Montasser AlDe'emeh
Montasser AlDe’emeh: ‘Onze politici zijn verantwoordelijk voor het fatalisme om ons heen’
Na de aanslagen in Catalonië, schrikt jihadexpert Montasser AlDe’emeh van het fatalisme van burgers, journalisten en politici. ‘Aanslagen kunnen wel degelijk voorkomen worden, maar onze politici stellen teleur.’
Dat de terreurdreiging in Europa nog niet voorbij is, wisten we al langer. Maar het fatalisme dat de Vlaamse kranten vandaag vult, doet mij fronsen. ‘Aanslagen als deze in Spanje kan je niet vermijden’, klinkt het in koor, ondanks alle mogelijke preventie- en veiligheidsmaatregelen die overheden nemen. Maar dat is regelrechte onzin. Analisten, politici en kenners allerhande lijken geen flauw idee te hebben van wat er vandaag gebeurt om aanslagen te voorkomen.
Onze politici zijn verantwoordelijk voor het fatalisme om ons heen.
In de eerste plaats hebben onze Belgische politie-, veiligheids- en inlichtingendiensten al tal van pogingen tot vergelijkbare aanslagen als in Spanje kunnen voorkomen – hetzelfde geldt ongetwijfeld ook voor hun collega’s in andere Europese landen.
Dat onze overheid alles zou doen wat mogelijk is om aanslagen te voorkomen, klopt niet. De afkeer voor de Staatsveiligheid zit diep bij velen. Wie herinnert zich nog het pleidooi van Renaat Landuyt (SP.A) en Philippe Moureaux (PS) voor het afschaffen van de Staatsveiligheid? Vier jaar geleden, enkele jaren na de start van de Syrische burgeroorlog, was dit voorstel even belachelijk als het vandaag voor iedereen met enige kennis over het onderwerp moet lijken.
De negatieve reputatie die de Staatsveiligheid om voor mij onverklaarbare redenen heeft bij politici gaat verder dan dit voorbeeld. Deze onmisbare instelling in de strijd tegen terreur en gewelddadig radicalisme stond onlangs weer in het oog van de storm toen Vlaams minister Liesbeth Homans (N-VA) een rapport van de instelling wou inroepen om de erkenning van de moskee van Beringen in te trekken. Maar volgens de Staatsveiligheid werd de moskee van Beringen slechts zijdelings besproken in het bewuste rapport, dat vooral de rol van de door het Turkse Diyanet (Ministerie van Religieuze Zaken, nvdr.) aangestuurde moskeeën toelichtte. Die reactie werd de Staatsveiligheid niet in dank afgenomen door minister Homans en andere politici, al was het wel de minister die informatie van de Staatsveiligheid publiek maakte om een overheidsbeslissing te steunen zonder vooraf te overleggen met de organisatie.
Deze tegenstand vanuit de politiek is onterecht. In België heeft de Staatsveiligheid ondanks de beperkte middelen waar ze mee moet werken al een belangrijke bijdrage geleverd aan de veiligheid van jou, van mij, van iedereen.
Waarom zijn politici gekant tegen een instelling die de veiligheid van ons allen moet bewaken? Wie Staatsveiligheid niet ernstig neemt en respecteert, verdient geen veiligheid.
Naast de Staatsveiligheid onder vuur nemen en zo onder de bevolking de animositeit tegenover de organisatie te voeden, zouden deze politici net moeten pleiten voor middelen en mensen. Zonder efficiënte inlichtingendiensten kunnen we de strijd tegen gewelddadige radicalisering en terreur nooit winnen.
Deze middelen kunnen helpen om meer burgerinfiltranten en spionnen in radicale milieus in te schakelen. Zij zouden de frontlinie kunnen en moeten zijn van de strijd tegen de aanslagen die Europa treffen. Ik roep minister Koen Geens (CD&V) dan ook graag op om eindelijk – dit wordt al een hele tijd beloofd – werk te maken van een goed juridisch kader voor deze mensen. Terrorisme pak je niet enkel aan met herkenbare agenten en militairen.
Ook moet de Staatsveiligheid aan de slag kunnen om meer moslims te rekruteren. Een pak moslims wil iets doen om deze aanslagen een halt toe te roepen. Maar welke kansen hebben ze daartoe? Ze kunnen nergens terecht, ondanks het feit dat ze een sterk netwerk hebben en voldoende kennis om in te schatten wanneer iemand in hun omgeving radicaliseert. Het is tijd dat politici die brug slaan. Vandaag kunnen mensen alleen een melding doen bij de politie, maar dan komt hun naam in een dossier en dat jaagt hen schrik aan. En dus blijft het stil. Wie biedt deze mensen een kans om de Staatsveiligheid te helpen?
Ook moet er ingezet worden op een betere en meer intensieve samenwerking tussen de verschillende veiligheidsdiensten in Europa. Maar ook hier bieden politici weerwerk. Enkele maanden geleden zei Matthias Diependaele (N-VA), fractieleider van N-VA in het Vlaams parlement, nog doodleuk het volgende over minister Koen Geens (CD&V) en de samenwerking met Turkije: ‘Ik voel mij eerlijk gezegd niet meer zo veilig nu ik weet dat de minister van Justitie op die Turkse inlichtingendiensten rekent om te zorgen voor onze veiligheid. We gaan toch niet aanvaarden dat onze veiligheid van hún veiligheidsdiensten afhangt?’
Zo’n uitspraak wint misschien stemmen bij de volgende verkiezingen, maar doet vooral het onveiligheidsgevoel bij de bevolking groeien en toont een gebrek aan kennis over de manier waarop onze veiligheid gegarandeerd wordt. Denkt Matthias Diependaele werkelijk dat de Staatsveiligheid informatie niet controleert alvorens ermee aan de slag te gaan? Verder praten inlichtingendiensten vaak met geradicaliseerde individuen en werken ze ook – omdat het moet en aanslagen voorkomt – samen met diensten van landen waarmee dat niet evident is. Als de Staatsveiligheid samenwerkt met Turkije is dat niet om Turks president Recep Tayyip Erdogan te plezieren, maar wel omdat Syriëstrijders via Turkije naar het land trekken en ook soms terugkeren naar Europa om een aanslag te plegen.
Als de Staatsveiligheid samenwerkt met Turkije is dat niet om de Turkse president te plezieren, maar wel omdat Syriëstrijders via Turkije terugkeren naar Europa om aanslagen te plegen.
Dit alles voedt het onveiligheidsgevoel van onze burgers en het fatalisme, dat blijkbaar al zo diep zit dat de kranten ervan overlopen. Niet fatalisme, maar zelfvertrouwen, maakt aanhangers van Islamitische Staat (IS) en andere terroristen bang. Zelfvertrouwen en vertrouwen in onze veiligheids- en inlichtingendiensten is onze kracht.
Maar politici stellen de bevolking vandaag niet gerust, ze nemen niet de juiste of afdoende beslissingen. Neen, ze werken één van de diensten die cruciaal zijn voor onze veiligheid voortdurend tegen en kweken zo onder de bevolking een gebrek aan vertrouwen en respect.
Het fatalisme is een luie houding, een houding die we ons vandaag niet kunnen veroorloven. Wat we vandaag nodig hebben zijn verbindende uitspraken en een beleid waar een bevolking in kan geloven.
De scherpste opinies van 2017
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier