Jonathan Holslag
‘De oorlog in Oekraïne heeft China opnieuw doen twijfelen over zijn eigen kracht’
China profiteert van de Oekraïne-oorlog. Toch zal het niet zelf zomaar met een clubje onruststokers ten strijde trekken, schrijft Jonathan Holslag.
Van het Westen kun je zeggen dat het zich vaak in nesten werkt door zich te veel met andermans zaken te bemoeien. En van China dat het geld verdient door zich niet te veel met andermans zaken te bemoeien. Dat laatste geldt ook voor de oorlog in Oekraïne – die heeft China de voorbije jaren miljarden opgeleverd.
Sinds de oorlog is de Chinese uitvoer naar Rusland verdubbeld. Van computerchips tot tomaten en van aluminium tot sigaretten: er staat geen rem meer op de zondvloed van Chinese goederen. De energie die het uit Rusland binnentrekt, heeft dan weer tientallen miljarden dollars korting opgeleverd.
Verder is Peking nu beter in staat om Russische kennis te bemachtigen over ruimtevaart, raketverdediging en vliegtuigmotoren. De Amerikaanse steun aan Oekraïne bemoeilijkt zonder twijfel het vermogen van Washington om Taiwan te bevoorraden. Strategisch haalt China dus voordeel uit de oorlog. Het hoeft alleen maar toe te kijken en zijn steun aan Moskou geniepig genoeg te houden zodat het zijn handelspartners in het Westen niet té boos maakt.
Het is niet zeker in welke mate die opportunistische houding zal leiden tot een echte strategische as. De belangrijkste reden is dat de Chinezen Rusland onvoldoende berekenbaar vinden. Moskou mag dan wel opnieuw wekelijks duizenden rekruten naar de slachtbank sturen, de Chinezen zien ook dat zogenoemde hoogtechnologische Russische wapens maar met moeite door de verdediging raken. Zij stellen vast dat Rusland het voorlopig niet redt zonder Chinese, Noord-Koreaanse en Iraanse steun.
En als we die vier samenbrengen – Rusland, China, Noord-Korea en Iran – erkent Peking het nut wel van hun antiwesterse houding en van de kernwapens die de Amerikanen dwingen om hun aandacht te verspreiden. Maar dan beseft het ook dat het toch vooral een clubje kwetsbare regimes blijft tegenover een technologisch superieure rivaal.
Met die drie andere landen kan Peking weliswaar de wereldorde destabiliseren, maar het kan er voorlopig geen nieuwe wereldorde mee bouwen. In tegenstelling tot Rusland schrikken de Chinese leiders voorlopig terug voor grootschalige instabiliteit. China beseft ook dat het in zo’n scenario vooral op zijn eigen kracht aangewezen is en net de oorlog in Oekraïne heeft China opnieuw doen twijfelen over die kracht. In plaats van met een clubje onruststokers ten strijde te trekken, zullen de Chinezen nog even elke kans grijpen om voort te bouwen aan hun eigen nationale slagkracht: economisch, technologisch en militair.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier