‘Als zes weken lang de enige interactie met mensen in levenden lijve bestaat uit toevallige, haastige ontmoetingen op straat, dan voelt alles wat daarvan afwijkt clandestien’, schrijft Lia Van Bekhoven over de coronamaatregelen vanuit Londen.
Ik ging deze week voor het eerst sinds Engeland 23 maart op slot ging, bij vrienden op de koffie. Met volledige inachtneming van de nieuwe regels van ‘het Nieuwe Normaal’. In Londen betekende dat door een nauwelijks gebruikte garagedeur een tuin instappen, vervolgens achter een klein tafeltje gaan zitten, waarna mijn vrienden die aan gene zijde van de appelboom aan een tafel van normale omvang zaten en ik een half uur naar elkaar schreeuwden. Want de choreografie van de corona-etiquette is wel een ding, hoor. Het gaat te ver te zeggen dat ik na afloop naar huis huppelde, maar het was energiegevend, zelfs enthousiasmerend om In Real Life (IRL) contact te hebben gehad.
Het voelde ook ongemakkelijk. De regel gebiedt binnen te blijven totdat de muren op je afkomen. Of de melk op is. Of je je baan niet aan de keukentafel kunt uitoefenen. In zulke gevallen is het toegestaan jezelf een keer per dag uit te laten. Bijpraten met derden valt daar niet onder. Als zes weken lang de enige interactie met mensen in levenden lijve bestaat uit toevallige, haastige ontmoetingen op straat, dan voelt alles wat daarvan afwijkt clandestien. En gevaarlijk. Het gezonde verstand zegt dat een cappuccino op een winderig gazon de kans op besmetting nauwelijks verhoogt, maar je rationele wezen vecht om gehoord te worden.
Lockdown in Groot-Brittannië: de frustratie neemt toe, maar de gehoorzaamheid is groter.
Zo werkt overheidspropaganda. Dagelijks is het erin gehamerd. ‘Blijf thuis, red levens, red de NHS gezondheidszorg’. De boodschap, simpel en effectief, werkte. Misschien wel te goed. Er is angst in Downing Street dat zelfs als het licht op groen gaat en de Britten als Japanse soldaten na de tweede wereldoorlog met knipperende ogen tegen het daglicht de deur uit mogen, ze zullen verkiezen om het niet doen.
De Britten zijn van alle getoetste volkeren, de grootste voorstanders van de lockdown. Eind april vond maar 23% dat de economie weer kon worden opgestart als het virus nog niet helemaal bedwongen was. In andere landen lag het percentage hoger. Bijna 80% van de Britten is tegen versoepeling van de noodmaatregelen voor scholen, kroegen en restaurants. Zelfs als ministers zeggen (wat ze nog niet doen) dat beperkingen op het openbaar vervoer kunnen worden opgeheven, zal meer dan 60% de metro en dubbeldekker mijden. Ruim 40% aarzelt te gaan winkelen of de kinderen naar school te brengen, mocht Londen daartoe besluiten.
Niet dat de Britten masochisten zijn. Miljoenen ouders zijn hun huisarrest spuugzat. De frustratie neemt toe, met misschien wel onherroepelijke gevolgen voor de mentale gezondheid van de meest fragiele burgers. Drie miljoen mensen wonen in huishoudens waarvan sinds de coronacrisis, tenminste een persoon dagelijks zonder eten naar bed gaat. Hulpdiensten voor huishoudelijk geweld noteren een stijging in telefoontjes van 49%.
Maar de gehoorzaamheid is groter. De Londense universiteit King’s College verdeelde de Britten in drie groepen. De grootste groep van 48% accepteert de lockdown en kan er goed mee leven. De tweede groep, 44%, is nerveus, bang of depressief maar houdt zich wel aan de afspraken. De derde groep neemt de pandemie niet serieus, vindt de overheidsmaatregelen overdreven en is geneigd ze te negeren. De rebellen tellen 9%.
De Britten hebben zich gevoegd naar de nieuwe normen. Ze pasten zich aan en kozen de weg van de minste weerstand. Er zijn mensen beboet voor samenscholingen. Politie met megafoons hebben wandelaars in parken en aan kustplaatsen gewaarschuwd niet op bankjes te zitten. Maar het zijn incidenten. Ze zijn de uitzonderingen op de nieuwe gedragsregel. Treinen en bussen blijven leeg. Scholen gesloten. Sportwedstrijden afgelast. Vliegvelden stil. Winkels dicht.
Nergens in Europa is het dodencijfer van covid-19 groter dan in het VK. Het virus, ‘de sluipmoordenaar’ volgens de Britse premier, ligt overal op de loer. Zelfs in Downing Street. Als het landelijk psychodrama van de met de ziekte getroffen Boris Johnson een ding duidelijk maakte was dat niemand veilig was. De hele natie, voelt het, verkeert in staat van beleg.
Behalve het hoge sterfgetal braken de Britten nog een record. Het vertrouwen in de regering is torenhoog. Stond het in januari nog op 36%, vandaag scoort de overheid in Londen een dikke 60%. Nergens zou het vertrouwen in gezagsdragers groter zijn dan in het VK, volgens de jaarlijkse, internationale barometer van de Edelman Stichting.
Johnson verkeert in een benijdenswaardige positie. De kiezers zijn volgzaam en geloven hem op zijn woord. Beter gaat het niet worden. Downing Street maakt zich zorgen dat de treinen leeg blijven, de cafés verlaten en de bouw stil als Groot-Brittannie volgende week voorzichtig van het slot gaat. Volgens mij is die angst is onterecht. Het wachten is op een knip van bestuurlijke vingers. Want als de peilingen gelijk hebben gaan de Britten gewoon weer aan werk als BoJo dat zegt.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier