Jan Mertens
‘Misschien is de klimaatcrisis wel een nachtje onderhandelen waard’
‘Na alle rampen die we in 2024 meemaakten, zouden de helse natuurbranden in Los Angeles nog maar eens een wake-up call moeten zijn’, schrijft Jan Mertens van Oikos. Hij staat stil bij de verzekerbaarheidscrisis als gevolg van de klimaatverandering, die steeds grotere gebieden over de hele wereld treft.
Elke ochtend wanneer ik de kranten zit te lezen en naar de radio luister, wacht ik op een bericht dat aankondigt dat de federale onderhandelaars met urgentie een speciale sessie voorzien over de systemische impact van de klimaatcrisis. Het is nu dat de basis moet gelegd worden voor een nieuw sociaal-ecologisch maatschappelijk contract om ons land en de wereld op een beter spoor te zetten. Mijn muesli smaakt me goed ’s ochtends, maar ik blijf op mijn honger zitten.
Al wekenlang voeren de federale onderhandelaars een bijna rituele dans uit. Er wordt vooruitgang beloofd, tot men opnieuw bij de verondersteld ‘moeilijke’ dossiers komt: de fiscaliteit en de pensioenen. Daar komen twee systemische kwesties samen. Kunnen we maatschappelijke keuzes maken waarin we de lange termijn integreren in de beslissingen van vandaag? En kunnen we die moeilijke keuzes dan op een rechtvaardige wijze organiseren?
Het is blijkbaar stilaan aanvaardbaar dat politici zoals Bart De Wever wel een discours kunnen ontwikkelen over ambitieuze keuzes nu, op basis van toekomstige ‘haalbaarheid en betaalbaarheid’ wanneer dat gaat over het pensioenstelsel. Er wordt in forse termen gesproken over een ramp die op ons afkomt en over inspanningen die ‘iedereen’ zullen treffen. Nochtans krijgt die politicus niet het verwijt dat hij een ‘doemdenker’ is en beschuldigt men hem niet van ‘alarmisme’.
Het debat over een toekomstig pensioenstelsel heeft alles te maken met een maatschappelijk contract, en dat blijkt duidelijk uit het massale protest tegen de plannen die op dit moment nog in onderhandeling zijn. Heel wat mensen die zich met hart en ziel inzetten in de publieke dienst, hebben het gevoel dat een gemaakte afspraak niet zal worden nagekomen. Vermoedelijk willen velen wel nadenken over een bijsturing van het systeem, zo lang ze maar de indruk hebben dat dat op een rechtvaardige manier gebeurt.
Burgers meenemen in een diepgaande transitie kan alleen op een duurzame wijze wanneer je kunt garanderen dat lasten en lusten eerlijk verdeeld worden. Wanneer je tot een fiscaal akkoord komt dat wel degelijk die maatschappelijke groepen met hoge lonen en grote vermogens aanspreekt, zul je ook gemakkelijker bereidheid vinden bij sociale organisaties om een moeilijke transitie mee vorm te geven.
Als je politieke overtuiging evenwel is dat grote rijkdom een persoonlijke ‘verdienste’ is en armoede enkel een persoonlijke verantwoordelijkheid, dan kom je uit bij een model dat sociale onzekerheid organiseert voor velen en de privileges van enkelen beschermt. Op die basis ondergraaf je elke kans om tot meer vertrouwen te komen in de politiek en in de publieke instellingen. Het cynische is dat we wereldwijd politici aan het werk zien die bewust aansturen op het vernietigen van ‘het’ systeem, wat in de feiten enkel het systemische risico van een maatschappij die wil vergeten dat er een klimaatcrisis aan de gang is zal vergroten en dat de deur verder opent voor gevaarlijke illiberale en autoritaire politiek.
Het valt op hoe in het pensioendebat weinig gesproken wordt over de ecologische context waarin we die sociale bescherming willen organiseren. Volgens sommigen is de discussie over het economisch fundament waarop we sociale bescherming willen bouwen enkel een kwestie van productiviteit en competitiviteit, alsof die economie plaatsvindt in een ‘lege’ wereld. In werkelijkheid leiden ecologisch niet duurzame keuzes tot grote schade, die zich laat voelen in de economie, en die zo de basis aantast waarop je onder meer de pensioenen wilt financieren. Het gaat immers niet enkel over het verdelen van lasten tussen rijk en arm, het gaat ook over de inhoudelijke keuzes die al dan niet rekening houden met de planetaire grenzen.
Als je maatschappelijk contract te zeer steunt op een geloof in klassieke economische groei leidt dat ertoe dat – bv. via toenemende luchtverontreiniging en extreem weer – steeds meer mensen sociale bescherming nodig zullen hebben terwijl de basis waarop je de financiering moet voorzien steeds wankeler wordt en in elkaar kan klappen. We hebben er dus alle belang bij om onze economie te gaan organiseren binnen planetaire grenzen. Dat meenemen in het debat over een nieuw sociaal-ecologisch maatschappelijk contract betekent dat het idee van ‘verworven rechten’ moet geactualiseerd worden.
Het zou een vanzelfsprekend recht moeten zijn dat alle burgers kunnen genieten van een pensioen waarmee ze waardig kunnen leven, of je nu werkte als poetsmevrouw of als professor. Een ecologisch gulzige levensstijl, die de klimaatcrisis en de grondstoffenverspilling versnelt, kan niet zomaar een verworven recht zijn, want die is niet uitbreidbaar naar iedereen, nu en in de toekomst.
Ouderenzorg kunnen betalen is essentieel, zeven keer per jaar het vliegtuig nemen niet. Die uitdagingen zouden aan bod moeten komen in de federale regeringsonderhandelingen. Kiezen we voor een model dat de privileges van wie rijk is versterkt, waarbij het langetermijndenken te eenzijdig wordt bekeken of maken we rechtvaardige keuzes waarbij ook de planetaire uitdaging niet langer vergeten wordt? Tot nu toe zijn er geen aanwijzingen in die richting, aangezien het ‘dossier klimaat’ blijkbaar al weken geleden is behandeld en werd beschouwd als ‘gemakkelijk’.
Dat we als maatschappij een zeer zware prijs betalen door de klimaatcrisis, weten we al jaren. De klimaatontwrichting uit zich in sterke mate als een rechtvaardigheidscrisis: wie er het minst voor verantwoordelijk is, draagt de grootste gevolgen en kan zich er het minst tegen beschermen. Veel rechtse en populistische politici vinden dat blijkbaar geen probleem en weigeren in te zien hoe systemisch de uitdaging is.
Na alle rampen die we in 2024 meemaakten, zouden de helse natuurbranden in Los Angeles nog maar eens een wake-up call moeten zijn. Het is onmiskenbaar zo dat de omvang en de intensiteit van de branden heel veel te maken hebben met de klimaatontwrichting. In die regio zijn branden in dit seizoen niet uitzonderlijk, maar de combinatie van een aantal factoren zoals langdurige zomerse droogte, uitblijven van regen in dit seizoen en hevige oceaanwind heeft een turbo op dat alles gezet, met de verwoestende gevolgen die we nu zien. Dat dit kon gebeuren, was voorspeld en had men kunnen voorzien, al blijft de omvang van de ramp meer dan schokkend. De publieke infrastructuur is onvoldoende voorzien op rampen van deze omvang. Maar dat er niet genoeg water uit de kraan komt door de te massale plotse watervraag, staat natuurlijk ook niet los van de meer fundamentele druk op het watersysteem.
Dat alles vertaalt zich steeds meer in een verzekerbaarheidscrisis (niet alleen in de VS maar mondiaal) die ook traditionele politici ernstig zorgen zou moeten baren. In die regio van Californië waren privéverzekeraars zich al aan het terugtrekken, waardoor veel burgers enkel nog terechtkunnen bij een publieke verzekeraar, die nog maar over een fractie van de middelen beschikt ten opzichte van de reële noden. Daar komt nog eens bij dat er in die regio veel rijkdom en dus ook veel verzekerde waarde geconcentreerd zijn.
Wanneer het verzekeringssysteem wankelt, zal de relatieve kost veel hoger worden voor wie armer is. Wie op zich al harder getroffen werd door de klimaatcrisis zelf, zal ook nog eens met onbetaalbare premies of onverzekerbaarheid geconfronteerd worden. (Ook de EU is trouwens onvoldoende voorbereid op deze risico’s.) Groeiende onverzekerbaarheid zal impact hebben op hypotheken, wat via de huizenmarkt tot een nieuwe financiële crisis kan leiden. Het zou alle alarmbellen moeten doen afgaan. Maar gevaarlijke autoritaire leiders als Trump zijn ook nu weer bezig met van deze ramp een cultuuroorlog te maken. Het zou enkel te wijten zijn aan het te ‘woke’ diversiteitsbeleid bij de brandweer van Los Angeles. Je houdt zoveel onzin niet voor mogelijk. Maar dankzij lakeien Musk en Zuckerberg zullen factcheckers hun werk niet meer kunnen doen en zal georganiseerd fake news nog meer kansen om tot positief draagvlak te komen verkwanselen.
Langetermijnpolitiek heeft alles te maken met de groeiende klimaatcrisis. 2024 was het warmste jaar ooit, en zal tegelijk het koelste jaar zijn van alle volgende worden. Even geen rekening houden met het ‘klimaatgezeur’ zal ons niet helpen. Dat is dom en kortzichtig beleid dat vooral heel erg onhaalbaar en onbetaalbaar zal worden, elke dag meer. België leeft nu al helemaal niet binnen de planetaire grenzen, zo blijkt uit een recent rapport.
Als we de planetaire dimensie en het idee van die grenzen niet in onze discussies over een houdbaar sociaal stelsel brengen, laten we de toekomstige generaties nog meer in de steek. Een diepgaande transitie organiseren kan alleen als die rechtvaardig is, maar daartoe zal die ook in ecologische zin moeten ingevuld worden. Anders zal de intra- en intergenerationele ongelijkheid alleen maar toenemen. En ja, we hebben institutionele hervormingen nodig. Niet diegene die het egoïsme van een kortzichtig beleid versterken, maar wel diegene die onze hele economische structuur klaarmaken voor de helse klimaatjaren die voor ons liggen.
Die superdiscussie zou topprioriteit moeten zijn en zou vooraan mogen staan in een supernota die er echt toe doet.
Jan Mertens is voorzitter van Oikos, denktank voor sociaal-ecologische verandering.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier