‘Moet ik mijn kinderen zeggen dat ze Belg zijn als de samenleving hen niet zo ziet?’
De eerste verjaardag van de aanslagen in Brussel is voor Samira Bendadi (journaliste MO*) en Mohamed Ikoubaân (directeur Nomadisch Kunstencentrum Moussem) de aanleiding om de Dag van de Waardigheid te organiseren. ‘Elke keer beloof ik mezelf dat ik nooit meer als allochtoon aan het woord zal komen in de media.’
Lees het opiniestuk van Samira Bendadi en Mohamed Ikoubaân: ‘Volwaardig burgerschap voor iedereen’
Waarom organiseren jullie de Dag van de Waardigheid?
Bendadi: We organiseren dit in de eerste plaats als bezorgde ouders. We zijn allebei al dertig jaar in het land en hoewel onze kinderen hier zijn geboren en opgegroeid, maken we ons ernstig zorgen over hun toekomst in België. De sfeer is grimmiger geworden. Wij als volwassenen kunnen veel verdragen, maar onze kinderen lijden onder de situatie. Dat maakt me droevig en boos.
Het lijkt alsof het bewijs geleverd is dat minderheden niet deugen en de grenzen van wat openlijk gezegd mag worden sterk opgeschoven zijn.
Samira Bendadi, journaliste MO*
Ikoubaân: Met de herdenking van de aanslagen zal ook het vingerwijzen naar bepaalde bevolkingsgroepen weer beginnen. Daarnaast is er een opbod ontstaan bij politici om de strafste uitspraken te doen over moslims, allochtonen en andere bevolkingsgroepen. Dat is een zorgwekkende evolutie. Die uitspraken hangen niet in het luchtledige. Wij zijn mensen van vlees en bloed en het gaat over ons en onze kinderen. Dat raakt ons.
Bendadi: De polarisering en haat in het taalgebruik over minderheden groeien al langer, maar sinds de aanslagen lijken alle remmen los. Het lijkt alsof het bewijs geleverd is dat minderheden niet deugen en de grenzen van wat openlijk gezegd mag worden sterk opgeschoven zijn.
Ikoubaân: Die uitspraken volgen telkens dezelfde strategie. Men doet een straffe veralgemenende uitspraak om de media te halen en dan gaat men wat later nuanceren, maar ondertussen is de schade berokkend en ontstaat de perceptie dat moslims, vreemdelingen of vluchtelingen niet te vertrouwen zijn. Zorgwekkend is dat ook mensen met macht zoals rechters of politiemensen er zo over denken.
Anders gaan ze het hier overnemen, redeneren ze. Moslims maken hier amper zeven procent van de bevolking uit dus dan moeten ze me toch eens uitleggen hoe dat kan.
Daar komt nog bij dat recente wetten en voorstellen die door politici naar voor geschoven worden, zoals de nieuwe vreemdelingenwet, de basisprincipes van onze rechtsstaat in gevaar brengen. Als jurist weet ik dat het vermoeden van onschuld een essentieel fundament is van ons democratisch rechtssysteem. Als je wetten goedkeurt die het mensenrechtenverdrag in vraag stellen, vraag ik me af wat de volgende stap is.
We zijn misschien nog niet in 1945 aanbeland, maar dit is wel degelijk de sfeer van de jaren dertig: men kiest een groep in de samenleving om verantwoordelijk te stellen voor al wat misloopt, te isoleren en te ontmenselijken.
Bendadi: Na de aanslagen had ik het gevoel dat veel mensen onze bekommernissen deelden, maar allemaal apart zaten te spartelen. Daarom willen we die zwijgende meerderheid samenbrengen en een stem geven om zo een statement te maken.
We willen zelf het initiatief nemen, want mensen van een vreemde origine worden voortdurend aangevallen en zijn vooral bezig daarop te reageren. Ze moeten steeds weer dezelfde discussies aangaan en zich verdedigen. Velen zijn het moe en vinden dat alles al gezegd is geweest en dat het geen zin meer heeft. In plaats van te reageren, komen we nu aan bod hoe wij het willen en vertellen we wat voor ons belangrijk is. Ik hoop dat de mensen die het dreigen op te geven zo een nieuwe adem krijgen.
Zijn er bepaalde uitspraken die jullie persoonlijk bijzonder geschokt hebben?
Bendadi: De uitspraak dat moslims zouden gedanst hebben na de aanslagen heeft me erg gechoqueerd. Dat vond ik een zware beschuldiging, zeker van een staatsman. Als burger voel je je dan verloren.
Ook de harde taal van de regerende politici, en dan zwijg ik nog van sociale media, en de verstrenging op juridisch vlak vind ik schokkend. De manier waarop bepaalde maatregelen, bijvoorbeeld het aantal mensen dat uitgezet werd, op een hoeratoon aangekondigd worden, is onrustwekkend.
Daarnaast gaat het discours over terrorisme enkel over radicalisering en deradicalisering, maar zwijgt men over de geopolitieke verantwoordelijkheid van beleidsmakers en hun coalities die oorlog voeren in het buitenland. Nochtans is dat van essentieel belang in de aanpak en analyse van terrorisme.
Ik koos bewust voor het leven in een vrij land.
Mohamed Ikoubau0026#xE2;n, directeur Nomadisch Kunstencentrum Moussem
Ikoubaân: De uitspraak die me persoonlijk het meest gechoqueerd heeft, was die van Bart De Wever over Berbers. Toen De Wever de verkiezingen in Antwerpen won, was ik aanvankelijk blij dat Vlaams-nationalisme een democratisch gezicht had gekregen. Als Berber kan ik dat nationalisme plaatsen omdat ik die marginalisering zelf heb meegemaakt in mijn eigen land. Zijn uitspraak choqueerde me des te meer omdat een van de redenen dat ik vertrokken ben uit Marokko, was dat ik geen gelijkwaardige en vrije burger kon zijn in een land waar de vorige koning gelijkaardige uitspraken deed over de Riffijnen en hen voor dieven en bandieten uitmaakte. Ik ben geen politiek of economisch vluchteling. Ik had een diploma rechten op zak en had in Marokko hoger op de sociale ladder kunnen staan, maar ik koos bewust voor het leven in een vrij land.
Waar putten jullie de energie uit om dit te organiseren?
Bendadi: Ik stond eigenlijk niet te springen om dit te organiseren. Ik zou het graag hebben over mijn journalistiek werk in Libië en Egypte of over literatuur of muziek, maar ik kom steeds weer in de media als allochtoon. Telkens beloof ik mezelf dat het de laatste keer was. Het evenement is een verplichting aan de komende generaties kinderen en jongeren.
Ikoubaân: Ook ik haal de kracht uit het feit dat ik hier drie dochters heb. Als ik alleen was, zou ik gewoon mijn valiezen kunnen pakken, maar hun toekomst ligt hier.
De eerste generatie was gericht op terugkeer naar Marokko, maar mensen die later kwamen en de tweede en derde generatie wilden die fout niet maken en hebben alles ingezet op dit land. Ik heb steeds tegen mijn kinderen gezegd: ‘Ik ben geëmigreerd, maar jullie zijn Belg. Jullie zijn van hier.’ Mijn kinderen kunnen geen Berbers of Arabisch. Nu vraag ik me af of het wel de juiste keuze was hen de boodschap te geven dat ze van hier zijn terwijl de samenleving dat niet zo ziet.
Bendadi: Na de aanslagen in Brussel belden veel meer jongeren naar de jongerentelefoon Awel omdat ze bang waren voor aanslagen, maar wat nieuw was, was dat er voor het eerst oproepen kwamen van moslimjongeren die bang waren gepest te worden.
Dat jongeren van een andere afkomst dubbel zo hard getroffen worden, vind ik onaanvaardbaar. Als volwassenen hebben we de plicht hen te beschermen en hen in een gunstig milieu te laten opgroeien opdat ze het beste uit zichzelf kunnen halen. Kinderen van vreemde origine krijgen voortdurend een schuldgevoel en een minderwaardigheidscomplex aangepraat, maar zij zijn ook de toekomst van dit land. België schiet zichzelf daarmee in de voet.
Ik zou het graag hebben over mijn journalistiek werk in Libië en Egypte of over literatuur of muziek, maar ik kom steeds weer in de media als allochtoon.
Samira Bendadi, journaliste MO*
Ikoubaân: Vorige zomer vroeg ik mijn dochters of ze in Marokko zouden kunnen leven. ‘Nee, hoe zouden we nu kunnen leven in een land waar we de taal en cultuur niet kennen?’, zeiden ze. Ik vroeg het al grappend, maar eigenlijk speelt in mijn achterhoofd dat ik voor het eerst in 26 jaar denk dat de situatie uit de hand kan lopen. Zelfs toen het Vlaams Blok 24 procent haalde, was ik er gerust in dat zo’n plat racisme niet mainstream zou worden. Het laatste wetsvoorstel van N-VA over de Belgische nationaliteit gaat nog verder dan het toenmalige zeventigpuntenplan. Eigenlijk is deze dag een wanhoopskreet omdat onze kinderen hier geen toekomst hebben als het zo blijft evolueren. Dat men onze aanwezigheid nog steeds voortdurend in vraag stelt is angstaanjagend.
Geloven jullie dan wel nog als burger een verschil te kunnen maken? Waarom organiseren jullie anders deze dag?
Bendadi: Ik hoop dat we een zaadje kunnen planten dat anderen inspireert om ermee verder te gaan. Dat mensen van allerlei verschillende disciplines en afkomsten samenkomen en zonder vergoeding komen spreken, betekent dat ze iets willen doen opdat de situatie verandert. De verschillen tussen al die mensen zijn een verrijking en dat maakt me blij.
Bovendien gebeuren er naast al het slechte ook heel veel goede zaken. Ik zie overal kleine burgerinitiatieven groeien die we ook moeten aanmoedigen, de Wijkacademie in Molenbeek bijvoorbeeld. Als we iets meer op het goede zouden focussen, zou er veel meer mogelijk zijn.
Ikoubaân: De opdeling die politici en samenleving maken tussen vreemdelingen en Belgen is in mijn ogen kunstmatig. Wat mij betreft is de enige opdeling die tussen wie wel gelooft in universele humane waarden voor iedereen en wie niet. Dat is de essentie. Elke gemeenschap telt veel mensen die in die waarden geloven en zij zijn de bondgenoten om tot een betere, vreedzame samenleving te komen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier