Martha Balthazar
‘Mogelijk is de enige wezenlijke actie in de klimaatcrisis: niet meer meespelen’
Martha Balthazar is theatermaker. Haar column verschijnt tweewekelijks.
Een vriendin met een grote bek en een goede stem zingt sinds kort aria’s als ze lastiggevallen wordt op straat. ‘Dat slaat hen helemaal uit hun lood’, zegt ze. In plaats van te roepen of met het hoofd gebogen weg te lopen besluit ze het spelletje niet mee te spelen. Door te zingen hackt ze de situatie, verandert ze het scenario. De Amerikaan die zich eind april in brand stak om aandacht te vragen voor de klimaatverandering moet net daarvoor gedacht hebben: wie weet slaat dit hen uit hun lood, wie weet is deze daad radicaal genoeg om als een schokgolf door de wereld te gaan. Om de oorverdovende wachtmuziek te stoppen.
De voorbije decennia hebben activisten en wetenschappers veel rationele en beschaafde manieren bedacht om aandacht te vragen voor de klimaatcrisis. Documentaires, liedjes, betogingen, panels, sensibiliseringscampagnes, speeches, columns, wetenschappelijke bewijzen, technologische alternatieven, economische plannen. Maar de wachtmuziek blijft klinken. Het voelt dan wel alsof iedereen steeds drukker met de problematiek bezig is, cijfers tonen helaas aan hoe we vooral drukker dan ooit CO2 de lucht in pompen.
Mogelijk is de enige wezenlijke actie in de klimaatcrisis: niet meer meespelen.
Aandacht en debat leiden niet vanzelf tot actie. Soms lijken ze zelfs bij te dragen aan de verlamming. Alarmerende krantenkoppen, boze burgers, bezorgde wetenschappers zijn deel geworden van de absurde normaliteit. Met elke speech, elke belofte, elk angstaanjagend cijfer zakken we iets dieper weg in een desoriënterende complexiteit. Terwijl het doel simpel is: de uitstoot radicaal doen dalen.
Wie zich ooit door een roman van Franz Kafka heeft geworsteld herkent het gevoel. De personages staan voor absurde problemen, maar veel erger is dat al hun pogingen om het op te lossen eindigen in nog meer absurditeit. De zenuwachtige lezer hoopt een hele roman lang dat iets, iemand, een zotte zin, een gekke aria dat alles kan stoppen, maar met elke zin wordt de waanzin alleen maar groter. Want zelfs wie tegenspeelt, speelt uiteindelijk gewoon mee, leert Kafka. Zo wordt elke reactie onschadelijk, elke vorm van activisme een platitude. Zo gebeurt het dat zelfs de meest radicale activistische daad – jezelf in brand steken met de dood tot gevolg – geen effect meer heeft.
Adequaat reageren op de dreigende crisis betekent: radicaal uit dat vervuilende scenario proberen te ontsnappen, het hele systeem uit zijn lood slaan. Mogelijk is de enige wezenlijke actie: niet meer meespelen. Massaal het werk neerleggen, geen belastingen meer betalen, ons bed niet uitkomen. Of iets veel gekkers doen, de absurditeit overstijgen, onophoudelijk 140 decibelsirenes laten afgaan rond de huizen van politici, lobbyisten en ceo’s. Ongedierte loslaten in het parlement. Stinkbommen, in de hoop dat we geen echte bommen hoeven te gebruiken. De koninklijke familie kidnappen, daar zullen zij ook blij mee zijn. Iets iets iets wat het wint van de wachtmuziek.