Miljoenen Latijns-Amerikanen krijgen geen geld meer uit het buitenland: ‘Daar komt honger van’
Gezinnen in Latijns-Amerika steunen zwaar op familieleden die in Amerika en elders werken. Maar door het coronavirus staan nu miljoenen arbeidsmigranten op straat. Het geld dat ze naar huis sturen, droogt op en het thuisfront dreigt alsnog kopje onder te gaan.
In de kleine dorpen van Midden-Amerika, in Guatemala of El Salvador, herken je ze meteen: de huizen van gezinnen die dollars ontvangen van een naaste die naar Amerika emigreerde. Naast de bescheiden golfplaten huisjes van de buren lijken die gerieflijke en fraai versierde huizen haast paleizen.
Die in het oog springende ongelijkheid is voor dorpsbewoners vaak doorslaggevend om werk te gaan zoeken in de Verenigde Staten. Het geld dat ze vandaar naar huis kunnen sturen – remittances in het Engels – is een reddingsboei voor de families die achterblijven.
Maar de coronacrisis dreigt de achterblijvers alsnog kopje onder te duwen. Van Canada tot Argentinië staan opeens miljoenen Latijns-Amerikaanse arbeidsmigranten op straat. Internationale organisaties voorspellen dat zij in het komende jaar samen twintig tot dertig procent minder geld naar hun thuislanden zullen sturen. Zes miljoen gezinnen kunnen daardoor in de armoede belanden, vreest de Wereldbank.
‘De terugval in geldzendingen gaat in Latijns-Amerika en de Caraïben veel landen treffen waar de economische groei voordien al zwak was’, waarschuwt Inter-American Dialogue. Volgens de Amerikaanse denktank vertegenwoordigt het geld van familieleden uit het buitenland gemiddeld de helft van de dertig miljoen gezinsinkomens in de regio.
Nieuw record
De VS staan voor een recessie. Ongeveer een miljoen arbeidsmigranten, voornamelijk uit Mexico en Midden-Amerika, zouden er hun baan kunnen verliezen, heeft Inter-American Dialogue berekend. En daarom moeten stoppen met geld sturen naar hun oorsprongslanden.
Gezinnen in Zuid-Amerika steunen op familieleden die naar buurlanden trekken. Zo weken Venezolanen de voorbije jaren overwegend naar Colombia uit. De Wereldbank verwacht dat Latijns-Amerikaanse migranten dit jaar samen 77,5 miljard dollar zullen versturen, tegenover 97 miljard in 2019, een daling van 20 procent.
Latijns-Amerika: ‘Honger dodelijker dan virus’
De coronapandemie begint in verschillende landen van Latijns-Amerika nu pas te pieken. Daarom vormt de regio van 650 miljoen inwoners volgens de Wereldgezondheidsorganisatie een nieuw epicentrum. Tegelijkertijd starten landen voortvarend hun economieën weer op. Brazilië stevent op 500.000 besmettingen af, het grootste aantal na de Verenigde Staten, maar autobouwers beginnen er weer op te starten. Zo ook in Mexico waar daarnaast de mijnen en bouwsector heropenen.
Een al te strenge lockdown blijkt moeilijk te handhaven in een regio waar zowat de helft van de werkende bevolking van de informele sector leeft en waar regeringen een hoge werkloosheid niet lang kunnen opvangen. ‘De gezondheidssituatie mag dan lastig zijn, maar de honger is dat nog meer’, zo vatte iemand het samen in de Mexicaanse krant El Financiero. Het ziet ernaar uit dat Latijns-Amerika de snelle en uiterst dodelijke pieken van Italië of New York kon vermijden. Maar door economieën overhaast te herstarten kunnen landen mogelijk verzanden in een uitgerekt plateau aan besmettingen.
Mexico, een land van 130 miljoen inwoners, laat enkel India en China voorgaan als grootste ontvanger van geldzendingen ter wereld. Vorig jaar kreeg het land 36 miljard dollar binnen, voornamelijk uit de VS en Canada. In maart wisten Mexicanen nog 4 miljard naar huis te sturen, een record. En dat terwijl andere landen in de regio al een scherpe terugval in zendingen begonnen te registreren.
‘De Mexicaanse peso nam recent een duik’, zegt Jesús Cervantes, die zich bij economisch onderzoekscentrum Cemla in Mexico-Stad specialiseert in onderzoek naar geldzendingen. ‘Daardoor leveren de dollars die Mexicanen naar huis zenden ineens meer koopkracht op, dus sturen ze meer.’
Onvoorstelbare cijfers
Cervantes vreest echter het ergste voor de cijfers van april, die nog moeten verschijnen, en daarna mei. Wanneer we hem spreken legt hij de laatste hand aan een rapport over banenverlies onder Mexicanen in de VS. ‘De cijfers zijn waarlijk onvoorstelbaar.’ Immigranten werken er veelal in de horeca en de bouw, precies de hardst getroffen sectoren.
Mexico heeft nog het geluk dat geldtransfers een relatief klein deel uitmaken van het nationale inkomen: afgerond 3 procent van het bruto binnenlands product. Veel andere landen zijn er veel afhankelijker van. In Nicaragua en Guatemala vormen remittances 12 procent van het bbp, in buurlanden El Salvador en Honduras 20 procent. In Haïti, in de Caraïben, loopt het op tot 32 procent.
In de VS wonen drie miljoen immigranten uit El Salvador. Het kleine land van zes miljoen inwoners ontvangt van hen maandelijks ongeveer 450 miljoen dollar. Maar in april kwam nog maar een magere 287 miljoen binnen, tonen cijfers van de centrale bank. ‘Vooral het verarmde platteland van El Salvador is afhankelijk van geldtransfers’, zegt socioloog Adán Mendoza van de Universidad de El Salvador. ‘Een stop betekent voor gezinnen al snel armoede, honger en algehele misère.’
‘Het heropstarten van ontwikkelde economieën is van levensbelang voor opkomende landen’, liet David Malpass, voorzitter van de Wereldbank, vorige week optekenen. ‘Anders worden de verliezen groot.’
Morele plicht
Hoewel Havana de cijfers niet openbaar maakt, staat de communistische eilandstaat Cuba bekend als een grote ontvanger van dollars uit het buitenland. Cubaan Alain Alonso (35) stuurt zijn moeder maandelijks 100 dollar vanuit de VS, een broodnodige aanvulling op haar karige maandloon van 20 dollar.
De verpleger woont in de stad Grand Island in de Amerikaanse staat Nebraska, waar een groot vleesverwerkingsbedrijf van de Braziliaanse agroreus JBS de belangrijkste werkgever is. Er werken veel Cubaanse vrienden van hem, legt hij uit, naast Guatemalteken en Mexicanen – zowat uitsluitend latino’s. ‘En bijna zonder uitzondering sturen ze geld naar huis, dat geef ik je op een briefje’, verzekert hij. ‘Het is zowat een morele plicht.’
Geldtransfers van migranten naar hun oorsprongslanden zijn doorgaans anticyclisch: migranten sturen meer geld naar huis wanneer de economie in hun herkomstland in een dipje belandt en er kapitaal wegvloeit. Nu is de situatie omgekeerd, omdat de coronapandemie overal toeslaat.
Noé Gabriel (29) stuurde zijn ouders in Mexico maandelijks 200 dollar, tot het New Yorkse theaterrestaurant waar hij kookte in maart sloot. De immigrant is bijna door zijn laatste spaargeld heen en maakt ook geen aanspraak op overheidshulp, zegt hij aan de telefoon.
Zowat dagelijks bellen vrienden: of hij niet een baantje weet? Migranten beginnen volgens Gabriel uit de stad weg te trekken naar Chicago of Californië, waar werk te vinden zou zijn. ‘Ik zou ze achterna reizen, maar met vrouw en kinderen is dat niet makkelijk. Voorlopig kan ik niet anders dan afwachten.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier