Kansas stemt over abortus: ‘Wat in andere staten gebeurt, maakt dit heel concreet’
In het midden van een bloedhete zomer stemt de staat Kansas over abortus. Een ja-stem kan leiden tot een algemeen verbod, al willen de voorstanders dat liefst niet gezegd hebben. Dit wordt de eerste verkiezing in de VS sinds het Hooggerechtshof in juni het nationale recht op abortus schrapte. ‘De uitslag in Kansas kan de toon zetten voor de rest van het land.’
‘Dit is niet voor tere zieltjes’, zegt Ashley All. Ze moet het telefoongesprek even onderbreken omdat ze de weg kwijt is naar een volgende afspraak. Een minuut of zo later heeft ze haar auto weer op het juiste pad gezet, en kan ze haar gedachte voltooien. Bij de huidige hitte (rond of boven 40 graden) is een deur-aan-deurcampagne heel lastig. ‘We doen het wel: in de vroege ochtend en ’s avonds. Maar we bereiken waarschijnlijk veel minder mensen dan bij normale temperaturen.’
All is woordvoerster van Kansans for Constitutional Freedom, en daarmee tegelijk de woordvoerster van de nee-campagne. Ze was eerder communicatieverantwoordelijke voor de huidige gouverneur van Kansas, de Democraat Laura Kelly. ‘We verkeren in de unieke positie dat we de rechten van vrouwen in Kansas kunnen verdedigen’, zegt ze. ‘En als we deze moeilijke strijd kunnen winnen, bewijst dat dat Amerikanen voor een redelijke toegang tot legale abortus zijn, zelfs in een conservatieve staat als Kansas.’ Maar dat kan alleen lukken als de kiezers opdagen.
De verkiezingen worden gehouden op 2 augustus, tijdens de primary’s, de voorverkiezingen, in Kansas. Die primary’s, waarbij Republikeinen en Democraten hun kandidaten voor de midterm-verkiezingen van 8 november selecteren, kennen doorgaans een lage, radicale opkomst, met ongeveer dubbel zoveel Republikeinen als Democraten. De grote groep onafhankelijken heeft geen primary’s. Het komt er voor de nee-campagne op aan voor de speciale stemming ook anderen dan partijgetrouwen naar het stemlokaal te krijgen. Kiezers moeten zich op voorhand inschrijven. De onafhankelijken moeten uitgelegd krijgen dat ze wel degelijk kunnen kiezen. Ze moeten weten dat ze ‘nee’ moeten stemmen als ze voor abortus zijn en ‘ja’ als ze tegen zijn. Misschien meer dan met argumenten is de nee-campagne tot nu toe bezig geweest met pogingen om mensen te informeren over de procedure.
Voor Neal Allen, hoofd van de afdeling politieke wetenschappen aan Wichita State University, lijdt het geen twijfel dat de Republikeinen die ongewone datum uitkozen omdat ze zo hun kansen op succes konden verbeteren. Het is voor het eerst in de geschiedenis dat een belangrijke kwestie als deze, een amendement op de Grondwet, wordt gekoppeld aan een primary-datum, en niet aan algemene verkiezingen in november, waarbij de opkomst automatisch hoger ligt.
De professor geeft een korte abortusgeschiedenis van Kansas. Nadat het Hooggerechtshof in 1973 met de beslissing Roe vs. Wade van abortus een nationaal recht had gemaakt, werd Kansas een staat met ruime toegang tot abortus. Maar ook antiabortusactivisten waren er heel actief.
Kansas, een staat met vleesproductie, landbouw en een fabriek van Boeing, heeft sinds 1932 geen Democraat meer naar de Senaat in Washington gestuurd. Maar de staat is minder conservatief dan buur Oklahoma of echt zuidelijke staten als Alabama en Mississippi. Allen ziet een driedeling: het parlement is rechtser en conservatiever dan de bevolking van Kansas, de gouverneur is over het algemeen gematigd en wisselt tussen Democraten en Republikeinen, en het Hooggerechtshof van de staat is behoorlijk wat linkser dan de bevolking.
Tot voor kort was er ook in het parlement een groep gematigde Republikeinen die meewerkte aan wisselmeerderheden en zo pogingen hielp kelderen om abortus via reglementeringen drastisch te beperken. Abortus bleef en blijft in Kansas mogelijk tot 22 weken in de zwangerschap, al hebben soms dure overheidsreglementen wel geleid tot een vermindering van het aantal centra. Er zijn er nog vier in de staat. Maar abortus blijft gemakkelijk beschikbaar, of toch gemakkelijker dan in vele delen van het land. Onder meer om die reden trok Kansas al langer zwangere vrouwen uit andere conservatieve staten aan.
Ook om die reden werd Kansas een doelwit voor de antiabortusbeweging, die gedeeltelijk van buiten de staat werd gevoed. Er werd niet alleen gemanifesteerd en gebeden tegen abortus: in 2009 werd ‘abortusdokter’ George Tiller doodgeschoten terwijl hij in zijn Lutherse kerk in Wichita het informatiebulletin uitdeelde.
Uit peilingen blijkt dat door de jaren heen ongeveer 60 procent van de bewoners van Kansas achter het recht op abortus staat. In die peilingen, de recentste dateert van vorig jaar, zit veel grijs. Want het ja-kamp betoogt dat misschien wel 90 procent van de bevolking gekant is tegen late abortussen, abortussen in het derde trimester. En op dat punt ontmoeten de twee kampen elkaar: de bevolking zit ergens in het midden. Ze is in meerderheid voor een recht op abortus, maar met beperkingen en regels. Ze is niet tuk op wat het ja-kamp abortustoerisme noemt. Ze is ook niet tuk op een overheid die met harde hand optreedt in privékwesties.
Parlement of Grondwet?
Het broze evenwicht tussen beschikbaarheid en protest werd in en rond 2019 op twee manieren verstoord. Langzamerhand verdwenen de gematigde Republikeinen uit het staatsparlement. En na een betwisting door antiabortusactivisten besliste het Hooggerechtshof van Kansas met een meerderheid van 6 tegen 1 dat de Grondwet van de staat het recht op abortus garandeert. ‘Het Hof’, zegt professor Allen, ‘baseerde zich op een passage over “lichamelijke autonomie”. De uitspraak maakte dat sinds 2019 in Kansas de rechten op abortus verder gaan dan wat Roe vs. Wade federaal toestond. Dat had niet zo veel gevolgen zolang Roe vs. Wade federaal de wet was, maar nu dat federale recht op abortus is geschrapt, maakt het een wereld van verschil.’
De antiabortusparlementsleden, waarbij Susan Humphries, een volksvertegenwoordiger uit Wichita, zagen maar één manier om wat ze ‘de fout van het Hooggerechtshof’ noemt, te herstellen: de Grondwet te voorzien van een amendement, waarin duidelijk wordt gemaakt dat de Grondwet van Kansas geen recht op abortus inhoudt, dat het staatsparlement de toegang tot abortus kan beperken of reglementeren, en dat er geen overheidsgeld naar abortus mag gaan.
Daarover kan de kiezer zich op 2 augustus uitspreken. Wie ‘ja’ stemt, vindt dat het aan het parlement toekomt om de regels rond abortus op te stellen en het recht op abortus toe te kennen. Wie ‘nee’ stemt, vindt dat de toestand mag blijven zoals hij is, met een Grondwet die het recht op abortus garandeert.
Een van de problemen met dit amendement, aldus Allen, is dit: ‘We moeten stemmen over iets zonder dat we weten wat de gevolgen van een ja-stem zullen zijn.’
Want het ja-kamp, dat voornamelijk bestaat uit door de wol geverfde tegenstanders van abortus, bijt zich op de tong om niet te zeggen dat abortus verboden zal worden, of fel ingeperkt.
‘Dat weet ik nog niet’, zegt Susan Humphries, een van de drijvende krachten achter het amendement. ‘Daar hebben we het eerlijk gezegd nog niet over gehad.’
Dat klinkt niet heel geloofwaardig.
Persoonlijk, zegt ze, is ze inderdaad tegen abortus gekant, met als enige uitzondering als het leven van de moeder in gevaar is. Gevallen van verkrachting en incest, vindt ze ‘lastig’.
‘Maar het is nu onze prioriteit te maken dat er geen grondwettelijk recht op abortus is. En dat de regels behouden blijven die de voorbije 25 jaar zijn uitgevaardigd: wachttijd, toestemming van de ouders voor een minderjarig zwanger meisje en dies meer. De volgende stap is nu niet onze focus. Dat is nog niet besproken. Ook: ik moet rekening houden met wat mijn kiezers denken.’
En wat denken die?
‘Volgens mij zijn ze tegen abortus in verreweg de meeste gevallen.’
Botsende opiniestukken
Het ja-kamp is niet bijzonder tuk op buitenlandse journalisten. Na twaalf pogingen, per mail of telefoon, om een woordvoerder te spreken, volgde dit bericht van campagnehoofd Danielle Underwood: ‘We appreciëren uw belangstelling, maar op dit ogenblik gaan we niet in op de interviewmogelijkheid. Dit antwoord geldt voor de Value Them Both Coalition en onze coalitieorganisaties.’
Campagne-evenementen bijwonen is ook niet vanzelfsprekend. ‘We houden gebedssessies,’ zegt Humphries, ‘maar die staan niet open voor journalisten. En er komt een meeting, maar ik denk dat die ook niet open is voor de pers.’
Er zijn enkele tv-debatten, er zijn tv- en radiospotjes, de twee kampen zeggen dat het abortusdebat leeft, maar op straat is er weinig van te merken, tenzij aan kerken die hun voorkeur voor ‘ja’, en in weinige gevallen voor ‘nee’, duidelijk maken. De twee kampen, die zeker sinds het schrappen van Roe vs. Wade, geen gebrek aan financiële middelen hebben, voeren telefooncampagnes. Op het zaterdagmarktje in Oud-Wichita is er geen sprake van politiek.
Het debat wordt voor een stuk gevoerd op de opiniepagina’s van de plaatselijke krant, TheWichita Eagle. Artsen pleiten voor en tegen, een rabbijn tegen, juristen voor en tegen, een katholiek voor, gematigde protestanten tegen. De gematigde protestanten verwijzen naar Bijbelpassages om hun tegenstem te verantwoorden (een van de protestanten heeft op het grasveld voor haar kerk een bord aangebracht met ‘Een nee-stem is ook gelovig’). De aartsbisschop probeert te argumenteren dat een ja-stem niet per se op katholicisme moet stoelen.
Chase Billingham, socioloog aan de Wichita State University, wurmde zich om andere redenen op de opiniepagina’s van The Wichita Eagle. Hij wilde de misleiding binnen het ja-kamp aan de kaak stellen. Het ja-kamp voert campagne tegen overheidsfinanciering van abortus, hoewel die er niet is, en tegen de afschaffing van beperkingen op abortus, hoewel er van zo’n afschaffing evenmin sprake is. Men probeert met valse uitgangspunten kiezers te lokken.
Het ja-kamp is georganiseerd onder de naam ‘Value them Both’: geef zowel de foetus als de moeder hun rechten. Maar, schreef Billingham, de ja-campagne verkiest duidelijk de foetus boven de zwangere vrouw. ‘In het verleden werd het belang van de moeder afgewogen aan het belang van de vrucht. In dit geval lijkt alleen de foetus ertoe te doen. Het komt erop neer dat men vindt dat de vrouw een fout zou begaan en in haar ongeluk zou lopen door een abortus te ondergaan. Men ontneemt de vrouw voor haar eigen goed het recht op zelfbeschikking. Men wil de vrouw en haar arts de keuzemogelijkheid ontnemen en de keuze overhevelen naar de overheid. Diezelfde mensen zijn op andere terreinen juist gekant tegen tussenkomsten van de overheid.’
Volksvertegenwoordiger Susan Humphries reageert gepikeerd aan de andere kant van de telefoonlijn als ze de verwijzing naar het opiniestuk van Billingham hoort. En of ze het gelezen heeft.
‘Ik was erg beledigd. Ik voelde het als een aanval op mijn persoon. Het artikel zei dat ik me niet bekommer om vrouwen die een crisiszwangerschap doormaken. Ik ben als advocaat gespecialiseerd in adoptie. Dat doe ik beroepsmatig. Ik heb zelf geadopteerd, ik ben nu ook grootmoeder van adoptiekinderen. We ondersteunen al dertig jaar zwangerschapscentra. Niet alle vrouwen die we opvangen, besluiten om géén abortus te hebben, maar we proberen andere opties te tonen. We hebben mensen in huis genomen. Ik besteed tijd en geld aan vrouwen die in moeilijkheden verkeren. Daarover lees ik niets in zijn artikel. Hij deed niet de moeite om zich te informeren. Hij zette voor het artikel zijn oogkleppen niet af. Volstaat het sociale vangnet voor zwangere vrouwen? Dat weet ik niet. Maar schrijf alsjeblieft niet dat we niets doen. We doen veel.’
Het gevoel van onbegrip over het andere kamp is wederzijds.
Bij het nee-kamp is het algemene gevoel dat een ja-stem zal leiden tot een bijna totaalverbod, met criminalisering van de arts die een abortus uitvoert en van de zwangere vrouw die een abortus wil. Humphries van haar kant gelooft dat het nee-kamp bij de eerste de beste gelegenheid alle beperkingen op abortus zal liquideren. En allebei proberen ze de stem van de gematigdheid te tonen, omdat de kiezers in het midden uiteindelijk de uitslag zullen bepalen.
1000 oproepen per dag
Zack Gingrich-Gaylord verzorgt de communicatie voor de Trust Women-abortuskliniek in Wichita. Dat is, weliswaar onder een andere naam, hetzelfde abortuscentrum dat eerder geleid werd door de vermoorde dokter George Tiller.
Gingrich-Gaylord voelt de gevolgen van de toenemende abortusbeperkingen in de naburige staten Texas en Oklahoma. In september 2021 gingen in Texas de abortuscentra dicht. In Oklahoma gebeurde dat na het schrappen van Roe vs. Wade in juni van dit jaar.
‘Wij hebben in ons centrum het aantal abortusingrepen meer dan verdubbeld tegenover vorig jaar. Voor de wet in Texas voerden we 2 of 3 dagen per week abortussen uit, nu 4 of 5. We hebben extra artsen in dienst genomen, extra verplegend en ander personeel. We doen alleen nog maar abortussen en hebben ons andere werk, onder meer rond anticonceptie, noodgedwongen laten vallen.’
Maar dat volstaat niet.
‘Het is niet zozeer dat we afspraken weigeren, we kunnen gewoon de telefoonoproepen niet langer beantwoorden. Na de nieuwe wet in Texas kregen we meer dan 500 oproepen per dag. Na het schrappen van Roe vs. Wade hebben we al dagen gehad met meer dan 1000 telefoontjes. We behandelen tussen 30 en 40 patiënten per dag. Dan weet je zo dat een gigantische groep vrouwen geen antwoord krijgt.’
Wat betekent dat voor wie geen afspraak krijgt?
‘We krijgen vrouwen over de vloer in alle mogelijke situaties: rijk, arm, ouder, jong, gelukkig getrouwd met al kinderen, alleenstaand. Het enige wat ze gemeenschappelijk hebben, is dat ze de zwangerschap niet kunnen voortzetten. Er zijn studies die beschrijven wat het betekent als die vrouwen geen abortus krijgen: werk kwijt, scholing die stopgezet moet worden, armoede – kinderen zijn niet goedkoop. In sommige gevallen kan dat gevolgen hebben over de generaties heen. We zijn niet de enige kliniek, maar ik vrees dat veel vrouwen nu noodgedwongen een kind op de wereld zetten.’
Wat gebeurt er bij een ja-stem?
‘Ik vermoed dat het ja-kamp zo snel mogelijk een totaalverbod op abortus zal installeren. Men ontkent dat in de officiële communicaties, maar in een gelekte privémeeting bleek dat er al een wetsontwerp klaarligt. Men werkt niet met open vizier. De Republikeinen hebben een supermeerderheid, dus zelfs als de huidige gouverneur herkozen wordt, kan ze met haar veto niets tegenhouden. We kunnen deze verkiezing maar beter winnen.’
De beide kampen zijn officieel voorzichtig optimistisch, ze geven ook allebei toe dat het spannend wordt.
Het schrappen van Roe vs. Wade helpt wellicht het nee-kamp. ‘Het maakt het heel concreet’, zegt Gingrich-Gaylord, ‘We zien wat er in de buurstaten gebeurt. Dat zal dan ook ons lot zijn. De uitslag in Kansas kan de toon zetten voor de rest van het land. Als we verliezen, is dat een nieuwe opdoffer. Als we winnen, geeft dat enige hoop.’
Het helpt misschien ook, oppert nee-woordvoerster Ashley All, dat nu ineens allerlei verhalen bovenkomen: een 10-jarig meisje uit Ohio moest na een verkrachting naar Indiana reizen om een abortus te kunnen krijgen, vrouwen wier foetus geen hartslag meer heeft, vinden geen arts die een vruchtafdrijving wil toepassen, hoewel uitstel gezondheidsgevolgen voor de vrouw heeft. Er is her en der al sprake van een reisverbod voor vrouwen die in een andere staat een abortus willen. ‘Mensen willen geen reisbeperkingen. Mensen willen niet dat de overheid mensenlevens op het spel zet.’