‘Migratiekritische partijen halen er voordeel uit als ook andere partijen voortdurend over het thema praten’

Sarah de Lange: 'Je kunt niet besluiten dat de brexit tot meer pro-Europese gevoelens heeft geleid.' © foto Linelle Deunk
Jeroen de Preter
Jeroen de Preter Redacteur

Nee, de forse ruk naar rechts heeft zich zondag niet tot Vlaanderen beperkt. Toch is er volgens professor Sarah de Lange geen sprake van een rechts-radicale golf door de Europese Unie. ‘De macht van die partijen zit erg verdeeld. Daardoor kunnen ze niet echt wegen.’

Dit gesprek over de resultaten van de Europese verkiezingen mag in Vlaanderen beginnen. De Nederlandse politicologe Sarah de Lange (Universiteit van Amsterdam) kent ons politieke landschap goed. Nog niet zo lang geleden promoveerde ze aan de Universiteit Antwerpen onder begeleiding van populisme-expert Cas Mudde. Met meer dan gewone belangstelling heeft ze naar de ophefmakende verkiezingsresultaten in Vlaanderen gekeken. Die resultaten waren volgens haar in niet onbelangrijke mate beïnvloed door de N-VA en de manier waarop die partij de strijd voerde met haar rechts-radicale concurrent, Vlaams Belang.

Onder druk van die concurrent liet de N-VA de regering struikelen over het Marrakeshpact. Strategisch was dat volgens professor De Lange niet de verstandigste zet. ‘Er is een politicologische wet die zegt dat de breker betaalt. Dat betekent dat politieke partijen die een regering laten vallen daar in de regel de electorale rekening voor gepresenteerd krijgen. Daar komt nog bij dat Vlaams Belang duidelijk de eigenaar is van het thema migratie. Uit verschillende onderzoeken in uiteenlopende landen blijkt dat rechts-radicale, migratiekritische partijen er voordeel uit halen als ook andere partijen voortdurend over dat thema praten. Dat is precies wat de N-VA heeft gedaan. Met boegbeeld Theo Francken op Asiel en Migratie heeft ze, de hele regeerperiode lang, zwaar op dat thema ingezet. Daar betaalt ze nu een prijs voor. Andere rechtse partijen – denk bijvoorbeeld aan de CSU in Duitsland – zijn haar daarin voorgegaan.

De rechts-radicale en conservatieve groepen in het Europees Parlement behalen samen maximaal een kwart van de zetels, terwijl een derde was voorspeld.

Ziet u nog andere verklaringen voor de comeback van Vlaams Belang?

Sarah de Lange: Je kunt er moeilijk omheen: voorzitter Tom Van Grieken is er goed in geslaagd om de perceptie van zijn partij wat te verzachten. Ze is daardoor salonfähiger geworden.

Wat zeker nog meespeelt, is het succes bij jongeren. Ook elders in Europa vallen rechts-radicale partijen vooral in de smaak bij ofwel de al wat oudere ofwel de jongste groep kiezers. Binnen die laatste groep zie je een tegenstelling tussen rechts-radicale partijen, die het vooral goed doen bij de lager opgeleide jongeren, en groene partijen, die vooral scoren bij de hoger opgeleiden. Met name als het gaat over immateriële thema’s – klimaat, migratie of de toekomst van de Europese Unie – liggen de standpunten van die twee groepen heel ver uit elkaar. Het einde van die polarisering lijkt, gezien hun leeftijd, nog niet in zicht.

Een opvallende vaststelling bij deze Europese verkiezingen: ze kenden de grootste opkomst sinds 1979.

De Lange: Vooral in een paar grote lidstaten was de opkomst aanzienlijk hoger dan in 2014. In sommige gevallen, zoals Polen en Spanje, bedroeg de stijging zelfs meer dan 10 procentpunten. Dat lijkt ermee te maken te hebben dat het thema ‘Europese integratie’ de afgelopen jaren meer gepolitiseerd is geraakt. De toekomst van de EU is een issue geworden waarover duidelijk tegengestelde visies bestaan. Dat doet kiezers naar de stembus trekken.

Guy Verhofstadt, die de Europese lijst van de Open VLD trok, voorspelde in Knack dat de schok van de brexit voor een pro-Europese golf zou zorgen. Mogen we de hoge opkomst ook in dat licht zien?

De Lange: Toch niet. Vooral het conflict over de toekomst van Europa heeft mobiliserend gewerkt. Het is ook zeker niet zo dat die hogere opkomst altijd in het voordeel van de pro-Europese partijen heeft gewerkt. In het Verenigd Koninkrijk leidde ze tot een klinkende zege voor de Brexit Party, in Polen heeft ze de regeringspartij PiS in haar positie versterkt, in Italië is de Lega nog groter geworden dan ze al was. Je kunt dus niet eenduidig besluiten dat de brexit kiezers wakker heeft geschud en tot meer pro-Europese gevoelens heeft geleid.

Wat we wél zien, in een aantal landen, is dat de eurosceptische partijen het veel minder goed hebben gedaan dan voorspeld. Nederland is een goed voorbeeld. De links-radicale SP en de rechts-radicale PVV zijn al hun zetels kwijt. Dat verlies wordt niet gecompenseerd door Forum voor Democratie, dat onder de verwachtingen bleef.

Wil dat zeggen dat Nederland minder eurosceptisch is geworden?

De Lange: Niet per se. Het valt zeker niet uit te sluiten dat die groep kiezers bij Europese verkiezingen minder makkelijk te mobiliseren is dan de pro-Europese groep. Op basis van deze verkiezingsuitslag zou je kunnen besluiten dat Nederland is opgeschoven naar links en ook minder eurokritisch is geworden. Dat valt nog te bezien. Ongetwijfeld speelde ook mee dat de PvdA en GroenLinks een spitzenkandidaat op hun lijst hadden staan.

Ondanks de forse winst van onder meer de Lega, Vlaams Belang en Brexit Party kun je niet zeggen dat een rechts-radicale golf de EU volledig overspoeld heeft.

De Lange: Dat is niet gebeurd, nee. Veel rechts-radicale partijen in grote en dus belangrijke landen scoren minder goed dan verwacht. In Spanje behaalt Vox maar 6,5 procent, de AfD in Duitsland staat op 10,5 procent, toch een stukje lager dan verwacht. In Frankrijk is Rassemblement National van Marine Le Pen net iets groter dan de partij van president Emmanuel Macron, maar zij verliest wel licht tegenover 2014. Daartegenover staat grote winst voor de Lega in Italië, de Brexit Party van Nigel Farage en Fidesz in Hongarije, maar of die partijen veel in beweging zullen kunnen zetten? Die drie grote winnaars zitten in drie verschillende parlementaire groepen, waardoor hun macht erg verdeeld zit en ze niet op de besluitvorming zullen kunnen wegen. Bovendien scoort binnen de groep van Matteo Salvini alleen zijn eigen Lega echt goed. Samen behalen de drie rechts-radicale en conservatieve groepen maximaal een kwart van de zetels, terwijl in de media een derde was voorspeld.

Een linkse partij met een rechts migratieverhaal is zeker geen garantie op succes.

Komt die onderschatting alleen voort uit het feit dat anti-Europese kiezers minder geneigd zijn om voor Europa hun huis uit te komen?

De Lange: Ik denk dat ze daar met een structureel probleem zitten, ja. In 2014 hebben we precies hetzelfde gezien: de voorspelde groei in de peilingen zag je niet in dezelfde mate in de resultaten.

Nu zullen er, voor elk land afzonderlijk, ook nog wel andere oorzaken aan te duiden zijn. In Nederland kampte Forum voor Democratie met interne conflicten. En in Oostenrijk zat de FPÖ uiteraard opgescheept met het fameuze Ibiza-schandaal.

Volgens een enquête bij Oostenrijkse kiezers zou dat schandaal een eerder beperkte rol hebben gespeeld.

De Lange: Dat zou goed kunnen. Gezien de omstandigheden blijft het verlies ook wel beperkt.

Hoe kan dat? Gewezen vicekanselier Heinz-Christian Strache van de FPÖ bleek in een uitgelekte video door en door corrupt.

De Lange: Wat hier zeker een rol speelt, is dat de kiezers van dergelijke partijen wantrouwend staan tegenover de media. Ze zien hier vooral een poging van de elite in om hun beweging kapot te maken. Je ziet dat ook bij Marine Le Pen, die aangeklaagd wordt door de EU vanwege verkeerd gebruik van partijgeld.

Of denk, bij jullie, aan Dries Van Langenhove. Diens ontmaskering in de Pano-reportage over zijn beweging Schild & Vrienden wordt door het Vlaams Belang-electoraat vooral gezien als een poging om hun vertegenwoordigers in diskrediet te brengen. Dat type onderzoeksjournalistiek heeft doorgaans vooral een impact op kiezers die nooit voor zulke partijen zullen stemmen.

Is er een algemene verklaring te bedenken voor de eclatante winst van rechts-radicale partijen in Zweden, Vlaanderen en Italië?

De Lange: We hebben de eurocrisis en de vluchtelingencrisis gehad, en die hadden allebei een vrij uniform effect op de politieke agenda in de lidstaten. Die uniformiteit zijn we nu wat kwijt. In sommige landen heeft het klimaatthema het resultaat bepaald en in andere, zoals Italië, speelde het sociaal-economische meer mee.

In Vlaanderen is er opnieuw een debat over het cordon sanitaire. Valt te voorspellen welk effect de opheffing ervan zou hebben?

De Lange: Onderzoek wijst uit dat een cordon sanitaire in electorale zin weinig effect heeft. Het zorgt er niet per definitie voor dat een partij krimpt. Natuurlijk kan het er wel voor zorgen dat haar directe invloed op het beleid kleiner blijft.

Er wordt weleens gezegd dat je een partij als Vlaams Belang nog het best kunt bestrijden door ze ‘mee in het bad’ te trekken.

De Lange: Het is niet zo dat zulke partijen zich altijd verbranden aan de macht. Er zijn landen waar ze zonder schade meeregeren. Een belangrijke voorwaarde is dat de betrokken partij goed georganiseerd is. Ze moet er ook voor zorgen dat ze op de posten zit waar ze beslissingen kan nemen die haar kiezers tevreden houden.

Matteo Salvini is een goed voorbeeld. Hij zit op Binnenlandse Zaken, waar veiligheid en migratie onder vallen. Hij kan daar knopen doorhakken. Tegelijk blijft hij als een populistisch oppositielid fulmineren tegen linkse media, de EU of de rechtelijke macht. Als je er dan ook nog in slaagt om de verandering te realiseren die je kiezers verlangen, kun je – zoals we nu hebben gezien – zelfs nog kiezers winnen.

We moeten het nog over Oost-Europa hebben. In Hongarije scoort Fidesz zoals verwacht meer dan 50 procent. Zal de EVP-fractie haar op het strafbankje laten zitten?

De Lange: Ik betwijfel dat. De EVP heeft Fidesz nodig om haar positie als grootste groep in het Europees Parlement te kunnen behouden. Omgekeerd heeft Fidesz ook de EVP nodig. Binnen de EVP zit Viktor Orban veel dichter bij de macht dan bijvoorbeeld in de groep van Salvini. Voor Orban is dat erg belangrijk. Het zorgt ervoor dat hij invloed kan uitoefenen op de beslissingen van de EU. Zonder die macht wordt hij nationaal een stuk kwetsbaarder.

In Polen wint de rechtse regeringspartij Recht en Rechtvaardigheid (PiS), zij het met minder voorsprong dan Fidesz in Hongarije.

De Lange: Ja, maar haar macht in het Europees Parlement zal wel toenemen. Met haar zetels is ze de leidende partij binnen de ECR (Europese conservatieven en hervormers, nvdr). Als de tory’s straks uit het parlement verdwijnen, wordt de ECR de groep van de Polen.

In Denemarken is er een atypische winnaar. Met hun migratiekritische verhaal zouden de Sociaaldemocraten het gras voor de voeten van de rechts-radicale Volkspartij hebben weggemaaid. Is ze een uitzondering op de regel van het ownership?

De Lange: De link tussen de migratiekritische koers van de Sociaaldemocraten en het verlies van de Volkspartij wordt vaak gelegd, maar als je kijkt naar de kiezersstroom zie je dat het complexer in elkaar zit. De Volkspartij verliest trouwens evengoed aan andere partijen. Zo’n linkse partij met een rechts migratieverhaal is zeker geen garantie op succes.

Dat zie je ook duidelijk in Nederland. Daar heeft de SP zwaar ingezet op migratie, maar heeft ze al haar zetels in het Europees Parlement verloren. In dit geval speelt ook de manier mee waarop ze campagne heeft gevoerd. Ze maakte een filmpje waarin kandidaat-Commissievoorzitter Frans Timmermans zwaar op de hak werd genomen. Dat werd als on-Nederlands ervaren.

Frans Timmermans en zijn PvdA werden, tot veler verrassing, met 18 procent de grootste in Nederland. Een comeback voor de sociaaldemocraten, maar is hun succes duurzaam?

De Lange: Een exitpoll liet zien dat 9 procent, oftewel de helft van de PvdA-kiezers, voor de partij had gekozen vanwege Timmermans. Helaas weten we niet precies waarom die kiezers hem een aantrekkelijke kandidaat vonden. Was het omdat Nederlanders de eigen spitzenkandidaat wilden steunen, of was het vanwege zijn politieke ideeën? In commentaren lees je nu dat deze overwinning de ommekeer inluidt en de PvdA er weer bovenop zal komen. Daar ben ik niet zo zeker van.

Wat je wel ziet is dat in een aantal Europese landen – neem Denemarken, en natuurlijk ook Spanje – de sociaaldemocraten het goed doen. Blijkbaar is het niet meer onmogelijk voor die partijen om verkiezingen te winnen. Het potentieel is er nog, maar gemakkelijk zal het nooit worden. De concurrentie op links is groot. Linkse kiezers kunnen in veel landen kiezen tussen een groene partij, een sociaal-populistische partij en soms ook nog een sociaalliberale partij. Die concurrentie maakt al die partijen erg afhankelijk van tijdelijke factoren, zoals de campagne die ze voeren of het leiderschap dat ze hebben.

In Vlaanderen is de groene concurrentie een stuk onder de verwachtingen gebleven.

De Lange: Juist, maar dat is een uitzondering. In grote landen – Frankrijk, Duitsland, het VK – overtreffen de groene partijen de verwachtingen. Je mag ervan uitgaan dat ze die sprong in belangrijke mate te danken hebben aan kiezers die vroeger voor de sociaaldemocraten stemden.

Dat brengt ons bij de kansen van Frans Timmermans om voorzitter van de Europese Commissie te worden: die lijken geslonken, door de slechte scores van de socialisten in Duitsland en Frankrijk.

De Lange: Met Margrethe Vestager en Manfred Weber heeft hij ook twee zeer te duchten concurrenten. Wie het wordt, zal afhangen van de onderhandelingen tussen de lidstaten en de verdeling van de andere belangrijke Europese posten. Die puzzel is zo complex dat ik me hoed voor voorspellingen.

Sarah De Lange

– 1981: geboren in Middelburg

– Studie politicologie in Leiden en Parijs

– Promoveerde onder begeleiding van populisme-expert Cas Mudde aan de Universiteit Antwerpen

– Doceert vergelijkende politicologie aan de Universiteit van Amsterdam

Partner Content