Pieter Stockmans
Kinderarbeid als ticket naar Europa
‘Mijn vrouw zit in een Turkse gevangenis omdat ze met een vals paspoort Europa probeerde te bereiken’, stuurt Rony Omar via sms. Zijn vader Ali raakte wél in Athene. Zijn neef schrijft dan weer: ‘Na vier dagen trekken door de bergen aan de Turks-Bulgaarse grens stopten Turkse soldaten me in de gevangenis.’ Pieter en Roni verbleven bij deze Syrische familie in Istanboel, aan de vooravond van hun grote sprong in het onbekende. Ali liet zijn dochtertje werken om geld voor smokkelaars te verzamelen. Een terugblik.
Na drie jaar van vermoorde dromen zoeken steeds meer Syrische ouders een nieuw leven voor hun kinderen. Kinderarbeid is als een jihad voor de God van Werk, de beloning is een ticket naar paradijs Europa. Maar wat als de toegang naar dat paradijs geblokkeerd is? Recent verscherpte Turkije de grenscontroles. President Erdogan was geen vragende partij, maar het is één van de voorwaarden voor een visumliberalisering.
De straten van de wijk Bagcilar beklimmen de heuvels rond Istanboel. Onder een verzengende hitte spelen Syrische kinderen op straat en zoeken moeders de schaduw van hoge appartementsgebouwen op. Hier woont Ali met zijn gezin in een appartement dat ze vonden via Ayse, een Turks-Koerdische vrouw. Er zitten wel 30 mensen in de hete woonkamer, verschillende families afkomstig uit Aleppo en het dorp Kurdan. Net als vroeger gaan ze op de thee bij elkaar.
Ali’s dochter Nevin (12) somt hoofdsteden op. Ze gaat al drie jaar niet naar school. Voor €180 per maand werkt ze elke dag 12 uur in Ayse’s naaiatelier. ‘Mijn ouders zeggen dat we naar Europa gaan en dat ik daar weer naar school kan’, fluistert ze verlegen. ‘Als ik Turkse kinderen naar school zie gaan en ik mag niet, word ik triest.’
Uitbuiters zijn redders
De volgende ochtend gaat Nevin aan het werk achter de naaimachine. Rond haar liggen etiketten van een Italiaans kledingmerk die ze aan pulls moet stikken. Haar baas Ayse maakt tricot kleren voor winkels in de stad. ‘Ik help de Syrische kinderen door hen werk te geven’, zegt ze. Voor noodlijdende Syrische families zijn zelfs uitbuiters engelen, toch is Ayse niet het stereotype uitbuiter. Ze is een jonge vrouw en ook zij moest haar dromen opbergen. ‘Ik wilde advocaat worden, maar mijn vader dwong me vroeg te trouwen en te stoppen met studeren’, zegt ze door het getik van de naaimachines heen. In haar atelier zit de volgende verloren generatie.
Naaimachine als speelkameraad
Toch is het voor Ayse ook voordelig om Syriërs te werk te stellen. Ze kan hen lagere lonen betalen. Vorige maand zei de Turkse president Erdogan wel dat kinderarbeid onder 15 gestraft zou worden en werd tijdens de conferentie over de Syrische vluchtelingensituatie in Berlijn beslist om uitbuiting op de arbeidsmarkt te bestrijden. Die maatregel zou Syrische gezinnen net treffen. Door de lage lonen moeten ook kinderen werken om het inschrijvingsgeld van Syrische scholen te betalen. Maar als ze echt een toekomst zoeken, zijn zelfs die kosten te hoog. Want als ouders geen regulier werk vinden, dan worden hun kinderen niet in Turkse scholen toegelaten.
Nevin rent het atelier rond om draad te halen, te luisteren naar ons gesprek met Ayse en dan weer plichtsbewust aan het werk te gaan. Aan de naaimachine doet ze alle bewegingen alsof ze ermee vergroeid is. Op school had ze speelkameraadjes en keek ze op naar leerkrachten. Nu is een naaimachine haar speelkameraad en een baas van een naaiatelier haar toekomstvoorbeeld. Van de lessen op school in Syrië herinnert ze zich niets meer. Haar band met haar vriendinnen en met school is verbroken.
Voor altijd een gast?
‘Stel dat onze kinderen intensief Turks leren’, zegt Nevin’s moeder tijdens een volgend bezoek aan het gezin. ‘Wat zijn ze ermee als ze niet mogen integreren in dit land? We zijn hier slechts gasten en krijgen geen statuut om een leven op te bouwen.’
Nevin’s oudere broer Rony en zijn vrouw wachten om kinderen te krijgen tot ze weten waar ze kunnen opgroeien. ‘We willen niet naar Europa, maar als je daar erkend wordt, weet je tenminste dat niemand je kinderen kan verhinderen om te studeren’, zegt hij. Dat was twee weken voor zijn vrouw de fatale poging ondernam. Wat ze toen nog niet wisten, is dat de EU het akkoord met Turkije sloot om vluchtelingen tegen te houden. Dat kadert in een beleid om de Syrische crisis aan de grens met Syrië in te dammen. Zo zei de gouverneur van Gaziantep dat hij al 2000 Syrische families naar vluchtelingenkampen heeft gestuurd. Ironisch genoeg is de angst die dit beleid opwekt net een bijkomende reden om sneller in Europa te raken.
De tak in de stroom
In de maalstroom die het gezin Omar meesleurt is er één takje waaraan ze zich hoopten vast te klampen: de Verenigde Naties. Maar hun interview bij UNHCR is pas in 2015 gepland. Zoveel tijd heeft Ali niet. Hij besloot eieren voor zijn geld te kiezen: hij vertrouwde niet op de VN, maar op smokkelaars. Hij liet zijn vrouw en dochtertje Nevin achter, als een pionier voorop gestuurd om de eerste stenen van een nieuwe toekomst te leggen. Amper drie weken na ons gesprek zit hij in Athene.
Na lang wachten had hij misschien het statuut van politiek vluchteling gekregen en zo legaal naar Europa kunnen gaan: Ali zei op de vlucht te zijn voor PYD, de Koerdische partij die nu grote delen van noord-Syrië controleert. Hij staat op de foto aan een controlepost, met de Koerdische vlag en de vlag van het Vrije Syrische Leger. De Koerdische tegenstanders van PYD hadden samen met alle Syriërs deel van de revolutie willen worden, maar PYD verdreef het Vrije Syrische Leger en verwierf alleen de controle. Volgens Ali heeft PYD andermans opstand gestolen om in noord-Syrië een autonome Koerdische regio te bouwen. Voor het regime was dat goed, want zo kreeg het Vrije Syrische Leger er geen voet aan de grond.
Tranen van een heel volk
Toen Ahien’s gezin Afrin ontvluchtte en in hun dorp Kurdan ging wonen, liet ze haar school achter. Kurdan heeft noch een school voor kinderen, noch werk voor ouders, dus trokken ze verder naar Gaziantep in Turkije. Daar vond haar vader occasionele opdrachten als schilder. Maar sinds hij een ongeval kreeg, viel het gezin zonder inkomen. Opnieuw moesten ze alles bij elkaar pakken en verder trekken, naar Istanboel. Daar leefden ze nog even van hun spaarcenten, maar dan viel het bijl voor Ahien: zij moest de kost gaan verdienen.
Ondertussen slaagde een meisje uit hetzelfde dorp erin om met haar familie naar België te vluchten. Zij gaat naar school in Leuven en spreekt al Nederlands. Ahien, even ambitieus, werkt in een Turks naaiatelier voor €200 per maand. ‘Ik wil ook naar school. Telkens ik op bezoek ging bij mijn oom, die journalist is, neusde ik in zijn boekenkast’, zegt ze verlegen. In haar ogen zien we een sprankel afgunst. Voorzichtig vragen we of ze nog contact heeft met haar schoolvriendinnen. Dat is de druppel. ‘Ik weet niet eens of mijn beste vriendin nog leeft’, zegt ze. Huilend loopt ze naar de slaapkamer. In haar tranen de tragedie die een heel volk overviel.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Tussen hamer en aambeeld
Wat later toont Ahien ons haar laatste facebook status: ‘Als je aan een blinde moet uitleggen hoe de wereld eruit ziet, wat zeg je? Ik zou zeggen: jij hoeft tenminste niet te zien hoe onze wereld eruit ziet.’ Elke dag draagt ze haar verdriet in stilte mee, als ze de miljoenenstad intrekt om te werken voor de kost. Facebook is het enige raam op het echte leven dat ze achterliet toen ze arbeider werd. Elke nacht piekert ze over Europa, maar haar broer Jewan (12) twijfelt. ‘Mama en papa zeggen dat het daar beter is, maar ik wil terug naar Syrië’, zegt hij. ‘Mijn leven is nu 12 uur per dag werken, en dan eten en slapen. Ik kan niet eens schrijven.’
De nachtmerrie is dat Syrische ouders van hun eigen kinderen slachtoffers maken. Voor gezinnen zonder kapitaal is kinderarbeid de enige manier om hun kinderen later weer naar school te sturen. Ze hangen tussen hamer en aambeeld, onbeweeglijk met de nek tussen twee zwaarden: het ene is de slavernij van kinderarbeid en onwetendheid in Turkije, het andere is de dood in Syrië. En voor hun neus staat een muur: Fort Europa. In de oorlogsvelden roepen de strijders ‘de overwinning of de dood’. In de megalopolis fluisteren hun slachtoffers ‘de slavernij of de dood’.
“Bekijk hier een fotoreportage over Syrische gezinnen in Turkije.”
Hoe lang zullen Syrische gezinnen moeten wachten op kansen in Turkije?
Tijdens de conferentie over de Syrische vluchtelingensituatie in Berlijn eind vorige maand kondigden Europese landen aan dat ze de buurlanden van Syrië beter zouden ondersteunen. Die buurlanden willen ook dat Europa zelf meer vluchtelingen opneemt. Twee parallelle beslissingen dezelfde maand doen twijfelen aan de oprechtheid van Europa:
1. Turkije moet van Europa grenscontroles verscherpen en mensensmokkelaars arresteren zodat vluchtelingen net moeilijker naar Europa kunnen komen. Turkije moet ook “opvangstructuren” bouwen om de onderschepte personen vast te houden, en nieuwe grensbewakingsapparatuur aankopen. In ruil zullen Turkse burgers op termijn geen visum meer moeten aanvragen om naar Europa te reizen. (bron: terugnameakkoord; verklaringen voormalig eurocommissaris voor migratie Cecilia Malmström bij inwerkingtreding terugnameakkoord, 1 oktober 2014) Europese en Turkse politici maakten zich sterk dat de EU-Turkijedeal “echte” vluchtelingen niet zou treffen. Het verhaal van de Syrische familie Omar doet het tegendeel vermoeden. Ook Human Rights Watch klaagde illegale push-backs aan.
2. Mare Nostrum, de Italiaanse operatie om vluchtelingen in nood op de Middellandse Zee te redden, krijgt geen steun van Europa en zal waarschijnlijk worden gestopt.
Hoe lang zullen Syrische gezinnen moeten wachten op kansen in Turkije? Kunnen ze wel een toekomst voor hun kinderen uitbouwen zonder mensensmokkelaars? En wie zal de gezinnen redden als ze toch de overtocht wagen? Antwoorden op deze vragen vinden we niet in deze beslissingen aan het einde van de vluchtelingenconferentie:
1. meer financiële middelen voor noodhulp in Syrië
2. steun aan buurlanden ver in de toekomst plannen, en afstemmen op lokale prioriteiten
3. aandacht voor vluchtelingen in de steden
4. aandacht voor negatieve economische gevolgen van de toevloed van vluchtelingen in de buurlanden
5. iets doen aan het feit dat vele vluchtelingen in de buurlanden geen paspoort hebben
6. meer onderwijskansen creëren voor Syrische kinderen en hoger onderwijs voor jongeren mogelijk maken, ervoor zorgen dat certificaten en diploma’s erkend worden
7. beslissing om vluchtelingen te integreren blijft de beslissing van elk gastland
8. meer Syrische vluchtelingen uitnodigen naar andere landen dan de buurlanden
9. tolerantie bevorderen en radicalisme bestrijden door uitsluiting tegen te gaan
10. georganiseerde misdaad bestrijden, bv: mensensmokkel, uitbuiting op arbeidsmarkt
Met de hulp van Roni Hossein. Deze reportage kwam tot stand met de steun van het Fonds Pascal Decroos voor Bijzondere Journalistiek. Volg Pieter Stockmans op Twitter en Facebook.
Dagboek: Tekenles in de schaduw van IS
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier