‘Kinderslavernij bij garenproductie in India’ (rapport)

Archiefbeeld van een textielfabriek in Tirupur, Tamil Nadu. © Reuters

Ook bij de productie van garen voor kleding van westerse merken worden kinderen gebruikt. Nieuw onderzoek door de Landelijke India Werkgroep (LIW) wijst uit dat in meer dan 90 procent van de spinnerijen in Zuid-India kinderslavernij voorkomt.

De meerderheid van de meisjes en vrouwen in deze fabrieken is tussen veertien en achttien jaar oud. Sommigen zijn zelfs nog jonger. De meisjes maken lange werkdagen, krijgen te maken met seksuele intimidatie en pesterijen en verdienen doorgaans minder dan het minimumloon. Eerder werd al alarm geslagen over de werkomstandigheden in spinnerijen die rechtstreeks leveren aan merken zoals C&A, GAP, Marks & Spencer, Primark en Walmart.

In het nieuwe onderzoek werd gesproken met werknemers van 743 garenfabrieken in de Zuid-Indiase staat Tamil Nadu. In 39 van deze spinnerijen werd het minimumloon betaald. In de helft van de fabrieken was de werkweek zestig uur of langer. Bijna de helft van de onderzochte spinnerijen werkt met het zogenaamde ‘Sumangali Scheme’, aldus een mededeling van de Landelijke India Werkgroep. In dat systeem wordt een deel van het loon van de werknemers ingehouden totdat de werknemers hun contract hebben afgerond. Meer dan de helft van de spinnerijen staat niet toe dat werknemers na werktijd hun hostel verlaten. Dat wijst op ‘bondage’, gebonden arbeid, slavernij.

“In alle spinnerijen krijgen jonge vrouwelijke werknemers te maken met intimidatie, seksueel getinte opmerkingen en pesterijen, waar ze onmogelijk aan kunnen ontsnappen”, aldus de mededeling. “Slechts bij 10 onderzochte spinnerijen is een vakbond actief, en maar 33 spinnerijen hebben een klachtencommissie voor arbeiders”.

‘Harder werken dan mogelijk is’

De jonge vrouwen worden soms gelokt met valse beloften.

Een 18-jarige ex-werknemer, die zichzelf verwondde toen ze uit de spinnerij ontsnapte door over een 3,5 meter hoge muur te klimmen, zegt aan een onderzoeker: “Mij was beloofd dat ik mijn studie kon blijven doen, maar in plaatrs daarvan werd ik gedwongen in ploegdiensten van 12 uur te werken. Toezichthouders zetten meisjes zwaar onder druk om harder te werken dan mogelijk is”.

Van het Indiase garen gaat 30 procent naar binnenlandse fabrieken die kleding produceren voor de export. Zeker 20 procent gaat naar kledingfabrieken in China en Bangladesh. Als een T-shirt in China is gemaakt, hoeft dat niet te gelden voor het garen. “We kaarten het probleem nu al vijf jaar aan maar ook voor ons kwam de omvang van dit probleem als een schok”, reageerde directeur Gerard Oonk van de LIW.

(Belga/RR)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content