Lieven Buysse
‘Labour wint forse meerderheid maar de aardverschuiving ligt elders’
‘De nieuwe Britse premier Keir Starmer krijgt heel wat armslag, maar er zijn ook angels aan dat mandaat’, schrijft Lieven Buysse over de uitslag van de verkiezingen in het Verenigd Koninkrijk. ‘Deze uitslag moet de twee dominante partijen aan het denken zetten.’
Het was al lang geen verrassing meer: de Labourpartij van Keir Starmer behaalt een forse meerderheid in het Britse Lagerhuis en mag de komende vijf jaar regeren. Met goed 60 procent van de zetels krijgt Starmer heel wat armslag, maar er zijn ook enkele angels aan dat mandaat. Tegelijk moeten de verliezende Conservatieven zichzelf in de komende legislatuur gaan heruitvinden.
De paradox van deze overwinning is dat Labour een gigantische meerderheid behaalt maar dan wel met het kleinste stemmenaandeel ooit voor een regerende partij (33%). Labour heeft de verkiezingen niet gewonnen; de Conservatieven hebben ze verloren.
De gigantische zetelwinst voor Labour wordt overschaduwd door haar zo goed als stagnerende stemmenaandeel (+1,6%), terwijl de Conservatieven hun aandeel met 20 procent zien dalen. Veel van die stemmen gingen dus niet naar Labour maar naar Reform van Nigel Farage, dat door het Britse kiessysteem niettemin strandt op vier zetels.
Omdat Starmer zijn mandaat ontleent aan de afkeer voor de Tory’s, moet hij meteen momentum creëren voor een beleid dat expliciet de zorgen van de doorsnee Brit voor ogen heeft. Die zag de voorbije 14 jaar de gezondheidszorg nog meer in het gedrang komen, lonen stagneren, de koopkracht dalen, het milieu verloederen, de vluchtelingenproblematiek toenemen… Die erfenis is zwaar.
Na jaren van besparingen de publieke sector weer zuurstof geven, kost aardig wat ponden, en dat is maar een van de vele werven. In de campagne nam Starmer weinig risico’s opdat hij zoveel mogelijk centrumkiezers zou overtuigen. Daardoor valt moeilijk uit te maken of hij de juiste remedies weet te vinden voor de zere plekken die Reform heeft aangewezen (migratie op kop) zonder de linkse idealen van Labour te verloochenen. Eén potentieel hoofdpijndossier blijft Starmer alvast bespaard: door het belabberde resultaat van de Schotse nationalisten zit het dossier van Schotse onafhankelijkheid weer even in de koelkast.
Voor de Conservatieven wacht een tocht door de woestijn. Ze beroemde zich altijd op haar aura van betrouwbaarheid als verantwoordelijke bestuurspartij die geen gekke economische avonturen zou aangaan, maar lag zelf aan de basis van jarenlange politieke chaos, een beschadigd internationaal imago en economische volatiliteit. Ook de cultuur van arrogantie, zelfgenoegzaamheid en zelfbediening in en rond Downing Street bracht de Tory’s veel schade toe.
Al sinds het Brexitreferendum zijn de Conservatieven hopeloos verdeeld, met een meer radicale vleugel die stelselmatig in gewicht toenam. De verleiding zal groot zijn om nog meer op haar recepten in te zetten in de hoop zo Reform wind uit de zeilen te nemen. Maar dat is precies hoe de Tory’s de verkiezingen verloren hebben. Theresa May werd gedwarsboomd door haar meer extreme partijgenoten, Boris Johnson, Liz Truss en (in mindere mate) Rishi Sunak werden door hen opgehemeld, maar het leidde enkel tot chaos.
De zoektocht naar een nieuwe partijleider wordt lastig, want de opties zijn beperkt door de fors uitgedunde fractie. Aan de andere kant verloren nogal wat Conservatieve tenoren hun zetel (van oud-premier Liz Truss over Brexitfanaat Jacob Rees-Mogg tot defensieminister Grant Shapps) waardoor ze minder sterk op het proces kunnen wegen, wat een nieuwe dynamiek teweeg kan brengen. Hoe dan ook moet de partij uit een volstrekt ander vaatje gaan tappen, en niet langer kiezen voor de luidste roepers maar voor een verbindende figuur die degelijkheid uitstraalt, de partij kan hervormen en wervende oppositie kan voeren.
Een partij in crisis keert vaak terug naar haar fundamenten om zichzelf heruit te vinden. Ook dat wordt een bijzondere uitdaging voor een partij die massaal kiezers verloren heeft na enkele jaren van oer-Conservatief beleid en een campagne die draaide rond thema’s zoals belastingverlagingen en terugkeer naar traditionele waarden. Net zoals Starmer moeten ook de Tory’s hun ideologische basis zien te verzoenen met wat de burger echt bezighoudt. Willen de Britten bv. echt een kleinere overheid, of willen ze een efficiënte overheid die voorziet in kwaliteitsvolle betaalbare gezondheidszorg, degelijk onderwijs, minder voedselbanken, …?
De Britse verkiezingen lijken een aardverschuiving te hebben veroorzaakt, maar die beweegt niet naar winnaar Labour maar keert de twee traditionele grote partijen eerder de rug toe. Samen overtuigden Labour en de Conservatieven – voor het eerst in 100 jaar – minder dan 60 procent van de kiezers. Dat een protestpartij als Reform, die tot voor enkele weken nauwelijks kandidaten had, daar volledig de vruchten van plukt, moet de twee dominante partijen aan het denken zetten over waar de kiezer echt om geeft en hoe ze positieve verandering kunnen teweegbrengen in een onvolmaakte maatschappij.
Degelijk beleid dat stabiliteit garandeert en de zorgen van elke Brit ernstig neemt, is de enige remedie tegen goed klinkende maar al te simplistische recepten aangereikt door extremen. En dat is niet enkel in het Verenigd Koninkrijk zo.
Lieven Buysse is hoogleraar Engelse taalkunde en Britse cultuur aan de KU Leuven Campus Brussel.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier