Minister Philippe Goffin (MR): ‘Investeren in Defensie en Buitenlandse Zaken belangrijker dan begrotingsevenwicht’
Minister van Defensie en van Buitenlandse Zaken Philippe Goffin vertegenwoordigt deze week België als voorzitter van de VN-veiligheidsraad in New York. ‘Als de moeders van Belgische kinderen in Syrië hun kind geen veilig leven gunnen, is dat niet onze verantwoordelijkheid.’
Minister van Defensie en van Buitenlandse Zaken vertoeft dezer dagen in New York, waar hij deze week het Belgisch voorzitterschap van de Verenigde Naties vertegenwoordigt. Voor Goffin gaat het snel. Ruim twee maanden geleden was hij enkel parlementslid en burgemeester van het dorpje Crisnée, intussen zit hij met grootmachten zoals de Verenigde Staten, Rusland en China aan tafel. ‘Voor mij is dit allemaal erg speciaal’, vertelt Goffin. ‘Mijn politieke carrière is twintig jaar geleden begonnen, maar dit is toch van een andere orde. Het kwam heel snel en onverwacht.’
Enerzijds heeft België al meer dan een jaar een minderheidsregering in lopende zaken, anderzijds zijn we voorzitter van een van de machtigste organen ter wereld. Is dat wel naar behoren combineerbaar?
Goffin: De internationale actualiteit duldt geen lopende zaken. De oorlogen in Libië en Syrië, het coronavirus en het vredesplan van Donald Trump voor Israël en Syrië houden nu eenmaal geen rekening met onze regeringsvorming. Gelukkig hebben we ons voorzitterschap maandenlang op voorhand tot in de puntjes uitgewerkt. Qua oppervlakte zijn we een klein land zonder volwaardige regering, maar dit biedt ons de kans om het Belgisch belang op het wereldtoneel te vergroten.
Is de Veiligheidsraad nog wel een functioneel orgaan? Als het om de knikkers gaat, wordt de stemming vaak uitgesteld of gebruikt een van de permanente leden een veto.
Goffin: Zonder diplomatie en internationale regels is het simpelweg ieder voor zich. Ook al is het in de Veiligheidsraad moeilijker dan vroeger, we moeten blijven spreken over problemen die ons allen aanbelangen. Soms levert dat jammer genoeg niets concreets op, maar door middel van dialoog krijgen we wel inzicht in elkaars overtuigingen en standpunten. Net daarom biedt het Belgisch lidmaatschap een uitstekend platform om onze belangen over te maken.
Hoe bepalen we op het einde van de rit of het sop wel de kool waard was?
Goffin: Wanneer ik als burgemeester een beslissing neem, is die vrijwel meteen voelbaar. Diplomatie kost daarentegen tijd, maar is altijd nuttig. Bovendien komen we in de Veiligheidsraad intensief en rechtstreeks in contact met landen die anders minder op onze radar verschijnen. Ook in Europese context worden we meer aangesproken dan voordien.
Dinsdagmiddag werd er gedebatteerd over het vredesplan van Donald Trump voor Israël en Palestina. Het ging er stevig aan toe. Israël vindt dat België een ’terroristische’ ngo uitnodigt en verwijst geregeld naar de Joodse karikaturen op Aalst Carnaval.
Goffin: Laat me formeel zijn: voor onze regering is de strijd tegen antisemitisme een topprioriteit. We hebben al verschillende maatregelen genomen en zullen dat ook blijven doen. Maar onze positie over de oplossing voor het Palestijns-Israëlisch conflict is gekend. Samen met onze Europese partners in de Veiligheidsraad vinden we dat het internationaal recht gerespecteerd moet worden.
België organiseerde woensdag een speciaal debat voor kinderen die betrokken zijn bij een gewapend conflict. Waarom is dat voor ons land een prioriteit?
Goffin: Hoewel kinderen vaak de grootste slachtoffers zijn, krijgen ze doorgaans te weinig aandacht tijdens oorlogssituaties. Nochtans is het van cruciaal belang hun rol bij vredesonderhandelingen te betrekken. Van zodra een conflict van de ene generatie op de andere wordt overgedragen, worden vrede en stabiliteit een stuk moeilijker. Daarom wilden we het punt opnieuw nadrukkelijk op de agenda zetten.
Ook België worstelt met kinderen die betrokken zijn in een gewapend conflict. Nog steeds zitten 42 kinderen vast in Syrië.
Goffin: We willen alle kinderen zo snel mogelijk terughalen. De papieren liggen klaar. Maar het is geen evidentie: Syrië is een oorlogsgebied, de Syrische Koerden gaan momenteel niet akkoord en de moeders willen hun kinderen niet laten gaan. Wat sommige politici en ngo’s ook mogen beweren, het is en blijft een moeilijk dossier.
Kunnen we, om de kinderen te beschermen, de moeders niet in eigen land berechten?
Goffin: Sorry, maar dat is in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van de moeder. De situatie in de vluchtelingenkampen is verschrikkelijk en de oorlog gaat op sommige plekken onverminderd door. Ofwel beslissen de moeders om hun kinderen hier een veilig leven te geven, ofwel blijven ze samen ter plaatse. Maar voor dat laatste moet België zich niet schuldig voelen.
U bent zowel minister van Defensie als van Buitenlandse Zaken, twee departementen die de afgelopen decennia aanzienlijke besparingen hebben moeten slikken. Tegelijkertijd kampt België met een begrotingstekort van elf miljard. Wordt de kaasschaaf binnenkort opnieuw bovengehaald?
Goffin: Onze burgers kunnen maar vertrouwen in de Belgische overheid als de departementen naar behoren functioneren. Momenteel is dat niet volledig het geval. Zowel Defensie en Buitenlandse Zaken hebben de volgende legislatuur bijkomende middelen nodig. Hetzelfde geldt overigens voor Justitie.
Vindt u zulke investeringen belangrijker dan een begroting in evenwicht?
Goffin: Ja. We zullen uiteraard keuzes moeten maken en rekening moeten houden met de Europese beperkingen, maar wat mij betreft zijn die investeringen noodzakelijk én prioritair. Als de balans daardoor negatief uitvalt, zij het zo.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier