‘Lucky loser’: hoe zakenman Trump de illusie van succes in stand kon houden
Lang voor hij president werd, was Donald Trump al de kampioen van de ‘alternatieve feiten’. Zijn falende zakenimperium steunde op fenomenale overdrijving, schone schijn, miljardenschulden en de aanzienlijke financiële steun van zijn vader. Een nieuw boek toont hoe hij politiek succesvol werd dankzij de trucs die hij als falende zakenman gebruikte.
Het is onmogelijk om Donald Trump te begrijpen zonder zijn vader erbij te betrekken. Lucky Loser, het boek dat Russ Buettner en Susanne Craig over de Republikeinse presidentskandidaat schreven, toont de bijna slaafse houding van vader Fred Trump, selfmade multimiljonair, tegenover zijn vermeende wonderkind.
Buettner en Craig maakten deel uit van het team van The New York Times dat met zijn berichtgeving over de financiën van Trump een Pulitzerprijs won. Ze baseerden hun artikels en dit boek onder meer op gerechtsdocumenten die Donalds nicht Mary Trump hen had doorgespeeld. Die was samen met haar broer naar de rechtbank getrokken omdat zij na het vroege overlijden van hun vader – Donald Trumps oudere broer Fred junior’ – geen rechtmatig deel van het familiefortuin hadden ontvangen. Uit de boekhouding van Fred Trump bleek toen hoeveel geld er naar Donald was gegaan.
Vader Trump had in de loop der jaren een vastgoedimperium opgebouwd. Hij ging vrijwel altijd op dezelfde manier te werk: hij zette zijn bouwprojecten op met overheidssteun, overheidsgaranties of ten minste belastingvoordelen. Zijn projecten mochten nooit hun budget overschrijden en moesten tijdig opgeleverd worden. Het hielp altijd als een er wooncrisis was, want dan was de overheid nog meer bereid om bouwondernemers gunstige voorwaarden toe te kennen.
Bovendien zocht Fred Trump toenadering tot politici, die hij financieel steunde. Hij sjoemelde met zijn belastingaangiftes en werd veroordeeld omdat hij zwarten uit zijn gebouwen probeerde te weren. Op veel gebieden opereerde hij op de grens van het toelaatbare. Maar volgens Buettner en Craig zat hij eigenlijk op zijn centen. Hij maakte liever geen schulden en creëerde met zijn verhuurprojecten een melkkoe, die hem en zijn vijf kinderen een rijkelijk inkomen bezorgde. Op alles werd winst gemaakt, ook op de wasserettes en de airco’s in zijn gebouwen.
Trump senior gaf elk van zijn kinderen van jongs af aan jaarlijks 13.928 dollar aan huuropbrengsten en 6000 dollar als kerstcadeau – vandaag: 240.000 euro. Als Donald het geld dat hij als jongeman ontving conservatief zou hebben belegd, berekenden ze ook, dan zou hij het tegen 2015 vermeerderd hebben tot 140 miljoen dollar.
Tegenpolen
Fred Trump bouwde onopvallende gebouwen, onder meer in Brooklyn, New York, met wooneenheden die dienden voor mensen met gemiddelde inkomens. Hij zocht doorgaans de publiciteit niet op.
Zoon Donald nam op twee vlakken zijn vaders strategie over: hij probeerde crisissen te gelde te maken en uitzonderlijke voorwaarden te krijgen, vaak met de hulp van politici aan wie zijn vader al geld had toegestopt. En hij probeerde uit alles winst te slaan.
Maar verder was hij de tegenpool van zijn vader. Hij hield zich niet aan afspraken, deadlines of budgetten, en werkte zich diep in de schulden. Hij kondigde projecten aan die hij nooit zou realiseren. Hij wilde spektakel dat de voorpagina’s en de tv zou halen. Hij zocht de publiciteit op, al dan niet met assistentie van zijn alter ego John Baron (of Barron), die alleen via de telefoon van zich liet horen. Trump zelf was al niet de bescheidenheid zelve, maar ‘zijn woordvoerder’ Baron ging nog een stap verder in het bewieroken van ‘zijn baas’. Trump werkte het personage van Baron gaandeweg bij. Zo studeerde Baron af met een diploma in de rechten. In latere optredens stelde hij zich voor als vicevoorzitter van de Trump Organization. Als het hem te heet onder de voeten werd, kon Donald stellen dat Baron verkeerd geciteerd was, of voor zijn beurt gesproken had.
In 1976, op zijn 30e, had hij nog geen enkel project gerealiseerd. Toch voerde The New York Times hem op als iemand met het uiterlijk van acteur Robert Redford en een vermogen van ‘meer dan 200 miljoen dollar’. Donald vertelde aan de krant dat hij onder meer 14 miljoen verdiend had met de aan- en verkoop van land in Californië, en dat hij ook een huis in Beverly Hills bezat. Hij was, ging hij voort, nu de drijvende kracht achter het bedrijf van zijn vader.
Zo was hij misschien aan het getal van 200 miljoen dollar geraakt – dat was het geschatte vermogen van zijn vader.
De relatie tussen Fred en Donald was opmerkelijk. Freds oudste zoon, Fred junior, was niet geïnteresseerd in vastgoed. Hij werd lijnpiloot, maar dat was geen blijvend succes: zijn alcoholverslaving was niet te verzoenen met een carrière als piloot en zou hem naar een vroege dood leiden. Fred zag ook voor zijn dochters geen toekomst in het bedrijf. En dus stelde hij zijn hoop in zijn tweede zoon, Donald, die hij volop ondersteunde. Hij noemde Donald publiekelijk ‘de slimste persoon die ik ken’. Hij liet hem zijn eigen plannen maken, betaalde hem en ook zijn medewerkers, en gaf hem aan het einde van het jaar nog een bonus (1 miljoen dollar in 1976). Hij pikte alle vaak uitzinnige, onjuiste verklaringen van zoonlief, onder meer dat Donald nu de spilfiguur was van pa’s zakenimperium.
Van Trump Tower naar superschulden
Donalds eerste project dat van de grond kwam was het opkalefateren van het verlopen Commodore-hotel in Manhattan. Dat gebeurde in samenwerking met de Hyatt-groep, en met een groot belastingvoordeel – het werk aan de Commodore zou een verloederd stadsdeel uit de ellende halen. Donald had bezuinigd op een aantal essentiële zaken. Zijn vader leende hem 15 miljoen dollar om de gaten in zijn financiering te dichten. Fred zou die 15 miljoen later als verlies afschrijven.
Zijn onderhandelingstactiek bij wat Trump Tower zou worden, zijn prestigeproject op Fifth Avenue, toonde al iets van de latere politicus. Het was de verongelijkte Trump die tijdens de moeizame onderhandelingen de kop opstak. ‘Gelijk wie zou dit project in een handomdraai goedgekeurd krijgen’, zei hij tijdens een onderhandeling met de vergunnende overheden. ‘Maar omdat ik het ben, zijn er problemen.’ Zijn vader betaalde dure advocaten en wist invloedrijke figuren tot steunbetuigingen te bewegen. Resultaat: de vergunning werd goedgekeurd.
Trump Tower werd in 1983 afgewerkt, toen Donald 37 was.
Fred was in één soort gebouwen gespecialiseerd, Donald zocht diversiteit. Hij hield het ook niet bij gebouwen. Hij sponsorde een sportteam en bouwde casino’s. Hij kocht een jacht en een vliegtuig, legde golfterreinen aan en werkte aan zijn eigen succesboek, The Art of the Deal.
En zo snelde Trump af op een eerste crisis. Volgens Buettner en Craig stapelde hij in een periode met stijgende interesten, in minder dan vier jaar tijd voor 1 miljard dollar aan schulden op. ‘Het was een geleend imperium’, schrijven ze, met inkomsten die tegenvielen. In 1987, het jaar dat zijn succesboek uitkwam, gaf hij een negatief inkomen aan van 45,4 miljoen dollar.
Trump deed er alles aan om geldschieters te overtuigen toch maar te blijven investeren. Zo liet hij een imposante hoeveelheid bulldozers braakland omwoelen om bij investeerders de indruk te wekken dat de bouwwerken aan een casino in Atlantic City, New Jersey al volop aan de gang waren. Na een tweede casino volgde een derde. Met drie casino’s in één stad beconcurreerde hij zichzelf.
Toen ontstond ook zijn moeilijke relatie met de pers. Een verslaggever van The Wall Street Journal die over zijn zakelijke problemen had bericht, werd door Trump beschuldigd van incompetentie en corruptie. De krant haalde de verslaggever weg van het onderwerp.
In juni 1990 waren Trumps schulden gegroeid tot 3,4 miljard dollar. Hij kon de interesten niet langer betalen, maar de banken herstructureerden zijn schulden in een al bij al gunstig regime, dat hem toeliet persoonlijke uitgaven van 450.000 dollar per maand te maken. Hij moest wel bezittingen verkopen, zoals zijn jacht, en zijn – weliswaar gereduceerde – interesten betalen. Toen dat laatste eind 1990 toch niet lukte, kwam vader Fred nog maar eens tussenbeide met een overigens illegale ingreep. Hij kocht voor 3,5 miljoen dollar aan casinojetons. Het stelde Donald in staat net een afbetaling te halen.
‘Men noemt het reality-tv, maar het is nooit echt, per se.’
Jeff Zucker, toenmalige baas van NBC, over Trumps tv-serie The Apprentice.
Over 1990 en 1991 gaf Trump een inkomen van min 400,3 miljoen dollar aan, in dat aanslagjaar een record. Tussen 1985 en 1995 gaf hij in totaal een verlies van 1,1 miljard dollar aan.
Dankzij de schuldherschikking en een serie faillissementen kon Trump wel nipt overleven en boeken schrijven over zijn comeback, maar de glorietijd van de Trump Tower leek ver achter hem te liggen. Zijn nieuwe projecten, waaronder een torengebouw in Chicago waren weer grotendeels gefinancierd met andermans geld, waren minder roemrijk en kwamen haast nooit zonder problemen tot stand.
Survivor Trump
Tot Mark Burnett, drijvende kracht achter het succesvolle tv-programma Survivor, hem in 2003 rekruteerde voor zijn realityshow The Apprentice. Het idee was simpel: een aantal kandidaat-zakenlui zouden elkaar bekampen en de winnaar zou een stage krijgen in de Trump Organization. Trump zou elke week een van de kandidaten ontslaan.
Burnett had eerder andere miljardairs aangesproken, maar die hadden geweigerd. En dus kwam hij bij Trump terecht. The Donald, besefte Burnett, was een gedevalueerde figuur. Volgens de recentste peiling had 58 procent van de bevolking een negatieve indruk van hem. Maar televisie kon, zoals Trump, die realiteit veranderen. Om het programma tot een succes te maken moesten ze de negatieve indruk omtoveren in een positieve, en duidelijk maken dat een stage bij Trump een ervaring was die je leven zou veranderen. Trump was charismatisch en bezat nog altijd de overtuigingskracht waarmee hij jarenlang nochtans verstandige geldschieters had weten te overhalen. Bovendien wilde hij zich uitgebreid laten interviewen om The Apprentice te promoten.
‘We zochten een acteur. Hij speelde een rol. Dat wisten we’, zei Jeff Zucker, baas van zender NBC, later. ‘Men noemt het reality-tv, maar het is nooit echt, per se.’ Zucker was tijdens de eerste presidentscampagne van Trump baas van nieuwszender CNN. Hij besliste toen dat Trump véél zendtijd zou krijgen omdat hij kijkers lokte.
In The Apprentice beweerde Trump dat hij de grootste vastgoedmagnaat van New York was en Miss Universe organiseerde. Over zijn faillissementen zweeg hij uiteraard in alle talen. De generiek toonde Trump in zijn helikopter, op de tonen van For the Love of Money van The O’Jays.
Toen Burnetts crew Trump Tower bezocht om de opnamen voor te bereiden, schrokken ze. Het gebouw, op dat moment 20 jaar oud, zag er niet uit. De meubels waren versleten, de tapijten stonken. Ze besloten om Trumps directiekamer te bouwen in een studio op een leegstaande verdieping van de toren.
Trump speelde het spel goed. Hij zette deelnemers met de woorden ‘You’re fired’ aan de deur, en maakte daarbij onverwachte keuzes, waardoor de programmamakers enkele keren met terugwerkende kracht negatieve elementen over de ontslagen kandidaat-apprentice moesten inlassen. ‘Trumps onvoorspelbaarheid, een ondeugd in zaken, bleek een deugd voor televisie’, schrijven Buettner en Craig. The Apprentice werd een jarenlang succes, en Trumps imago werd opgeblonken.
Niet alleen zijn imago. Met The Apprentice kreeg Trumps zakenleven een nieuwe impuls. Burnett had bedongen dat Trump en hij, naast hun weekvergoeding, ook de rechten op het productplacement mochten behouden (ieder de helft). Dat bracht gaandeweg meerdere miljoenen per uitzending op. Buettner en Craig berekenden dat Trump in zeven jaar 238,4 miljoen dollar had verdiend. Alleen maar door zichzelf te spelen.
De merknaam Trump werd weer aantrekkelijk, en werd door The Donald te gelde gemaakt. Zo was er Trump University, waar studenten zouden leren hoe ze net zo succesrijk konden worden als Trump. In werkelijkheid kregen de studenten zo weinig terug voor het hoge inschrijvingsgeld dat Trump veroordeeld werd tot een schadeloosstelling van 25 miljoen dollar.
De feitenvrije bubbel
Buettner en Craig beschrijven Trumps carrière als het tegenovergestelde van wat hij er zelf over vertelt. Trump wijst er bij elke gelegenheid op dat hij een selfmade miljardair is, die een bewonderenswaardig bedrijf heeft opgericht, en die alles wat hij aanraakte in goud veranderde.
De werkelijkheid is, stellen de auteurs, dat hij bakken geld van zijn vader heeft gekregen en heel veel dure misstappen heeft begaan.
Behalve door zijn vader is hij ook gered door The Apprentice. Dankzij dat programma kon hij zijn blazoen oppoetsen en zijn politieke carrière lanceren.
Trumps zakelijke carrière, The Apprentice en zijn politieke carrière hebben één ding gemeen: ze speelden/spelen zich af in een feitenvrije bubbel. Als zakenman, schrijven Buettner en Craig, beschermde hij zijn bubbel door het vervolgde slachtoffer te spelen en dissidente stemmen (journalisten) af te serveren door hen te belasteren en kwalijke motieven toe te kennen. The Apprentice verstevigde de bubbel, en maakte van Trump een product dat nationaal vermarkt kon worden. En op politiek niveau houdt de rechtse mediabubbel Trumps alternatieve realiteit in stand.
Het was geen toeval dat de Democratische presidentskandidate Kamala Harris in haar recente televisiedebat met Trump die bubbel aanvocht. ‘Niet iedereen krijgt 400 miljoen dollar op een zilveren schotel aangeboden en vraagt vervolgens zes keer een faillissement aan’, zei ze. Die 400 miljoen dollar ging terug op een optelsom die The New York Times in 2018 gemaakt had.
Trump reageerde terstond: ‘Ik kreeg geen 400 miljoen. Ik wilde dat het zo was. Ik kreeg een fractie van dat bedrag, een kleine fractie, die ik heb uitgebouwd tot vele miljarden dollars, vele, vele miljarden.’
Russ Buettner & Susanne Craig, Lucky Loser, Penguin Random House. 528 blz., 35 euro.
Amerikaanse verkiezingen 2024
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier