‘Kolonistenterrorisme’: Europese Commissie erg scherp over aanvallen op Westelijke Jordaanoever
De aanvallen van Israëlische extremistische kolonisten op de Westelijke Jordaanoever zijn sinds de terreuraanval van Hamas drastisch toegenomen. Israëlisch premier Benjamin Netanyahu laat het gebeuren, voor de Palestijnse Autoriteit is het op eieren lopen.
Terwijl het Israëlische leger verder oprukt in het noordelijke deel van de Gazastrook, nemen ook op de Westelijke Jordaanoever de spanningen in ijltempo toe. Na de terreuraanval van Hamas en tijdens het tegenoffensief van Israël lijken de kolonisten hun kans te ruiken om gebied op de Westelijke Jordaanoever in te nemen. Afgelopen zaterdag vielen Israëlische kolonisten Palestijnse olijfplukkers aan in het dorp al-Sawiya. Daarbij kwam een Palestijnse man om het leven. Midden oktober schoten Israëlische kolonisten ook al drie Palestijnen dood in Qusra, nabij de stad Nabloes.
Daarnaast waarschuwt het West Bank Protection Consortium, dat gefinancierd wordt door onder meer de Europese Unie, voor gedwongen verplaatsingen van de 300 Palestijnse inwoners van Susya – een dorpje dat Belgische diplomaten recent bezochten met Breaking the Silence, een ngo van Israëlische veteranen die een einde wil maken aan de kolonisatiepolitiek. Eerder deze week stelden Israëlische kolonisten de inwoners van Susya een ultimatum van 24 uur om hun huizen en gronden te verlaten. ‘Zo niet’, getuigen inwoners, ‘zouden de kolonisten hen doden’.
Het gaat om meer dan enkele incidenten. B’Tselem, het Israëlische informatiecentrum voor mensenrechten in de bezette gebieden, meldt dat Israëlische kolonisten de afgelopen drie weken een kleine 900 mensen hebben verdreven. Volgens de Verenigde Naties gaat het sinds 7 oktober om een stijging van 43 procent ten opzichte van de rest van dit jaar. Dat alles lijkt te passen binnen een bredere strategie: de Israëlische premier Benjamin Netanyahu gaf in juni zijn fiat aan de ultranationalistische minister van Financiën Bezalel Smotrich om de nederzettingenpolitiek op de Westelijke Jordaanoever gevoelig uit te breiden. Niet zelden krijgen de kolonisten daarom steun van het Israëlische leger.
‘Terrorisme’
In Europa blijven de gewelddadige aanvallen van de kolonisten niet onopgemerkt. Het Franse ministerie van Buitenlandse Zaken liet afgelopen zondag weten dat het ‘de aanvallen van de kolonisten sterk veroordeelt’ en roept Israël op om ‘onmiddellijk stappen te ondernemen om het Palestijnse volk te beschermen’. Intussen bekijkt de Europese Unie of ze al dan niet een gezamenlijke reactie kan overeenkomen om de nederzettingenpolitiek te veroordelen. De ambassadeurs van de lidstaten werden woensdag ontvangen op de Europese delegatie in Jeruzalem om de kwestie te bespreken.
De buitenlandwoordvoerder van de Europese Commissie – voorzitter Ursula von der Leyen zwijgt over de kwestie – kwam daarop met een duidelijke reactie: ‘De opleving van het kolonistenterrorisme op de Westelijke Jordaanoever heeft geleid tot een zeer hoog aantal burgerslachtoffers en Palestijnse gemeenschappen die uit hun huizen worden verdreven. De situatie kan uit de hand lopen en veroorzaakt onbeschrijflijk leed onder de lokale gemeenschappen. Er zijn dringende maatregelen nodig.’ De Commissie maakte die uiterst scherpe boodschap maandag ook persoonlijk over aan de Israëlische ambassadeur in Brussel en vraagt de lidstaten hetzelfde te doen.
(Lees verder onder de tweet)
Ook in de Verenigde Staten maakt men zich zorgen over de activiteiten van Israëlische kolonisten op de Westelijke Jordaanoever. De Amerikaanse president Joe Biden waarschuwde vorige week al dat de ‘hij gealarmeerd blijft door extremistische kolonisten die Palestijnen op de West Bank aanvallen’. ‘Zij gooien olie op het vuur en dat moet nu stoppen’, klonk het. Zijn veiligheidsadviseur Jake Sullivan bevestigde op de nieuwszender CNN dat die boodschap ook aan Netanyahu gericht is. ‘Dit is totaal onaanvaardbaar. We verwachten dat de Israëlische regering de extremistische kolonisten verantwoordelijk houdt.’
Hezbollah
Voor de Palestijnse Autoriteit van premier Mahmoud Abbas is het oppassen geblazen. Niet toevallig vernoemde Hamas zijn terreuraanval naar de al-Aqsa-moskee in de oude stad van Jeruzalem op de Westelijke Jordaanoever – het symbolische epicentrum van het Israëlisch-Palestijnse conflict. De Palestijnse Autoriteit wil vermijden dat Hamas vanuit het gebied een tweede front opent tegen Israël – de Hamasleider van het gebied, Salah al-Arouri, verblijft in Libanon, maar riep midden oktober de Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever op de wapens op te nemen.
Diezelfde al-Arouri probeert zich al langer te profileren als de leider van het verzet tegen Israël. Hij gaat er prat op dat Hamas op de Westelijke Jordaanoever dit jaar al een dertigtal Israëlische soldaten doodde, en dat ondanks de penibele financiële situatie waarin Hamas verkeert – volgens waarnemers is die interne machtsstrijd een van de redenen waarom Hamas tot de terreuraanval op 7 oktober overging. Met reden richtte Abbas na 7 oktober een crisiscomité op om de situatie op de Westelijke Jordaanoever zo veel mogelijk onder controle te houden.
Voor de Palestijnse Autoriteit is het dus op eieren lopen. Ze is dan wel aan de macht, maar ze is niet bepaald populair. Daarom vond Abbas het ook aartsmoeilijk om de terreurdaad van Hamas in de Gazastrook expliciet te veroordelen – dat zou de indruk wekken dat hij de kant van Israël kiest. Abbas moet daarom op zoek naar partners. Saoedi-Arabië bijvoorbeeld. Als Hamas er inderdaad op uit was om de constructieve toenaderingsgesprekken tussen Israël en Saoedi-Arabië te torpederen, kan de conclusie van Riyad niet anders luiden dan dat Hamas niet meer te vertrouwen valt. Voor de Palestijnse Autoriteit liggen daar kansen.
Dat alles staat of valt met de houding die Netanyahu en zijn regering ten opzichte van de kolonisten aannemen. Zijn zij er werkelijk op uit om de dreiging van Hamas op de Westelijke Jordaanoever en de door Iran gesteunde Hezbollah in Libanon wat te beheersen én de westerse steun tijdens de oorlog te behouden, dan kunnen ze de extremistische kolonisten op de Westelijke Jordaanoever maar beter tot de orde roepen. Dat zou de Palestijnse Autoriteit en Abbas ruimte bieden om een meer pragmatische houding aan te nemen en de oorlog niet nog verder te laten escaleren. De bal ligt in het kamp van Netanyahu.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier