Montasser AlDe'emeh

‘Meer Palestijnen dan ooit zien de gewapende strijd als enige optie tegen de voortdurende onderdrukking’

Montasser AlDe'emeh Auteur en onderzoeker verbonden aan de KU Leuven

‘Meer dan 76 jaar na Nakba gaat de kolonisatie van Palestina gewoon door. Het Westen met zijn dubbele moraal draagt daarin een grote verantwoordelijkheid’, schrijft onderzoeker Montasser AlDe’emeh (KU Leuven).

In 1948, het jaar van de Palestijnse Catastrofe (al-Nakba), werden zowel mijn vader Yousef (1941-2018) als mijn moeder Wadha (geboren in 1947) en hun families van hun geboortedorp Sabbarin (of Subbarin) verdreven gedurende militaire campagnes van zionistische milities tegen de inheemse Palestijnse bevolking. Sindsdien werd iedere poging tot terugkeer, nochtans een recht dat verankerd is in het internationaal recht, beantwoord met kogels en bommen.

Het tragische lot van ons etnisch gezuiverd dorp en zijn inwoners die als beesten van hun land werden gedeporteerd, staat gedocumenteerd in The Ethnic Cleansing of Palestine (2006) van de Israëlische historicus Ilan Pappé. Mijn ontwortelde familie belandde via Araqa(h) bij Jenin in de vluchtelingenkampen Nur Shams (Tulkarm), waar begin februari mijn neef door Israëlische soldaten werd doodgeschoten, en Far’a, nabij Nablus, op de bezette noordelijke Westelijke Jordaanoever.

Deze regio stond dan al geruime tijd bekend als de “Triangle of Death” omwille van het hevig Palestijnse verzet tegen de Britten, schrijft een andere Israëlische historicus Benny Morris (2008). Anno 2024 vormen Palestijnse strijders in deze bezette gebieden, waar een groot deel van mijn ontwortelde familie woont, de voorhoede van het gewapend verzet tegen het voortdurende agressieve zionistische vestigingskolonialisme.

In 1966 trouwden mijn ouders in het vluchtelingenkamp Nur Shams, ‘licht der zon’. Een dik jaar later tijdens de Zesdaagse Oorlog van 1967 verdween het uitzicht op terugkeer en vluchtten mijn moeder en een deel van mijn familie naar de Oostelijke Jordaanoever. Mijn vader die in Libanon werkte, voegde zich tijdens deze donkere nachtmerrie bij mijn moeder in Jordanië. Daar werd ik in 1989, het jaar van de val van het IJzeren Gordijn, geboren, net als eerder al mijn andere broers en zussen. Twee jaar later, gingen ik met mijn moeder en zus, mijn vader en twee oudere broers achterna naar België, waar net “Zwarte Zondag” een hoofditem was in het nieuws. Mijn ontwortelde vader is ondertussen overleden en ligt niet naast zijn voorouders in de grond van ons weggevaagd Palestijns dorp, maar in de Jordaanse woestijn begraven.

Vorig jaar bezocht ik samen met fotograaf Aurélie Geurts een aantal vergeten Palestijnse vluchtelingenkampen in Libanon waar mensen al meer dan zeven decennia wachten op een terugkeer naar hun verwoeste dorpen. De in Oekraïne geboren voormalige Israëlische premier Golda Meir zou hebben gezegd dat de ouderen zullen overlijden en dat de jongeren zullen vergeten. Zowel in het Palestijnse vluchtelingenkamp Rashidieh in het zuiden van Libanon als in het kamp Mar Elias in Beiroet werd dit citaat vermeld om te benadrukken dat Meir het mis had, kinderen krijgen de droom van de terugkeer naar bezet Palestina in hun harten geplant en lopen over van liefde voor het gestolen land van hun voorouders.

Meer dan 76 jaar na de Catastrofe blijft de kompaswijzer van miljoenen Palestijnen in de richting van Palestina wijzen, en dat zal niet veranderen. In Rashidieh in Zuid-Libanon hadden we een onderhoud met Tawfiq Abdallah, de militaire leider van Fatah en de PLO-facties in de regio. Enkele dagen later bezochten we het Palestijnse vluchtelingenkamp Beddawi, nabij Tripoli, waar we Mustafa Abu Harb, een andere topman van Fatah ontmoetten. Tijdens de Catastrofe werd zijn familie verdreven uit het Palestijnse Shefa Amr en belandde ze via het Palestijnse vluchtelingenkamp Wavel in de Bekaa vallei en het kamp Shatila in Beiroet in Beddawi. Ook in dit kamp is de droom van de terugkeer van generatie op generatie levend gehouden.

Ondertussen gaat 76 jaar na de Catastrofe de kolonisatie van Palestina gewoon door. Het Westen met zijn dubbele moraal draagt daarin een grote verantwoordelijkheid. Vanuit Parijs ontkende Bezalel Smotrich, de Israëlische minister van Financiën wiens familie afkomstig is uit Oekraïne, vorig jaar zelfs het bestaan van het Palestijnse volk. Eerder zei hij dat het Palestijnse dorp Huwara op de bezette Westelijke Jordaanoever “van de kaart zou moeten worden geveegd”, uitspraken die niet veel verschillen van de tijd van de massale etnische zuiveringen in 1948.

Net als toen staan radicale zionisten te popelen om Palestijnse dorpen en plaatsen met de grond gelijk te maken, de Palestijnse burgerbevolking te verjagen en hen in de richting van een nieuwe Catastrofe (Nakba) te drijven. Dat is precies wat er al meer dan acht maanden gebeurt in de Gazastrook. De wereld die het internationaal recht heeft uitgevonden laat begaan en kijkt passief toe hoe er dagelijks nieuwe Palestijnse Catastrofes plaatsvinden.

Terwijl radicale zionisten amper een strobreed in de weg wordt gelegd, koos het Westen ervoor om de in januari 2006 democratisch verkozen Palestijnse politieke partij Hamas te boycotten en de hoop op gerechtigheid via vreedzame weg de kop in te drukken. Westerse landen liepen toen zelfs voorop bij de bestraffing van de Palestijnse burgerbevolking omdat Palestijnen weigerden afstand te nemen van hun recht op de gewapende verzetsstrijd, nochtans legitiem onder het internationaal recht zolang de militaire bezetting voortduurt. Daarna bleef het Westen, dat de zionisten tot op de dag van vandaag blijft overspoelen met wapens, Hamas en andere Palestijnse bewegingen als terroristisch bestempelen wat serieuze onderhandelingen onmogelijk maakte.

Zelf riep ik enkele maanden voor de militaire aanval van 7 oktober 2023 in De Standaard op tot het starten van onderhandelingen met Hamas omdat vrede onmogelijk is zonder het betrekken van alle partijen, maar dergelijke oproepen krijgen geen gehoor.

Het Westen levert liever wapens, explosieven en munitie om de Palestijnse burgerbevolking, onschuldige vrouwen en kinderen dagdagelijks te extermineren (ondertussen werden meer dan 15.000 Palestijnse kinderen gedood in de Gazastrook). Bijgevolg voelen vele Palestijnen zich door de hele wereld in de steek gelaten, waardoor ze enkel nog in het gewapend verzet geloven, ook in de diaspora. Vorig jaar vertelde Abu Harb in het kamp Beddawi ons dat hij niet (meer) in een tweestatenoplossing gelooft. Hij vindt dat heel bezet Palestina, van al-Naqura in het noorden tot de Naqab-woestijn in het zuiden, van de rivier de Jordaan tot de Middellandse Zee, van de rivier tot de zee dus, met Jeruzalem als hoofdstad, aan de inheemse Palestijnse bevolking toebehoort. Wat zou hij verklaren nu de Gazastrook voor de ogen van de wereld samen met tienduizenden burgers, kinderen en vrouwen, wordt vernietigd? Waarom zou hij het systeem dat Palestijnen van hun gestolen land blijft verdrijven überhaupt erkennen? David Ben-Gurion, Israëls eerste premier die geboren werd als David Grün in Polen, zou zelf gezegd hebben dat hij Israël nooit zou erkennen als hij een Arabier was.

De voortdurende Israëlische invallen op de Bezette Westelijke Jordaanoever, waarbij de afgelopen maanden honderden Palestijnen in koelen bloede werden vermoord, en de verwoestende militaire campagnes tegen de lijdende burgerbevolking in de Gazastrook met groen licht van de Amerikaanse administratie zijn geen zelfverdediging, maar een bewuste verderzetting van de militaire strategie om de verdere kolonisatie en de bezettings- en annexatiepolitiek van Palestina af te dwingen. In 1923, meer dan honderd jaar geleden, schreef Vladimir Jabotinsky, geboren in Odessa, in het huidige Oekraïne, en de stichter van de zionistische militie Irgun het volgende: “Daarom kan onze kolonisatie zich alleen ontwikkelen onder de hoede van een grootmacht die niet omziet naar wat de lokale bevolking wil, zodat het mogelijk wordt om ons van die bevolking af te scheiden met een ondoordringbare ijzeren muur…” Zo staat het geciteerd in Palestina, De Laatste kolonie? (2002) van Lucas Catherine.

En dus lijkt de wereld Israëls IJzeren Muur best goed te vinden, want de annexatiepolitiek en aanhoudende en openlijke etnische zuiveringen in bezet Palestina houden al decennialang stand en blijven ongeziene proporties aannemen. Het gevolg daarvan is dat meer Palestijnen dan ooit de gewapende strijd tegen deze voortdurende ontmenselijking en onderdrukking als enige optie zien.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content