De Braziliaanse president Luiz Inácio Lula da Silva heeft de aanval van radicale aanhangers van zijn voorganger Jair Bolsonaro op regeringsgebouwen in de hoofdstad Brasília veroordeeld. Ook de partij van de Bolsonaro heeft zondag de aanval op de democratische instellingen in de hoofdstad Brasilia veroordeeld. Bolsonaro zelf heeft nog niet gereageerd.
“Alle vandalen zullen worden gevonden en gestraft”, zei het staatshoofd zondag. “We zullen ook uitzoeken wie hen gefinancierd heeft.” Bij decreet heeft Lula de federale regering opgedragen de verantwoordelijkheid voor de openbare veiligheid in Brasília op zich te nemen.
Eerder zondag bestormden boze aanhangers van ex-president president Bolsonaro het parlementsgebouw, het presidentieel paleis Planalto en het Hooggerechtshof. Op televisie was te zien hoe ze wegversperringen neerhaalden. Hoewel de agenten pepperspray en verdovingsgranaten gebruikten, konden ze de aanvallers niet tegenhouden.
De ‘bolsonaristen’ laten zich gelden omdat ze zich niet neerleggen bij de overwinning van Lula. Die legde vorige week de eed af als nieuwe president van Brazilië nadat hij het in oktober van vorig jaar, in de tweede ronde van de presidentsverkiezingen, haalde van Bolsonaro.
Partij van Bolsonaro keurt bestorming parlementsgebouw af
De partij van de gewezen Braziliaanse president Jair Bolsonaro heeft zondag de aanval op de democratische instellingen in de hoofdstad Brasilia veroordeeld. Dat blijkt uit een videoboodschap van Valdemar Costa Neto, de leider van Bolsonaro’s Partido Liberal (PL).
“Vandaag is een trieste dag voor de Braziliaanse natie. Wij zijn het niet eens met de bestorming van het Nationaal Congres”, zegt Valdemar Costa Neto, in de zondag vrijgegeven video. “Alle ordelijke demonstraties zijn legitiem. Maar chaos is nooit een van de grondbeginselen van onze natie geweest. Wij veroordelen dit gedrag ten zeerste. De wet moet worden gehandhaafd om onze democratie te versterken.”
Bolsonaro zelf heeft zijn nederlaag nooit officieel toegegeven. Radicale aanhangers van Bolsonaro hebben na de verkiezingsnederlaag herhaaldelijk geprotesteerd en het leger opgeroepen om een militaire staatsgreep te plegen.
