Kroongetuige tegen Trump in haar boek: ‘Zijn stafchef vroeg me: zou je een kogel nemen voor hem?’
In haar boek ‘Enough’ beschrijft Cassidy Hutchinson het moeilijke proces dat haar van superfan van Trump veranderde in de kroongetuige tegen hem. Het was de spiegeltest die de doorslag gaf: ‘Ben je tevreden met wat je ziet in de spiegel?’
Cassidy Hutchinson is nog altijd maar 26 jaar. Ze was een jonge twintiger toen ze in het Witte Huis belandde als ‘oren en ogen’ van stafchef Mark Meadows. Meadows was de rechterhand van Donald Trump, zij was de rechterhand van Meadows.
In juni 2022 lokte haar getuigenis voor de parlementscommissie rond de bestorming van het Capitool 13 miljoen kijkers. Het wás beklijvende televisie: een jonge vrouw in een wit jasje uit de Zara, die van naaldje tot draadje uitlegde wat er op 6 januari 2021, de dag dat het Capitool werd bestormd, was gebeurd.
Zo vertelde ze dat Donald Trump op de hoogte was gebracht dat een deel van zijn aanhang gewapend was. Toch beveelde hij om de metaaldetectoren te verwijderen, zodat meer bezoekers zijn podium konden bereiken: ‘Laat mijn mensen toe. Ze zijn hier niet om mij te schaden’.
In dezelfde tent aan de meeting waar ze hoorde dat Trump dit verkondigde – dit voegt ze in haar boek toe – voelde ze hoe de ‘ijskoude vingers’ van Trumps advocaat, Rudy Giuliani, onder haar rok gingen. Ze worstelde zich moeizaam vrij (Giuliani ontkent dat dit gebeurde).
Trump wou, zoals hij aan zijn aanhang had beloofd, naar het Capitool. Hij stapte in het presidentiële voertuig, The Beast. De veiligheidsdiensten weigerden hem te brengen, waarna het tot een handgemeen kwam en Trump het stuur probeerde te grijpen om ‘The Beast’ alsnog op koers te houden naar het Capitool. Van dat laatste hoorde Hutchinson het verslag van twee betrokkenen, die zelf naderhand voor de commissie volhielden dat ze zich hiervan niets herinnerden.
Dat was ook wat Hutchinson tijdens eerste ondervragingen door de parlementscommissie zelf had volgehouden: dat ze zich de dingen niet herinnerde. Haar eerste advocaat werd vanuit ‘Trumpwereld’ betaald, en raadde haar aan zo weinig mogelijk te zeggen, en zich naar believen dingen NIET te herinneren. Dat is iets anders dan liegen, probeerde hij haar duidelijk te maken.
Tijdens die eerste ondervragingen, begin 2022, was ze nog niet helemaal los van wat ze omschrijft als ‘Trumpwereld’. Ze was blut, ze kon haar huur en haar internet niet langer betalen, laat staan een advocaat in het dure Washington. Ze verwelkomde de Trumpadvocaat, die weigerde te zeggen hoe hij precies betaald werd, maar die duidelijk verslag uitbracht aan ‘Trumpwereld’ over haar gedrag tijdens de ondervragingen. Hij paaide haar. Ze waren tevreden over wat ze (niet) zegde, het zou haar snel een goedbetaalde baan opleveren.
Bloedende harten
Hutchinson was een trage anti-Trumpster.
Ze was als fan begonnen. Ze is afkomstig uit New Jersey, werd de eerste in haar familie die naar de universiteit ging. Haar bescheiden en gescheiden ouders waren apolitiek. Haar vader dweepte met Trump, maar dan omwille van zijn tv-programma The Apprentice, dat hem zakelijke inspiratie opleverde (niet dat pa Hutchinson ooit welvarend werd). Ze suggereert dat er ook nogal wat karakteriële gelijkenissen zijn tussen haar vader en Trump – onder andere op het vlak van wreedheid en krenterigheid. Hij stuurde haar na de scheiding een cadeau: twee bloederige harten van vers door hem geschoten herten, verpakt in aluminiumfolie.
Zijzelf was gefascineerd door de politieke wereld, en in de ban van de eerste politieke meeting van Trump die ze bijwoonde, en de manier waarop hij zijn publiek in de ban hield.
Ze zag de politieke wereld als haar toekomst, en werkte zich in de belangstelling via een stage in het Capitool. Ze kon vervolgens aan de slag op de juridische afdeling van het Witte Huis.
Ze maakte indruk op een aantal Republikeinse kopstukken, waaronder toenmalig parlementslid Mark Meadows en de huidige speaker Kevin McCarthy.
Toen Meadows eind maart 2020 stafchef van Trump werd, maakte hij van Hutchinson zijn rechterhand. Hij wou, zei hij, dat ze ‘zijn ogen en oren’ zou worden.
Dat bleek ook letterlijk bedoeld. Het Witte Huis zat met een probleem van perslekken. Men legde valstrikken om de daders te betrappen.
Hutchinson beschrijft de chaos en de staat van permanente crisis van het Witte Huis, de paranoia, de heksenketel van verzoeken, de onmogelijkheid om ongewilde bezoekers buiten of weg van de president te houden.
Ook na 6 januari – toen vele medewerkers hun ontslag indienden – bleef ze trouw op post in het Witte Huis. Ze beschouwde degenen die hun ontslag gaven als ‘niet loyaal’, zei ze in een interview naar aanleiding van haar boek. Ze zag de bestorming van het Capitool als ten dele haar fout (en die van Meadows). Ze hadden Trump niet kunnen beschermen tegen de gekke figuren die zijn hoofd op hol brachten met valse theorieën, terwijl hij diep vanbinnen wel wist dat de verkiezingen niet gestolen waren. Ze hoopte ook na de machtswissel in dienst te blijven van Trump. Ze zou met hem meereizen naar Florida en van daaruit voor hem werken.
Maar na 6 januari was ze niet langer boven verdenking verheven, ze was niet langer enthousiast genoeg over Trump, ze liet naar haar zeggen openlijk blijken wat ze dacht over de gebeurtenissen van 6 januari. Ze werd nog wel gepaaid met een contractverlenging van 6 maanden – in Washington, niet in Florida – maar daarna stond ze op straat en wachtte ze, met toenemende stress en toenemende geldnood, op de ondervraging voor de commissie.
Troost van Watergate
Die ondervragingen vormden het kantelpunt. Ze geraakte meer en meer gefrustreerd met haar ‘Trumpadvocaat’, terwijl zij vond dat de waarheid wel verteld mocht worden. Ze kon niet bevatten hoe ‘zich niet herinneren’ verschillend was van liegen. De advocaat raadde haar aan gewoon niet op te dagen voor een volgende ondervraging door de commissie. Dat zag ze niet zitten.
Een vriend raadde haar tijdens een telefoongesprek de spiegeltest aan. ‘Staat het je aan wat je ziet in de spiegel? En ik bedoel niet je uiterlijk. Respecteer je de persoon die je bekijkt? Want je gaat die persoon de rest van je leven moeten aankijken.’ Nog tijdens het gesprek stond ze voor haar spiegel en wist ze dat er verandering nodig was.
Het tweede element dat haar over de streep trok, was Alexander Butterfield, de man die, zoals zij, de rechterhand van de stafchef van een president was geweest. In het geval van Butterfield was de president Richard Nixon. Mede door Butterfields getuigenis over de opnameapparatuur van Nixon in het Witte Huis moest de president uiteindelijk aftreden. Ze verslond naar haar zeggen het boek dat Bob Woodward over Butterfield schreef, The Last of the President’s Men, en vond troost in het besef dat hij na zijn getuigenis en na de afwikkeling van het Watergateschandaal innerlijke vrede had gevonden, en vooral: zich niets had beklaagd.
Het ging plots snel. Om naar de titel van haar boek te verwijzen: het was ‘genoeg’ geweest.
Begin juni 2022 had ze officieel nog de Trumpadvocaat aan haar zijde, die probeerde haar het zwijgen op te leggen in het belang van ‘de baas’. Eind juni getuigde ze tegen die baas, en werd ze op klassieke Trumpiaanse manier door The Donald uitgespuwd. Hij had haar nauwelijks gekend, liet hij weten, en ook: ze zinde op wraak nadat ze vergeefs om een baan in Florida had gesmeekt – hij had persoonlijk haar aanwerving verhinderd. Anderen uit Trumpwereld deden ineens alsof ze niets kon weten omdat ze zo’n onbeduidende figuur in het Witte Huis was geweest.
Dat Trump haar nauwelijks heeft gekend, of dat ze onbeduidend was, is gelogen, blijkt uit foto’s en beschrijvingen uit het boek. Dat ze aan de slag wilde voor Trump in Florida was dat niet. Die baan was haar beloofd en hoewel ze, schrijft ze, na 6 januari heel gemengde gevoelens had, wilde ze nog altijd verhuizen naar Florida en haar werk voor Trump verderzetten. Het duurde anderhalf jaar om haar van die gedachte af te brengen, legt ze uit. Ze blijft een overtuigd Republikein, maar intussen is ze tot de conclusie gekomen dat Trump ‘de grootste bedreiging voor onze democratie’ vormt, zoals ze een paar dagen geleden aan CNN verklaarde.
Het boek bevat een massa materiaal over 6 januari, toen ze gevangen zat tussen de baas, Trump, die instemmend voor zijn tv-scherm zat terwijl de massa de kop van vicepresident Pence eiste (‘Hang Mike Pence’) en stafchef Mark Meadows, die in opperste lijdzaamheid naar zijn telefoon zat te staren. Meadows had haar een paar dagen eerder – op 3 januari – gezegd dat Trump wel wist dat ‘het voorbij was. Hij weet dat hij verloren heeft, maar we blijven proberen’. Op diezelfde derde januari werd in het Witte Huis gesproken over de verwachte aanwezigheid van extreemrechtse milities, zoals de Proud Boys, de Oath Keepers en de Boogaloo Bois, tijdens de manifestaties van 6 januari. Ze was zelf niet aanwezig tijdens die gesprekken, maar hoorde wel dat de groepen na afloop van de vergadering nog bediscussieerd werden.
Ze interpreteert die gesprekken niet. Het blijft tot nu onopgehelderd wat de relatie was tussen de milities en het Witte Huis en of er coördinatie bestond met de groepen die een cruciale rol speelden bij de bestorming van het Capitool.
De geur van kampvuur
Meadows was fysiek afwezig toen Trump op 18 december 2020 de ‘hardliners’ en ‘crazy’s‘ over de vloer kreeg, velen onaangekondigd. Ze adviseerden hem om de noodtoestand en staat van beleg uit te roepen. Enkele dagen eerder had Trump overwogen om het leger in te zetten om kiesmachines in beslag te laten nemen. Nu werd er opnieuw aan het leger gedacht voor een ingreep. Het was ondenkbaar tot het werd voorgesteld, en tot Trump de gedachte niet meteen afwees. Bleek dat Trumps advocaat Rudy Giuliani zich voor een keer bij de juridische dienst van het Witte Huis aansloot en weerwerk bood. Maar de zaak was niet gewonnen, en Trump wou die avond/nacht nog een tweede vergadering beleggen. Hutchinson probeerde haar baas op te trommelen, wat na lang proberen, en na de mededeling dat zelfs Giuliani het te gek vond, lukte.
Het plan werd afgevoerd. Maar luttele uren later lanceerde Trump zijn oproep om op 6 januari te manifesteren: ‘Be there. Will be wild‘.
Meadows, die ze eerst bewonderend beschrijft, zakte gaandeweg in haar achting. Hij begon haar te beliegen. De laatste maanden wantrouwde hij haar als een mogelijke bron van gelekte informatie.
‘Zou jij een kogel nemen voor hem?’ vroeg hij haar in Air Force One tijdens de verkiezingscampagne 2020, doelend op de president. Ze probeerde de vraag weg te lachen: ‘Zeker, maar mag het in mijn been zijn?‘ En ze stelde de wedervraag: ‘Zou jij het doen?’
Meadows: ‘Ik zou alles doen om hem opnieuw verkozen te krijgen’.
Ze was zo ontdaan door de vraag, dat ze het gesprek meteen doorvertelde aan een fotograaf die meereisde in de persgroep. Die zei: ‘Hij hoort je dat soort dingen niet te vragen’. ‘Ik dacht’, schrijft ze: ‘hij begrijpt niet hoe belangrijk loyauteit is’.
(lees verder onder de preview)
Na de verkiezingen, en met name sinds december, begon Meadows systematisch papieren te verbranden in het haardvuur van zijn kantoor. Als ze zijn kantoor betrad ‘om hem een pakje of zijn lunch te overhandigen’, was hij bezig met papieren te verbranden. Hij vergewiste zich ervan dat de papieren vuur hadden gevat, vooraleer hij weer opkeek. In januari kreeg ze een klagende echtgenote van Meadows op bezoek met het verzoek ‘alsjeblieft dat haardvuur niet langer aan te steken. Mark moet niets meer verbranden. Al zijn pakken ruiken naar kampvuur, en ik kan het niet bijhouden met de droogkuis’.
De dagen na 6 januari waren onder meer opmerkelijk omwille van de gratieverzoeken. Talloze bekenden wilden dat Trump hen gratie verleende, in sommige gevallen preventieve gratie voor misdrijven die nog voor de rechtbank konden komen.
Bij de gegadigden waren onder meer Matt Gaetz, een Congreslid uit Florida tegen wie een onderzoek liep wegens betaalde seks met een minderjarige (de zaak is intussen zonder gevolg geklasseerd) en Kimberly Guilfoyle, de vriendin van Trumps zoon Donald jr. Guilfoyle zocht vergeefs gratie voor haar gynaecoloog. Hutchinson legt niet uit wat de gynaecoloog mispeuterd kon hebben.
De publieke getuigenis van Hutchinson voor de parlementaire onderzoekscommissie kwam authentiek, zelfverzekerd en geloofwaardig over, al was ze vooraf zo nerveus dat ze tot het laatste moment had overwogen om niet te getuigen, schrijft ze. In haar boek komt ze even geloofwaardig over. Delen van haar getuigenis worden aangevochten door Trumpwereld, maar de ontkenningen zijn afkomstig van mannen die zich verbergen achter een haperend geheugen of presidentieel privilege om niet zelf uit de biecht te moeten klappen.
Sinds haar getuigenis heeft Cassidy 15 maanden in afzondering geleefd. Trumpwereld was voldoende kwaad op haar om te vrezen voor een aanslag. De komende maanden zal ze wellicht getuigen in meerdere van de rechtszaken die tegen de gewezen president lopen.
En waarom wilde Trump op 6 januari per se zelf naar het Capitool?
In het boek wil Hutchinson niet speculeren, maar op vraag van publieke omroep PBS deed ze dat wel:
‘Niet om nog een toespraakje te houden. Hij wist welke impact zijn aanwezigheid zou hebben.’ Zijn woorden, zei ze in hetzelfde interview, ‘hebben de kracht om mensen op stang te jagen, tot geweld te bewegen’.
Enough, Cassidy Hutchinson, 384 pagina’s, Simon & Schuster.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier