Mark Demesmaeker (N-VA)
‘Mogelijke uitweg na Brexit-referendum: Houdt Groenland Schotland in de EU?’
Daags na het brexit-referendum hield het Schotse Europarlementslid Alyn Smith tijdens een spoedbijeenkomst van het Europees Parlement een trots en indrukwekkend pleidooi om Schotland niet in de steek te laten. Het Schotse volk had immers met grote meerderheid tegen een vertrek uit de EU gekozen. De handen in het halfrond gingen gretig op elkaar, hoerageroep weerklonk. De Europese Commissie heeft echter nog steeds geen plan klaar. Europees Parlementslid Mark Demesmaeker (N-VA) ziet nochtans lovenswaardige ideeën en zelfs precedenten.
Hoewel geen enkele lidstaat de Europese Unie ooit verlaten heeft, koos Groenland voor een vertrek uit de EU (toen nog EEG) in 1985. Deens academicus Ulrik Pram van de Universiteit van Kopenhagen voedt met zijn interessante theorieën over de exit van Groenland het brexit-debat in Schotland. Ook al zijn de verschillen tussen het vertrek van de 60.000 Groenlanders en de nakende EU-exit van ruim 70 miljoen Britten enorm, toch kunnen we uit de Groenlandse case heel wat lessen trekken.
Zo werkt het debat over een toekomst binnen of buiten de Europese Unie als een katalysator voor decentralisatie en constitutionele hervormingen. In 1972 stemde een grote meerderheid in Groenland tegen het EEG-lidmaatschap, maar moest het noodgedwongen Denemarken volgen naar de EEG. Die verplichting versterkte de roep om zelfbestuur voor Groenland. Een nieuwe Deense grondwet mét versterkte autonomie voor het grootste eiland ter wereld maakte een exit uit de EEG mogelijk, die dan ook in 1985 volgde. Dankzij het actuele brexit-debat dringt een herverdeling van macht en invloed tussen de staten in het Verenigd Koninkrijk zich op.
Mogelijke uitweg na Brexit-referendum: Houdt Groenland Schotland in de EU?
Daarnaast demonstreert de positie van Groenland, als deel van het Deense koninkrijk maar buiten de EU, hoe het perfect mogelijk is om binnen de grenzen van één soevereine staat een verscheidenheid aan formele en praktische statussen ten aanzien van de EU te hebben.
Constitutioneel pragmatisme
Toen Groenland de EEG verliet, stond er geen artikel 50 in de Europese verdragen. Dat beruchte artikel 50 voorziet in een werkwijze voor de vrijwillige en eenzijdige terugtrekking van een lidstaat uit de EU. Het zou toen overigens niet relevant geweest zijn. Groenland was geen lidstaat die de Unie verliet. Slechts een deel van het Deens grondgebied verloor het EU-lidmaatschap.
Bovendien was het geen eenzijdig Groenlands besluit, maar het resultaat van onderhandelingen. Denemarken bleef lidstaat, terwijl Groenland werd overgebracht naar een categorie van ‘landen en overzeese gebieden’. Deze categorie bestond al in de EU-verdragen. Als onderdeel van de onderhandelingen stemde Groenland in met bijzondere voorwaarden zoals een visserijovereenkomst.
Aanvankelijk werden deze ‘grexit’-onderhandelingen gevoerd tussen vertegenwoordigers van de EEG en Denemarken. De Groenlandse autoriteiten zaten pas op de tweede rij. Naarmate de plannen concreter werden, namen de Groenlanders de pen echter steviger vast. Autonomie die parallel liep met de groeiende decentralisatie in Denemarken.
‘
Territoriale vrijstelling’ voor Engeland?
Het brexit-referendum leverde in Engeland duidelijk andere resultaten op dan in Schotland, Noord-Ierland en Gibraltar. Rekening houdend met deze verschillen en de vooruitzichten van een eventuele Schotse onafhankelijkheid, opflakkerende problemen in Noord-Ierland en een mogelijk ernstige isolatie in Gibraltar, zou het Verenigd Koninkrijk artikel 50 mogelijk niet activeren. In plaats daarvan zouden de onderhandelingen gericht zijn op een territoriale vrijstelling van Engeland voor EU-lidmaatschap. Een ‘Groenland-oplossing’ biedt dan een duidelijk EU-perspectief voor Schotland en Noord-Ierland.
‘Zal Londen lessen durven te trekken uit de Deens-Groenlandse case?’
Dertig jaar geleden besefte Kopenhagen dat politieke spelletjes tijdverlies waren en het geloof dat Groenland tot in de eeuwigheid deel zou uitmaken van het Deense koninkrijk slechts een utopie was. Politiek pragmatisme maakte daarentegen de weg vrij voor een nieuwe en vruchtbare samenwerking.
Nicola Sturgeon, minister-president van Schotland, hamert intussen op het belang van een Schotse brexit-minister voor de onderhandelingen met de EU en eist een plaats aan tafel voor Schotse onderhandelaars. Heel discreet schuift ze hiermee een Schots onafhankelijkheidsreferendum naar later door. De grote vraag is echter in hoeverre Londen lessen durft te trekken uit de Deens-Groenlandse case?
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier