Dirk Rochtus
‘Kandidaat-kanselier Friedrich Merz zit in een lastig parket, maar blijft strijdbaar’
‘De christendemocraat Friedrich Merz (CDU) lijkt de laatste weken goed op weg om de volgende bondskanselier te worden’, schrijft Dirk Rochtus. ‘Maar er zit een dik haar in de boter van de ‘Union’, het kartel van CDU en haar Beierse zusterpartij CSU. En de naam ervan luidt bij wijze van spreken Markus Söder, voorzitter van de CSU en Beiers minister-president.’
Gehakketak binnen een regeringscoalitie komt niet goed over bij de burger, getwist binnen een partij of een politieke familie zoals die van de CDU en CSU nog minder, en zeker niet in de aanloop van vervroegde verkiezingen. Sinds de sociaaldemocratische bondskanselier Olaf Scholz (SPD) op 6 november Christian Lindner (FDP), zijn liberale minister van Financiën, had ontslagen, leidde hij een minderheidsregering met de Groenen. Uit de ‘Ampel’, de verkeerslichtcoalitie (rood-geel-groen), was een ‘voetgangerscoalitie’ (rood-groen) geworden. Die situatie was niet houdbaar. Scholz moest op 16 december in de Bondsdag, het federale parlement, de vertrouwenskwestie stellen en haar verliezen om nieuwe verkiezingen mogelijk te maken.
Sinds het uiteenvallen van de ‘Ampel’, de verkeerslichtcoalitie, afgelopen maand was de ster van oppositieleider Merz beginnen rijzen. Die belichaamde voor veel burgers de hoop een einde te maken aan de economische malaise die onder Scholz en Robert Habeck, de groene minister van Economie en Klimaat, is ontstaan in Duitsland. De cijfers in de opiniepeilingen liegen er niet om. Merz lijkt aan de winnende hand. Toch begint rood-groen geleidelijk weer in te halen. De CDU/CSU behaalt volgens een recente enquête van INSA 31,5% (-1%). de SPD 16% (+1%) en de Grünen 13% (+2%).
Mochten de Duitsers direct kunnen kiezen voor de kanselier, zou Merz volgens FORSA nu op 28% kunnen rekenen – een verlies van 2% -, Habeck op 24% (+2%) en Scholz op 16% (+3%). Wat in het voordeel van Scholz kan spreken, is dat hij zich gebaart als ‘kanselier van de vrede’ omdat hij weigert Taurusrakketten te leveren aan Oekraïne. Merz blijft nog op kop, maar kan zeker niet op zijn lauweren rusten. In de zestig dagen die de Duitsers van de verkiezingen scheiden, kunnen er in de buitenlandse en binnenlandse politiek nog heel wat onaangename verrassingen opduiken. Dat mag Merz sinds kort ervaren.
Tijdens een optreden in de TV-talkshow ‘Maischberger’ was de kandidaat-kanselier van de CDU/CSU gevraagd naar welke coalitiepartner zijn voorkeur zou uitgaan, mocht hij de verkiezingen winnen. Veel keuze heeft hij eigenlijk niet. Een coalitie met de rechts-radicale Alternative für Deutschland (AfD) en de links-radicale Die Linke is voor de christendemocraten uitgesloten. De liberale FDP, de natuurlijke partner van de Union, flirt met de kiesdrempel van vijf procent en het links-conservatieve Bündnis Sahra Wagenknecht (BSW) haalt die wellicht zelfs niet. Blijven over: de SPD en Bündnis90/Die Grünen. En zo gebeurde het dat Merz in die uitzending zei: ‘We hebben een beleidswissel nodig – met of zonder Habeck’.
Markus Söder reageerde prompt: ‘Met de CSU komt Zwart-Groen er niet en zeker geen Habeck als minister van Economie!’ (Zwart is de partijkleur van de christendemocraten – red.). Het quasi-open-grenzen-beleid, de economische regeldrift en de woke-opvattingen van de Groenen stoten vele Duitse christendemocratische kiezers tegen de borst. In zee gaan met de Groenen, en eventueel zelfs met hun boegbeeld Habeck, zou in dat opzicht als een ‘Weiter so’ overkomen, een verder-doen met het beleid dat de ‘Ampel’ gevoerd heeft. Van een echte beleidswissel zou er dan blijkbaar geen sprake zijn.
In plaats van de gelederen te sluiten ontketent Söder een interne strijd. Door te fulmineren tegen de Groenen brengt hij Merz in een lastig parket. Merz kan de Groenen niet volledig afbranden: er zijn immers raakpunten op het vlak van de buitenlandpolitiek (meer bepaald steun aan Oekraïne) en de bespreekbare afschaffing van het Bürgergeld, het sociale bijstandsbedrag dat de SPD als paradestuk uit haar hoed had getoverd. Bovendien regeert de CDU in twee deelstaten, Sleeswijk-Holstein en Noordrijn-Westfalen, met de Groenen als juniorpartner. De Groenen bij voorbaat federaal uitsluiten zou neerkomen op een kritiek jegens de respectievelijke CDU-minister-presidenten Daniel Günther en Hendrik Wüst. Söder kent dat probleem niet. Met zijn radicale afwijzing van de Groenen probeert hij zijn eigen achterban af te schermen tegen de lokroep van de Freie Wähler, zijn rechtse concurrenten in Beieren.
Merz moet Scholz zo klein mogelijk zien te houden. De houding van Söder komt hem intussen heel ongelegen. Die twist binnen de eigen politieke familie maakt Merz kwetsbaar voor de kritiek als zou hij misschien toch niet voor een radicaal alternatief jegens de gewezen ‘Ampel’ staan. Hij kan dat niet zomaar over zich heen laten gaan. Met zijn strijdbare rede tijdens de vertrouwensstemming in de Bondsdag op 16 december gaf hij tegengas. Hij trok hevig van leer tegen het voorbije beleid van Scholz en noemde Habeck zelfs ‘het gezicht van de economische crisis’. Misschien versterkt hij zo weer het imago van ‘Hoffnungsträger’, iemand op wie de tegenstanders van de ‘Ampel’ hun hoop hadden gesteld.
Dirk Rochtus doceert Duitse geschiedenis en internationale politiek aan KU Leuven/Campus Antwerpen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier