer weer zien we beschuldigingen van fraude, het niet bekendmaken van de financiële status aan investeerders, en de overdracht van activa naar China om ze te beschermen tegen schuldeisers. Als er iets is waarin Chinese bedrijven uitblinken, dan is het wel in het vinden van de zwakheden in het systeem en die maximaal uitbuiten.
Misschien leerde China onderhand uit die fouten? Autobouwer BYD gooit hoge ogen.
Stevenson-Yang: Of automerken het op buitenlandse markten goed doen, hangt niet alleen van hun verkoopprijs af, maar evengoed van de uitbouw van service na verkoop. En dat het merk qua kwaliteit kan concurreren, zal nog moeten blijken.
Als van BYD niets te vrezen valt, waarom hieven de VS en de EU dan hoge importtarieven? Die zullen wellicht door China bestraft worden met importtaksen op Europees varkensvlees.
Stevenson-Yang: De westerse overheden hebben terecht geleerd uit eerdere ervaringen met goedkope Chinese producten. Door de delokalisatie steeg de werkloosheid in veel westerse steden zo sterk dat een politieke golf van rechts populisme haast onvermijdelijk werd. En hoewel de landbouw voor de EU een gevoelige sector is, zou ik me over dat varkensvlees ook niet te veel zorgen maken. Het gaat om een paar procenten van de export.
Xi Jinping bezoekt Europa: ‘China maakt beloftes die het onmiddellijk kan intrekken’
Anne Stevenson-Yang
1959. Geboren in Connecticut, VS.
Werkt na haar studies bestuur en journalistiek voor Business Week en China Pictorial.
1993-1998: China Director van de US-China Business Council.
1998 -2001: richt verschillende bedrijven op, waaronder een uitgeverij en de softwarefirma Clarity Data.
2001-2003: vertegenwoordigt de Amerikaanse telecom-, software en elektronica-industrieën in China.
2008: richt J Capital Research op.
Boeken: Weaving a Social Safety Net: Labor Developments in China (1999), China Alone: The Emergence from and Potential Return to Isolation (2013).
2024: Publiceert Wild Ride, a Short History of the Opening and Closing of the Chinese Economy.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier