Knack trok door de Westelijke Jordaanoever: ‘Het wordt hier stilaan onleefbaar’
Knack reisde embedded met de Europese Vertegenwoordiging bij de Palestijnse Autoriteit door de Westelijke Jordaanoever. Veel hoop op een tweestatenoplossing vonden we er niet, voldongen feiten des te meer. ‘Zonder Europa had Israël de Westoever al lang geannexeerd.’
Na vier dagen op de Westoever dringt zich een voorlopig besluit op. De Israëlisch-Palestijnse kwestie? Er is geen nieuws – en dat is meteen het slechte nieuws. We hebben met een groep journalisten staan aanschuiven bij checkpoints. We bezochten bedoeïenenclans die door nieuwe of zich steeds verder uitbreidende nederzettingen worden bedreigd. We reden over vierbaans autosnelwegen waar alleen gele of Israëlische nummerplaten toegelaten zijn, terwijl we in de verte de lokale wegen zagen waar auto’s met groene, Palestijnse nummerplaten lange files vormden voor alweer een volgende checkpoint. We telden zo veel muren, hekken en wachttorens dat we er ons oriëntatiegevoel bij verloren. We ontmoetten niet alleen Palestijnen maar ook Israëlische mensenrechtenactivisten die zich hardnekkig blijven verzetten tegen de al vijftig jaar aanslepende bezetting van de Westelijke Jordaanoever, een engagement dat almaar moeilijker valt in een land waar zowel de regering als de publieke opinie een forse ruk naar rechts heeft gemaakt. Van die regering of publieke opinie konden we geen poolshoogte nemen. We reisden op uitnodiging van de Europese Vertegenwoordiging bij de Palestijnse Autoriteit. Embedded, dus. Maar dat doet letterlijk noch figuurlijk afbreuk aan de muren die we hebben gezien.
Jonge Palestijnen herkennen zich niet in de huidige generatie leiders, en geloven niet in een tweestatenoplossing
Alaa Daraghme (fotograaf)
Het doel van deze intensieve kennismaking: aantonen waarom Europa in de tweestatenoplossing blijft geloven, en op welke verschillende manieren de Europese Unie bijdraagt tot het realiseren van die oplossing, die in de Oslo-akkoorden van 1993 is voorzien. Met veel geld, dat kunnen we nu al zeggen. De EU en de lidstaten pompen jaarlijks 1 miljard euro in de ontwikkeling van de Palestijnse gebieden. Maar daarmee is het punt niet gemaakt. Na vier dagen hebben we immers ook een leidraad ontdekt: alle Palestijnen, jong of oud, laag- of hoogopgeleid, spuwden Oslo uit als een slok verzuurde melk. Het geloof in een tweestatenoplossing brandt hier op een zeer laag pitje. Maar ook dat is oud nieuws.
En dan, op donderdag 12 oktober, op de terugweg naar Ramallah: breaking news! De Palestijnse bewegingen Fatah en Hamas hebben in Caïro een akkoord gesloten! Na tien jaar van bittere en bij momenten bloedige broederstrijd wagen Ramallah en Gaza een poging om hun vendetta bij te leggen. Hamas, door de Verenigde Staten en Europa als een terroristische organisatie bestempeld, draagt het bestuur over de strip over aan de Palestijnse Autoriteit van president Mahmoud Abbas. Binnen het jaar zouden er verkiezingen volgen, de eerste in elf jaar.
In Gaza zal de aangekondigde verzoening, die hoop op betere levensomstandigheden biedt, tot een volksfeest leiden. Niets daarvan in Ramallah, we zullen er vooral veel scepsis ervaren. Ook onze Palestijnse reisgezellen, lokale EU-medewerkers en journalisten, zonder uitzondering jong en goed opgeleid, lopen er niet warm voor. Kiezen tussen Fatah en Hamas? Aan religieus fundamentalisme hebben ze lak, het Fatah-regime noemen ze corrupt en autoritair. Vorige maand nog werden zes kritische journalisten opgepakt, vernemen we van fotograaf Alaa Daraghme. ‘Er is een enorm legitimiteitsprobleem’, zegt hij. ‘Jonge Palestijnen, zeg maar de overgrote meerderheid, herkennen zich helemaal niet in de huidige generatie leiders. Ze geloven ook niet in een tweestatenoplossing. Al wat ze wensen is een beter leven. Het is erg om te zeggen, maar velen zouden zelfs blij zijn met een statuut zoals dat van de Israëlische Palestijnen. Tweederangsburgers, maar wel in een functionerende staat.’
‘Eeuwig en ondeelbaar’
Mohamed Shamasneh (45) heeft andere zorgen aan zijn hoofd. Half september werd hij met zijn achtkoppige familie uit zijn huis in Sheikh Jarrah gezet, een Palestijnse volksbuurt in het hart van Oost-Jeruzalem. ‘Door de politie’, zegt hij. ‘Terwijl onze inboedel op een vrachtwagen werd geladen, zagen we hoe een Israëlische familie onze plaats innam.’ Ook zijn hoogbejaarde ouders verloren de residentie waar ze in 1964, onder Jordaans gezag nog, hun intrek namen. Sinds de Zesdaagse Oorlog in 1967 valt Oost-Jeruzalem onder Israëlisch bestuur, net als de Westoever en Gaza. In tegenstelling tot die laatste twee gebieden is Oost-Jeruzalem in 1980 wel officieel geannexeerd. Het herenigde Jeruzalem werd tot ‘eeuwige en ondeelbare’ hoofdstad van Israël uitgeroepen, een statuut dat niet door de beugel van het internationaal recht kan, en dat lijnrecht indruist tegen de Palestijnse claim op Oost-Jeruzalem als toekomstige hoofdstad van hun onafhankelijke staat.
Hoe ver die droom van de realiteit staat, kunnen we in Sheikh Jarrah vaststellen. Zestig jaar van actieve judaïsering heeft zijn doel niet gemist: intussen maken Israëlische kolonisten al 41 procent van de bevolking in Oost-Jeruzalem uit. De regering-Netanyahu IV, een uiterst nationalistische zespartijencoalitie met een grote inbreng van ultraorthodoxen en extreemrechtse kolonisten, heeft nog een tandje bij gezet. Complete woonblokken veranderden in nederzettingen of kantoorgebouwen, alleen al in deze buurt werden dit jaar vier grote projecten vergund waardoor 17 Palestijnse families worden bedreigd. Het lot van de familie Shamasneh is dan ook geen unicum: volgens de Norwegian Refugee Council (NRC) vechten nog 40 families tegen een nakende uithuiszetting. De Noorse ngo heeft een ploeg advocaten op de been die de families pro Deo bijstaat. Namen mogen we niet noemen. Te delicaat, in een land waar de regering er alles aan doet om ngo’s met buitenlandse financiering als staatsvijandig te brandmerken. Dat werkt, heeft een Israëlische medewerkster ondervonden. ‘Het klimaat wordt stilaan onleefbaar’, zegt ze. ‘Wie tegen de bezetting durft op te komen, wordt meteen als landverrader of zelfhatende Jood weggezet. In mijn familie of op de school van mijn kinderen loop ik er niet mee te koop. Als ze vragen wat ik doe, antwoord ik dat ik aan de universiteit werk.’
Wie tegen de bezetting durft op te komen,wordt meteen als zelfhatende Jood weggezet.’ Een Israëlische medewerkster van NRC
Behalve delicaat is het werk van de NRC-advocaten vooral moeilijk. ‘Israël heeft een heel arsenaal aan wetten en regels om uithuiszettingen te legitimeren’, zegt een woordvoerder. ‘Zo is er een wet die Israëli’s toelaat eigendommen te claimen die hun familie voor de Jordaanse bezetting (1949-’67) in bezit had. Dat gebeurt lang niet altijd spontaan: er zijn organisaties die nabestaanden in de hele wereld opsporen en aanmoedigen om zo’n claim in te dienen. Het spreekt vanzelf dat het omgekeerde niet kan; Palestijnen moeten er niet aan denken in Israël eigendommen op te eisen die ze in 1948 zijn verloren.’ Ook met het aanvechten van afbraakorders hebben ze de handen vol. Een derde van de Palestijnse woningen is zonder vergunning gebouwd, ook al omdat het voor Palestijnen haast onmogelijk is om zo’n vergunning te verkrijgen. Volgens de Noorse ngo lopen daardoor zo’n 100.000 Palestijnen het risico hun huis in Oost-Jeruzalem te verliezen. Of hun permanente verblijfsvergunning, want ook die kan op vele manieren verbeurd worden verklaard.
De oude stad Jeruzalem en aangrenzende wijken zoals Silwan en Sheikh Jarrah zijn erg in trek bij religieuze zionisten. Vaak gaat het om Amerikanen of Fransen die willen aanknopen met hun Joodse roots en tegelijkertijd fysiek beletten dat Jeruzalem verdeeld kan worden. Voor het samenlevingsklimaat moeten ze het niet doen, want de invasie zet de relaties tussen diverse bevolkingsgroepen op scherp. Woningen van kolonisten worden bewaakt, hun kinderen onder escorte naar school begeleid. Door privébewakingsfirma’s, maar op kosten van de Israëlische overheid. Ons bezoek heeft Mohamed Shamasneh niet opgevrolijkt. Hij wijst naar de Israëlische vlag bij de poort van wat tot voor kort zijn thuis was. ‘Ik ben een vreemdeling in mijn eigen buurt geworden’, zegt hij bitter.
‘Land voor vrede’
We zijn te gast bij ARIJ, een in Bethlehem gevestigd onderzoeksinstituut dat de nederzettingenpolitiek monitort. Voor de derde keer al deze week krijgen we de kaartenshow te zien. De eerste slide toont traditiegetrouw historisch Palestina, een uithoek van het Ottomaanse Rijk waar Joden een dikke eeuw geleden geen 10 procent van de bevolking uitmaakten. Op de volgende slides zie je de Palestijnse leefruimte slinken als een ijsschots. 22 procent van historisch Palestina zouden ze nog overhouden als Israël de sinds 1967 bezette gebieden teruggeeft. Dat was waarop PLO-leider Yasser Arafat hoopte toen hij in 1993 de Oslo-akkoorden aanvaardde, onder het motto ‘land voor vrede’. Jad Isaac moet er vandaag om lachen: ‘Ik was een van die Oslo-criminelen’, zegt de zeventigjarige oprichter en directeur van ARIJ. ‘Wat waren we naïef in 1993. In afwachting van een definitieve regeling zou Israël de Westoever alvast in drie zones opdelen. In zone A, de stedelijke kernen, zou de pas opgerichte Palestijnse Autoriteit de volledige controle over veiligheid en administratie krijgen, in de omliggende B-zones alleen de administratieve controle. Zone C daarentegen, goed voor 60 procent van de Westoever, zou in afwachting volledig onder Israëlisch bestuur blijven. We zijn nu 25 jaar later, en we wachten nog altijd. Met dit gevolg.’ Hij klikt op de laatste slide, een actuele kaart. ‘Bantoestans,’ zegt hij, ‘dat is alles wat er voor de Palestijnen overschiet.’
De kaart geeft hem geen ongelijk. De donkere A-gebieden liggen als eilanden in de witte oceaan van zone C. Sinds 1967 werden er meer dan honderd nederzettingen gebouwd. Voeg daarbij een kleine 800 kilometer muren en hekken, 630 checkpoints, kazernes en militaire oefenterreinen, plus nog wat wegen of archeologische sites die voor Palestijnen off limits zijn. Het resultaat is een op zich al klein gebied waarin de bewegingsvrijheid van 2,5 miljoen Palestijnen op allerlei manieren aan banden wordt gelegd. Een reis van pakweg Bethlehem naar Jenin of Jericho is een sukkelgang van checkpoint naar controlepost. Zonder de juiste papieren kom je niet ver, en Israël kan de Westoever naar believen helemaal of deels op slot gooien.
De geschiedenis van de Oslo-akkoorden is bekend. Onder meer door de moord op de Israëlische premier Yitzhak Rabin in 1995 raakte het sowieso al delicate vredesproces definitief in het slop. De voorlopige opdeling kreeg een permanent karakter. ‘Daar maakt Israël misbruik van om de hele C-zone feitelijk te annexeren’, zegt Jad Isaac. ‘Er wonen al zo’n 700.000 kolonisten, in het huidige tempo zullen het er in 2020 meer dan een miljoen zijn. Premier Benjamin Netanyahu heeft in 2016 meer nederzettingen vergund en gebouwd dan in de vijf voorgaande jaren samen.’
Van de Israëlische wet mag het niet, maar ARIJ beschikt over gedetailleerde luchtbeelden van zone C. Die hebben niet alleen 885 buitenzwembaden aan het licht gebracht, een luxe die vele met waterschaarste kampende Palestijnen de ogen uitsteekt. De satelliet ontmaskerde bovendien de techniek van de buitenpost. Officieel gaat het louter om schakels in de veiligheidsketen die rond alle nederzettingen liggen. Een wachtpost met wat prikkeldraad op een heuvel, meer stelde de outpost van Na’aleh vorig jaar niet voor. Een recente foto toont een verrassende ontwikkeling: in het verlengde van de buitenpost rijst een nieuwe nederzetting uit de grond, East Na’aleh. ‘Zo zijn er wel 96 buitenposten’, zegt Isaac. ‘Illegaal volgens de Israëlische wet, maar de militaire overheid zorgt wel voor water, elektriciteit en ontsluitingswegen. Op die manier proberen ze nederzettingen te clusteren en nog meer Palestijnse grond met muren of hekken in te pikken. Want vergis je niet: al die zogenaamde scheidingsmuren hebben niets met veiligheid voor Israëli’s te maken. Landpikkerij, daar is het om te doen. Slechts 50 van de 775 kilometer van de Muur volgt het tracé van de Groene Lijn (de wapenbestandslijn uit 1949, nvdr.), al de rest snijdt diep in Palestijns grondgebied’.
In wezen is het heel eenvoudig: Israël wil zo veel mogelijk grond met zo weinig mogelijk Palestijnen erop
Amit Gilutz (B’Tselem)
‘Betwiste gebieden’
We rijden door de Jordaanvallei, de ontmoeting met B’Tselem-woordvoerder Amit Gilutz zindert na. De Israëlische mensenrechtenorganisatie, in 1989 opgericht om misbruiken door militairen in bezette gebieden te documenteren en gerechtigheid voor de slachtoffers te eisen, is een van de schietschijven van rechts Israël. Gilutz weet er alles van. Scheldpartijen, bedreigingen en ravages in zijn sociale leven horen bij de job. Vergeleken daarmee was zijn tweejarige dienstplicht als muzikant in het legerorkest een sinecure. ‘Toch heeft die ervaring mijn ogen geopend’, vertelde hij. ‘Ik moest uitzonderlijk een weekend op post in bezet gebied. Het was rustig, business as usual. Toch zag ik soldaten uit verveling stenen gooien naar voorbijrijdende Palestijnen. Een geblinddoekte en geboeide arrestant werd geschopt en geslagen. “Wow,” dacht ik toen, “als dit een doorsneeweekend in de bezette gebieden voorstelt, wat gebeurt er dan allemaal niet in een doorsneejaar?”‘ Gilutz gaf ons een update over mensenrechten en straffeloosheid in de bezette gebieden, afgerond met een persoonlijke bedenking. ‘Je kunt over dit conflict eindeloos discussiëren, maar in wezen is het heel eenvoudig: Israël wil zo veel mogelijk grond met zo weinig mogelijk Palestijnen erop.’
Het E1-project vormt een perfecte illustratie. Om dat helemaal te doorgronden zijn plannen, kaarten en luchtbeelden nodig, maar de essentie is eenvoudig. E1 kan het beste in het licht worden gezien van de Greater Jerusalem Bill, een door het kabinet-Netanyahu gesteund wetsontwerp dat de grenzen en de demografie van de stad grondig moet wijzigen. 19 illegale nederzettingen met tussen 125.000 en 150.000 Israëli’s ‘inkantelen’: dat is de bedoeling. Omgekeerd worden zo’n 100.000 Palestijnen administratief verwijderd. Materieel zullen ze er niet veel bij inleveren, er werd sowieso nog nauwelijks in dienstverlening geïnvesteerd sinds ze jaren geleden door de scheidingsmuur van de kernstad geïsoleerd raakten.
Paus Franciscus noch de Jordaanse koning Hoessein zaliger kunnen er veel aan veranderen. Hun geschilderde portretten prijken op een betonnen gebouw boven op een heuveltop. Eigendom van het Vaticaan – vandaar de naam, die ook op het omliggende vluchtelingenkamp slaat. Jabal al-Baba, ‘de Heuvel van de Paus’, is één van de twee bedoeïenenkampen die door het E1-project worden bedreigd. Het probleem: ze liggen in de weg om de 44.000 kolonisten van Ma’ale Adoemim middels een forse uitbreiding fysiek te verbinden met Jeruzalem. Dat ze in de C-zone wonen en bijgevolg onder militair bestuur vallen, helpt hun zaak niet vooruit. Het leger doet er alles aan om de bedoeïenen, veelal vluchtelingen die na 1948 uit de Negev-woestijn zijn verjaagd, met hun schapen en geiten te doen opkrassen. Al 48 huizen werden vernield, twee maanden geleden moest een met Europees geld gefinancierde crèche eraan geloven.
De vernieling van Palestijnse infrastructuur is schering en inslag op de hele Westoever. Zo heeft ons land al geprotesteerd tegen de inbeslagname van zonnepanelen en de afbraak van een school, beide deels met Belgisch belastinggeld gefinancierd. Veel indruk maakte dat niet. Israël behoudt zich in zone C het recht voor om alle niet-vergunde structuren af te breken of in beslag te nemen. Het begrip ‘bezette gebieden’ valt daarbij niet. Israël, dat een eigen lezing heeft van het internationaal recht, spreekt consequent van ‘betwiste gebieden’. Geen detail, want op die manier onttrekt het zich aan de Conventie van Genève, die bezettingsmachten verplicht verantwoordelijkheid voor de burgers in de bezette gebieden te dragen.
Dat de twee bedoeïenengemeenschappen voorlopig standhouden, is grotendeels te danken aan de guerrillasteun die vier ngo’s leveren onder dekking van de European Civil Protection and Humanitarian Aid Operations (ECHO). Ook hier mogen we geen namen citeren, zelfs niet van de betrokken ngo’s. De angst voor Israëlische represailles – geweigerde visa, werkvergunning of uitzetting – zit er diep in. ‘Het is een kat-en-muisspel’, zegt onze bron. ‘Als ze een woning afbreken, bouwen we die vijf meter verder weer op. Sluiten ze de stroom af of blokkeren ze de toegangsweg met een groot betonblok? Wij leveren zonnepanelen of sturen een kraanwagen om de weg weer vrij te maken.’
Het is een kat-en-muisspel. Als ze een woning afbreken, bouwen we die vijf meter verder weer op
Een anonieme ngo-medewerker
De VENOM Launcher
Het werd bijwijlen een deprimerende roadshow. We bezochten Aida, een straatarm vluchtelingenkamp in Bethlehem dat onfortuinlijk in een bocht van de scheidingsmuur ligt. Om het nog moeilijker te maken, loopt er een baan langs, aangelegd voor Joodse pelgrims en toeristen op weg naar de graftombe van Rachel, vrouw van aartsvader Jakob. Het kamp, dat alleen in de hoogte kan groeien, is met 6000 vluchtelingen schrikbarend overbevolkt. In Aida hoorden we over de VENOM Launcher, een tuig dat tot 60 bussen traangas per minuut kan afschieten. Non-lethal urban warfare, heet dat. Bij B’Tselem en UNWRA, het VN-agentschap dat sinds 1949 verantwoordelijk is voor de Palestijnse vluchtelingenkampen, denken ze daar anders over. Er zijn al verschillende doden gevallen door slechtgemikte gasprojectielen, andere slachtoffers stikten door een te hoge concentratie. Nergens ter wereld werden mensen aan grotere doses traangas blootgesteld dan in Aida, reden voor UNWRA om een studie naar de langetermijngevolgen voor de gezondheid te bevelen. Aanleidingen om traangas, rubberkogels, en de als niet-dodelijk gekwalificeerde .22-munitie te gebruiken zijn er genoeg. De frustraties monden geregeld uit in protest en erger. Gemiddeld een keer per week valt het leger binnen voor search and arrest-operaties. Kinderen worden niet ontzien: het laatste examen van de vijfde graad werd lelijk verstoord toen een flashgranaat en enkele traangasgasbussen door het raam vlogen. Ook de Palestijnse ordediensten delen telkens in de schade. Hun machteloosheid tegenover de Israëlische operaties, nota bene in de eigen zone A, ondergraaft hun gezag.
Ook onze halte in Hebron, de grootste stad van de Westoever, waar zich 800 extreemreligieuze zionistische settlers hebben genesteld onder bescherming van 600 soldaten, maakte indruk. We raakten aan de praat met twee kolonisten die er prat op gingen de soldaat Elor Azaria persoonlijk te hebben gefeliciteerd, vlak nadat hij een reeds uitgeschakelde belager van dichtbij had geëxecuteerd. De jongste van de twee vond het ook nodig om onze Palestijnse begeleidster, een piepjonge stagiaire die ‘m al kneep toen we een militaire post passeerden, met de grofst denkbare verwensingen te overladen. Geen twijfel dat de haat ook bij sommigen aan de overkant hoog oploopt, maar dat viel toch moeilijk te overtreffen.
Hoopgevende momenten waren er ook. In Tubas, in het Noorden van de Westoever, financiert de EU een installatie die het afvalwater van 34.000 mensen moet zuiveren en recycleren. Twee vliegen in een klap, want op die manier raken de kostbare ondergrondse drinkwatervoorraden niet meer door insijpelende smurrie bezoedeld. Ingenieur en projectleider Nael Ali Ahmad sprak woorden van trots en dankbaarheid, maar kon enkele wrange bedenkingen niet onderdrukken. Dat hij alle plannen heeft moeten hertekenen omdat de Israëli’s van oordeel waren dat de constructie zo’n vijftien meter uitstak over de hier ongemarkeerde grens tussen zone A en zone C. 70.000 kubieke meter moest er extra worden uitgegraven vanwege die administratieve pesterij, die met geen enkel veiligheidsmotief kon worden verantwoord. Echt boos werd hij pas toen hij het zonesysteem fileerde. A, B of C, het is hem om het even, het is allemaal land dat de Palestijnen toekomt. Maar wat is de realiteit? Het is de Palestijnse Autoriteit zelfs verboden om zonder Israëlische toelating in de eigen zone A een waterput te boren! Oslo, meneer! De Palestijnse onderhandelaars, niet gehinderd door veel hydrologische en geologische kennis, hebben zich in 1993 laten rollen. Gevolg is dat de Palestijnen op hun knieën moeten smeken om een waterput te mogen boren. Dat mag uitzonderlijk in de kleine westelijke aquifer, de veel rijkere oostelijke waterlaag is exclusief voor Israëlisch gebruik. ‘Gevolg is dat we voor de bevoorrading nog altijd volledig afhangen van Israël’, fulmineerde Ahmad. ‘Ze doen ons zelfs extra betalen – voor ons eigen water.’
De terugweg loopt door de vruchtbare Jordaanvallei, helemaal gelegen in zone C. Links of rechts, we zien haast uitsluitend Israëlische nederzettingen, dadelplantages en militaire versterkingen. Moeilijk te geloven dat dit alles ooit onder Palestijnse soevereiniteit zal vallen. Europa krijgt veel kritiek voor zijn ‘naïeve’ geloof in de tweestatenoplossing, waaraan de Amerikanen onder president Trump zelfs geen lippendienst meer bewijzen. Volgens de scherpste verwijten maakt Europa zich zelfs medeplichtig aan de bezetting door er de kosten van te dragen. ‘Misschien wel’, opperde een anonieme maar hooggeplaatste diplomaat. ‘Maar je kunt het ook anders bekijken: zonder onze hulp aan de Palestijnen was de Westoever al lang en onherroepelijk geannexeerd.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier