Na Chinese ballon: VS schieten opnieuw ‘hoogvliegend voorwerp’ neer
De Verenigde Staten hebben boven de westelijke staat Alaska een onbemand ‘hoogvliegend voorwerp’ neergeschoten. De herkomst is onbekend.
Dat maakte woordvoerder John Kirby van het Witte Huis bekend.
Hij wilde de aard van het voorwerp niet nader preciseren. Hij bevestigde bijvoorbeeld niet dat het een ‘ballon’ betrof.
Kirby zei wel dat het object beduidend kleiner was dan de Chinese ballon. Het had de grootte van ‘een kleine auto’, daar waar de Chinese ballon een lading meesleepte die zo groot was als 2-3 autobussen. Ook had dit object ogenschijnlijk geen besturing, aldus Kirby, in tegenstelling tot de ballon. Het volgde de windstromen. Het object vloog beduidend lager dan de Chinese ballon (12.000 meter tegenover 18.000 meter) waardoor het, zei hij, een gevaar betekende voor de burgerluchtvaart.
De aanwezigheid was sinds donderdagavond bekend, en president Biden gaf vrijdag de opdracht om het neer te schieten. Een legertoestel haalde het voorwerp rond 19u45 Belgische tijd neer.
Over de origine van het object gaf Kirby geen aanduidingen: of het door een land was uitgestuurd dan wel door een privéorganisatie is nog niet uitgemaakt. De brokstukken zijn neergekomen op bevroren water, zei hij. Het Pentagon kondigde afzonderlijk aan dat een groot deel van de brokstukken al in kaart is gebracht. De brokken zullen gerecupereerd en onderzocht worden. De woordvoerder van het Pentagon zei dat het voorwerp in noordoostelijke richting zweefde op het moment van het neerhalen.
Vorige week zaterdag schoot Washington, voor de kust van de oostelijke staat South Carolina, een Chinese ballon neer die, volgens de VS, gebruikt werd om te spioneren. Peking spreekt dat tegen, en beweert dat het om een afgedreven weerballon ging. Het neerschieten van de ballon was een ‘overreactie’, aldus de Chinezen.