Alexander Loengarov

‘Na de claim van Trump op Gaza: hoe kan Europa nog een realistisch Midden-Oostenbeleid voeren?’

Alexander Loengarov Faculteit Rechtsgeleerdheid en Criminologische Wetenschappen (KU Leuven)

‘In het licht van de recente ‘oplossing’ die Donald Trump voorstelde voor de oorlog in Gaza, doen we er in Europa goed aan het hoofd koel te houden en de situatie op het terrein niet uit het oog te verliezen’, schrijft Alexander Loengarov over het ‘Trumpsfer’-plan om de bevolking uit de Gaza-strook naar een adere plaats te deporteren.

Het stond in de sterren geschreven dat de recent opnieuw aangetreden president van de VS met opzienbarende “oplossingen” voor wereldproblemen voor de dag zou komen, het liefst nog als vastgoeddeal verkleed.  Heel verwonderlijk was het dan ook niet dat Donald Trump, op een persconferentie met Benjamin Netanyahu, aankondigde dat de VS de Gazastrook zou “overnemen” en er voor huisvesting zou zorgen, daarbij suggererend dat de Palestijnse inwoners elders terecht zouden kunnen. 

Hoewel Trumps nieuwe ambtstermijn blijkbaar de katalysator was voor een wapenstilstand waarin gijzelaars en gevangenen werden vrijgelaten, dreigt een uitspraak zoals die van vorige week de rust niet bepaald te doen weerkeren. Toch doen we er bij ons goed aan om het hoofd koel te houden, de impact en de vertakkingen ter plaatse juist in te schatten, en zelf de realiteit en de (middel)lange termijn niet uit het oog te verliezen.

Het idee zelf lijkt bijna te gek voor woorden: ongeveer twee miljoen mensen verplaatsen uit een door oorlog voor ongeveer 75% verwoest gebied, kleiner dan tweemaal de oppervlakte van de Stad Antwerpen, en er een “Riviera” van maken.  Los van de vraag wie voor een dergelijke operatie fysiek en financieel zou instaan (Trump verklaarde een dag later dat het de VS niet zouden zijn), is de deportatie van burgers compleet immoreel en illegaal: waar over andere aspecten van de Israëlisch-Palestijnse kwestie – zoals de genocidevraag – politiek en juridisch getwist wordt, lijkt een gedwongen “Trumpsfer” op geen enkele wijze de proef van het internationaal recht te kunnen doorstaan.  De wereldwijde veroordelingen van het idee zijn dan ook terecht.

Daarnaast mogen we echter niet blind zijn voor de lokale en regionale dynamieken die tot het “plan” hebben geleid of die het op zijn beurt veroorzaakt.  Van belang in dit verband is onder meer het feit dat de Abrahamakkoorden van 2020 tussen Israël en de Verenigde Arabische Emiraten en Bahrein er zijn gekomen na het “opschorten” van Israëlische annexatie van delen van de Westelijke Jordaanoever, zoals die onder meer in Trumps toenmalig vredesplan was voorzien.  Het is goed mogelijk dat, om de “hoofdprijs” van een deal tussen Israël en Saoedi-Arabië binnen te halen, de Amerikaanse president het nuttig of nodig achtte om een extreem voorstel te doen, waarop later in onderhandelingen zou kunnen worden teruggekomen.

Bovendien weegt ook de Israëlische binnenlandse politiek zwaar door.  De huidige regering zet sinds haar aantreden ruim twee jaar geleden niet alleen een havikbeleid verder, ze ligt ook voortdurend ten prooi haar meest extremistische geledingen, die haar om elke “inschikkelijkheid” tegenover de Palestijnen dreigen te laten vallen.  Intern klinkt in Israël steeds luidere kritiek op het laten aanslepen van de oorlog in Gaza en het niet terugbrengen van de (levende en gedode) Israëlische gijzelaars. 

Voor een extreem voorstel uit Washington dat zijn radicale coalitiepartners als muziek in de oren klinkt, hoeft Netanyahu zelf niet in te staan, maar hij kan het wel gebruiken om hun steun iets langer gegarandeerd te zien.  Israëlische media lieten overigens optekenen dat de inhoud van de persconferentie vorige week onderling duidelijk was afgesproken.

In de huidige situatie moet ook de impact op het wapenstilstandakkoord tussen Israël en Hamas in het oog worden gehouden.  Het meest extremistische deel van de Israëlische regering wil de tweede fase daarvan niet laten doorgaan, maar is zeker niet ongevoelig voor de belofte van een Gazastrook zonder of met een heel beperkte Palestijnse bevolking, waardoor het misschien voorlopig zijn weerzin tegenover de wapenstilstand verbijt. 

Aan de andere kant is het Amerikaanse voorstel zo extreem dat dit het broze bestand tussen Israël en Hamas in een mum van tijd aan diggelen kan slaan, zodat ook de eerste fase ervan niet volledig uitgevoerd wordt.  Dit is iets waarmee Hamas heel recent heeft gedreigd en waarvoor de families van de Israëlische gijzelaars – en met hen een meerderheid van de Israëlische bevolking – met man en macht waarschuwen, zeker nadat de reeds vrijgelaten gijzelaars van steeds meer onmenselijke toestanden getuigen.

Bovendien is niet alleen de weerslag van het voorstel op Hamas van belang.  Al jarenlang valt wereldwijd – gefundeerde of minder gefundeerde – kritiek op Israël te horen, en in de laatste 16 maanden is die enkel aangezwollen. Een derde “Nakba” voor de Palestijnen (na die van 1948 en 1967) is niet iets waar de wereld op zit te wachten. 

En terwijl de zaken voor het Internationaal Gerechtshof en het Internationaal Strafhof op dit moment nog hangende zijn, is het duidelijk dat het Trumpsfer-idee Israël en de Israëlische verdachten niet in een beter daglicht stelt.

De meest spectaculaire schokgolven lijken echter de Arabische buurlanden te treffen, waar (het vooruitzicht van) enige toenadering tot Israël sinds 7 oktober 2023 opnieuw grotendeels onaanvaardbaar lijkt.  In het aangrenzende Egypte en Jordanië dreigt een hervestiging van één of twee miljoen Palestijnen een politieke en maatschappelijke aardverschuiving te veroorzaken: beide landen zijn dan ook uitgesproken tegen, en het is nog maar de vraag of de VS hun traditionele miljardensteun aan beide landen hier als een hefboom kunnen inzetten. 

Ook in andere Arabische landen zijn leiders als de dood voor oproer onder de bevolking, die erg met het lot van de Palestijnen begaan is.  Daardoor konden ze niet anders dan Trumps voorstel in de meest categorieke termen te veroordelen, al brengt dit ook een verstarring van de – officiële of officieuze – relaties tussen Israël en de Arabische landen met zich mee.  En net die relaties zijn van cruciaal belang voor wie op termijn aan een duurzame oplossing voor het Israëlisch-Palestijnse vraagstuk wil werken.

In een dergelijke context is het daarom belangrijk dat de EU en haar lidstaten het bredere krachtenspel en de onderliggende kwesties niet uit het oog verliezen.  De realiteit op het terrein toont aan dat noch de Palestijnse, noch de Israëlische bevolking bereid is vrijwillig of gedwongen te vertrekken.  Wie een betere toekomst voor hen beoogt, dient zo veel mogelijk te investeren in het begrijpen van hun standpunten, alsook in dialoog en onderhandelingen met gematigde spelers. 

Dit betreft zowel het bredere Midden-Oosten en het wereldwijde schaakbord als de Palestijnse en Israëlische kant zelf: het is een kwaadwillig fabeltje dat gematigde actoren er niet zouden bestaan, al worden velen momenteel monddood gemaakt of doen ze aan zelfcensuur. 

Een echte oplossing voor het Israëlisch-Palestijnse vraagstuk moet daarnaast tegen een horizon van verschillende decennia worden gezocht.  In die tijd zullen wel nog onmogelijke voorstellen gelanceerd worden, of zullen extremisten voor verdere verwikkelingen zorgen die het proces dreigen op te blazen.  Het is zaak om hierop voldoende zicht te hebben om ze zo goed mogelijk af te weren, maar ondertussen te blijven investeren in wat écht constructief kan zijn.

Dr. Alexander Loengarov is verbonden aan de Faculteit Rechtsgeleerdheid en Criminologische Wetenschappen  (KU Leuven) en werkte voor het Europees Economisch en Sociaal Comité van de EU. Hij schreef deze bijdrage in eigen naam.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content