Tim Brys
‘Journalisten in Gaza zijn cruciaal om de oorlogsmisdaden vast te leggen en verhalen van slachtoffers te vertellen’
‘Hoe duidelijker de oorlogsrealiteit kan in kaart gebracht worden, des te minder excuses er zijn voor regeringsleiders om geen doortastend buitenlands beleid te voeren, om niet in te grijpen waar mensenrechten geschonden worden en om de verantwoordelijken niet terecht te stellen’, schrijft Tim Brys over het almaar afnemende aantal journalisten in Gaza, terwijl de oorlog er verder gaat.
Nul. Zoveel buitenlandse journalisten zijn er in Gaza om op relatief onafhankelijke wijze te verifiëren wat er gaande is. Handelt het Israëlische leger als het meest humane leger ter wereld, de mantra die premier Netanyahu steeds weer herhaalt? Of is er een genocide aan de gang, hetgeen het Internationaal Gerechtshof in Den Haag onderzoekt? Zijn de massa’s burgerdoden te wijten aan Hamas’ gewoonte om burgers als menselijke schilden te gebruiken? Of heeft Israël bewust gekozen voor ongezien veel ‘collateral damage’, zoals Israëlische onderzoeksjournalisten van +972 Magazine en Local Call hoorden van insiders.
Hoe worden de overgebleven gijzelaars in handen van Hamas behandeld? Wat met de ooggetuigenverslagen over Israëlische soldaten die Palestijnen folteren? Palmt Hamas de weinige humanitaire hulp in die nog binnenkomt? Waarom worden bejaarde Palestijnse vrouwen in een kerk doodgeschoten door een sniper? En waarom plaatsen Israëlische soldaten filmpjes van zichzelf op sociale media waarin ze winkels vernielen, boeken verbranden, verlaten scholen, moskeeën, universiteiten en ziekenhuizen opblazen, terwijl ze ostentatief en goedlachs sadistische mopjes maken?
Dit zijn het soort vragen die oorlogsjournalisten kunnen onderzoeken, maar Israël ontzegt de buitenlandse pers de toegang tot de Gazastrook, naar eigen zeggen omwille van veiligheidsoverwegingen. Ook Egypte is hieraan medeplichtig, omdat het geen verslaggeving over de aanpalende Sinaï wenst.
Documentatie
De brutale massamoord van Hamas op 7 oktober is ondertussen goed gedocumenteerd, onder andere dankzij de bodycambeelden van Hamassoldaten zelf. Onthoofdingen, verkrachtingen, sadistische amputaties, willekeurige moorden op Israëlische mannen, vrouwen en kinderen, … Het zal waarschijnlijk de basis vormen voor een veroordeling van de Hamas kopstukken wegens genocide.
De journalistieke documentatie van wat er al bijna 8 maanden lang in Gaza gebeurt, wordt echter hoofdzakelijk verzorgd door een gestaag slinkend aantal Palestijnse journalisten in de strook. Volgens het New-Yorkse Committee to Protect Journalists stierven er al minstens 98 lokale journalisten, wat dit de dodelijkste periode voor journalisten ter wereld maakt sinds hun tellingen begonnen in 1992.
Grondig documenteren wat er gebeurt, is dus heel moeilijk, ook al omdat Hamas niet bepaald bekend staat als voorvechter van de persvrijheid. In de eerste maanden van de oorlog liet Israël soms nog buitenlandse journalisten tot de strook toe in strikt gecontroleerde ‘embeds’ in legerunits en op voorwaarde dat het leger nadien haar goedkeuring gaf voor publicatie. Dat is hoogstwaarschijnlijk meer dan Hamas zou doen, maar objectieve verslaggeving levert het niet op.
Ondertussen worden embeds ook niet meer uitgevoerd, zegt Midden-Oostenkenner Graeme Wood. In een recent opiniestuk in The Atlantic betreurt hij Israëls aan banden leggen van de pers, omdat dit in het voordeel van Hamas zou spelen. “Een infanticide die niemand kan zien, wekt argwaan op,” schrijft hij schijnbaar zonder ironie, nadat hij vermeldde dat het legaal is om kinderen te doden wanneer ze als menselijk schild gebruikt worden. Als Israël niets te verbergen heeft, dan laat het land beter buitenlandse journalisten toe in Gaza. Zij kunnen dan de Israëlische bewering staven dat de infanticide in Gaza een onvermijdelijk en betreurenswaardig neveneffect is van de rechtvaardige oorlog tegen Hamas.
Toegang
Tot Israël onafhankelijke journalisten binnenlaat moeten we het doen met de weinige verslagen van de overgebleven Palestijnse journalisten, en de beelden die burgers op sociale media de wereld insturen. Die hebben echter niet overal in het westen de nodige overtuigingskracht. Daarom zijn westerse journalisten broodnodig in Gaza: die zijn namelijk iets moeilijker te negeren. Journalisten van de grootste buitenlandse media veroordeelden reeds in februari in een open brief de gevaarlijke situatie voor Palestijnse journalisten en het gebrek aan toegang tot de Gazastrook: “Het is essentieel dat de veiligheid van lokale journalisten gerespecteerd wordt en dat hun inspanningen versterkt worden door de journalistiek van leden van de internationale media. Een uitgebreide verslaggeving over het conflict ter plaatse is absoluut noodzakelijk.”
Oorlogsmisdaden van beide kanten moeten zoveel mogelijk gedocumenteerd worden en de verhalen van slachtoffers verteld. Op z’n minst zodat niemand in het Westen achteraf kan zeggen dat ze niet wisten wat er zich in Gaza afspeelde. Hoe duidelijker de oorlogsrealiteit kan in kaart gebracht worden, des te minder excuses er zijn voor regeringsleiders om geen doortastend buitenlands beleid te voeren, om niet in te grijpen waar mensenrechten geschonden worden en om de verantwoordelijken niet terecht te stellen.
En als dat geldt voor Gaza, dat al maanden uitgebreid in de pers verschijnt, dan geldt dat des te meer voor de conflicten in Myanmar, Congo, Soedan, Jemen en andere plaatsen, waar we amper iets over horen.
Tim Brys is Master in Midden-Oosten studies (Beiroet) en actief in vredestichtend werk in Libanon.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier