Maart was volgens het Syrische Mensenrechtenobservatorium de bloedigste maand sinds het begin van de burgeroorlog in Syrië, twee jaar terug. 6005 mensen zouden om het leven gekomen zijn.
Dat heeft de organisatie met zetel in Londen, die dichtbij de oppositie staat, maandag bekendgemaakt. Van de meer dan 6.000 doden waren er naar verluidt 2.080 burgers, van wie 298 kinderen jonger dan zestien jaar en 291 vrouwen.
Buitenlandse strijders
Minstens 2.074 doden zouden rebellen zijn, onder wie 86 gedeserteerde soldaten, en 1.464 doden behoorden tot de regeringstroepen. Bij de omgekomen rebellen waren er 588 personen wiens identiteit niet kon worden geverifieerd, onder wie “een groot aantal niet-Syrische strijders”.
Enekel dagen geleden sneuvelde in Syrië Sean Pidgeon, een Congolese Belg uit Brussel en een bekeerde moslim. Hij is de eerste Belg die in Syrië omkwam.
Sinds het begin van de oorlog twee jaar geleden heeft het Observatorium naar eigen zeggen de dood van meer dan 60.000 mensen in kaart gebracht. Volgens schattingen van de Verenigde Naties heeft de in maart 2011 begonnen opstand tegen president al-Assad al aan meer dan 70.000 mensen het leven gekost.
Journalisten in de vuurlinie
Tijdens de Syrische burgeroorlog komen ook journalisten steeds meer in de vuurlinie terecht. Volgens Reporters zonder Grenzen werden tot nu toe 23 journalisten in Syrië gedood.
Een correspondent van de Duitse zender ARD werd maandag met zware verwondingen teruggevlogen naar zijn thuisland. Hij was tijdens het weekend in de noordelijke stad Aleppo neergeschoten en nadien in een Turks ziekenhuis verzorgd.
De burgeroorlog eiste alleen al de voorbije drie dagen volgens de oppositie honderden mensenlevens. Zondag stierven naar verluidt minstens 210 mensen, onder wie 20 kinderen. (Belga/TV)
