Komt Belgische steun in handen van Hamas?
Meteen na de terreuraanslag van Hamas werd de ontwikkelingssteun en humanitaire hulp aan Palestina op veel plaatsen ter discussie gesteld, in Europa, maar ook in Vlaanderen.
Meteen na de terreuraanslag van Hamas werd de ontwikkelingssteun en humanitaire hulp aan Palestina op vele plekken ter discussie gesteld. Eurocommissaris Olivér Várhelyi kondigde aan dat Europa de geldkraan naar Palestina zou dichtdraaien, maar hij werd door zijn oversten én het gros van de lidstaten teruggefloten. Oostenrijk schortte zijn steun op, Duitsland onderzoekt of het zijn hulp wil herbekijken.
Ook in Vlaanderen gaan er bij het Vlaams Belang en de N-VA zulke stemmen op. Beide partijen wijzen daarvoor naar 2021, toen de Israëlische veiligheidsdiensten beweerden dat er Europese en Belgische middelen zouden terechtkomen bij het Volksfront voor de Bevrijding van Palestina, een organisatie die op de Europese lijst van terroristische organisaties staat.
Maar zowel het departement Ontwikkelingssamenwerking van de FOD Buitenlandse Zaken als de Belgische veiligheidsdiensten vonden daar na intern onderzoek geen bewijs voor. Ook andere landen en de Europese auditdienst OLAF vonden geen bewijs voor de Israëlische aantijgingen.
(Lees verder onder de preview)
Negen projecten
België geeft ontwikkelingssteun voor de lange termijn en humanitaire hulp voor de korte termijn aan Palestina. Dat zijn in principe twee aparte geldstromen, maar omdat er in Palestina een langgerekte noodsituatie heerst, lopen die twee weleens door elkaar. Voor de bilaterale ontwikkelingssteun, van 2022 tot en met 2026 goed voor 70 miljoen euro, is het Belgische agentschap ENABEL verantwoordelijk, dat zowel rechtstreeks met de Palestijnse Autoriteit op de Westelijke Jordaanoever als via de Verenigde Naties en de Europese Unie werkt.
Momenteel gaat het om negen projecten rond bijvoorbeeld onderwijs en verduurzaming, waaronder enkele in de Gazastrook. De uitvoering van de projecten in Gaza ligt momenteel stil door de situatie op het terrein. In de Gazastrook betaalt ENABEL bovendien geen btw op de uitvoering van projecten met Belgische steun, zodat Hamas via omwegen geen geld kan ontvangen. Samenwerken met Hamas is uit den boze, dat moet de zogenaamde no contact policy en een strikte integriteitscode garanderen.
Voor de humanitaire hulp werkt het departement Ontwikkelingssamenwerking samen met multilaterale organisaties en Belgische en internationale ngo’s, die na een eigen doorlichting en goedkeuring van het departement Ontwikkelingssamenwerking met lokale partners kunnen samenwerken. Daarvoor staat Brussel in nauw contact met het Belgische consulaat-generaal in Jeruzalem, dat ter plaatse opvolgingsbezoeken doet aan de projecten.
(Lees verder onder de preview)
Strenge controles
De Belgische middelen vloeien zowel naar de Westelijke Jordaanoever als naar de Gazastrook, waar Hamas de plak zwaait. Kan Hamas daarvan profiteren? Geen sprake van, zegt bevoegd minister Caroline Gennez, want op al het steungeld worden strenge controles uitgevoerd. Zo moeten ngo’s eerst een screening ondergaan om geaccrediteerd te worden, een voorwaarde om subsidies te kunnen krijgen. Daarin wordt onder andere gecontroleerd of ze een performant en transparant boekhoudingssysteem hebben en gecontroleerd worden door een bedrijfsrevisor. Zodra ze Belgisch geld ontvangen, vinden er naast verplichte jaarlijkse rapporten en externe evaluaties ook financiële controles en externe audits plaats.
Levenslijn
Maar hoe wordt dat dan ter plaatse gecontroleerd? ‘In Palestina worden geen gewone audits gedaan, maar wel wat men “forensische audits” noemt’, vertelt Martine Van de Velde, die als onafhankelijk evaluatie-expert ontwikkelingssteun en humanitaire hulp in conflictgebieden controleert. ‘Forensische audits zijn veel rigider. Wij gaan op het terrein nauwgezet na of het geld efficiënt besteed wordt en in de juiste handen terechtkomt. Wij draaien letterlijk elke rekening om.’
Van de Velde zegt dat er geen aanwijzingen zijn dat Hamas met Belgisch belastinggeld aan de haal gaat. ‘Dat is ook logisch: voor veel lokale ngo’s en hun medewerkers is ontwikkelingssteun door een gebrek aan werkgelegenheid een levenslijn. Ze kunnen het zich niet permitteren om zulke fouten te maken, want het gaat om hun broodwinning en die van hun familie. De grotere ngo’s kunnen zich evenmin fouten veroorloven, want als die aan het licht komen, wordt hun reputatie zwaar beschadigd. Daarom voeren ze zelf ook grondige inspecties uit.’
Alles oké dan?
Dat niet, zo blijkt uit een recente evaluatie over de Belgische humanitaire hulp in Palestina, inclusief de Gazastrook. De inhoudelijke opvolging van de humanitaire hulp in de Gazastrook gebeurt momenteel door een medewerker van het Belgische consulaat-generaal in Jeruzalem. Die medewerker heeft, aldus de evaluatie, niet altijd toegang tot het gebied omdat Israël beslist over de inreisvergunningen en omdat de algemene veiligheidssituatie in de Gazastrook het niet altijd toelaat.
‘Het ontbreken van een meer permanente aanwezigheid in Gaza beperkt het begrip van de context, partners en humanitaire interventies’, klinkt het in het document. Nochtans heeft ENABEL wél een vast kantoor en medewerkers in de Gazastrook, maar dat agentschap is alleen bevoegd voor ontwikkelingssteun en de monitoring ervan – en niet voor de humanitaire steun.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier