Joris Van Bladel, expert van het Russische leger: ‘Het poetinisme kan niet zonder oorlog’

‘We moeten nadenken over de herinvoering van de dienstplicht.’ © REUTERS
Jeroen Zuallaert

Sinds het begin van de invasie in Oekraïne bleek het Russische leger slecht voorbereid en leed het enorme verliezen. In Land van het grote sterven analyseert Joris Van Bladel, expert van het Russische leger, waarom de Russen ondanks alles toch blijven doorvechten. ‘Dames en heren, het spijt mij u te moeten melden: wij zijn in oorlog met Rusland.’

‘Ik heb een wat apart ritueel’, vertelt Joris Van Bladel halverwege het gesprek. ‘Elk jaar in april herlees ik hoe Georgij Zjoekov, de opperbevelhebber van het Rode Leger, in 1945 de aanval op Berlijn inzette. De eerste drie dagen van het offensief verloor hij 30.000 soldaten, en schoof nauwelijks enkele kilometers op.

‘Zjoekov, de grote held van de Tweede Wereldoorlog, maakte zware inschattingsfouten en nam tal van verkeerde beslissingen. Elk jaar herlees ik het met verbijstering en ongeloof. Het gaat mijn voorstellingsvermogen te boven. Maar finaal neemt Zjoekov op 8 mei Berlijn in.’ Van Bladel pauzeert, kijkt me strak aan. ‘Dat is voor mij de essentie van het Russische leger.’

Joris Van Bladel mag gerust als ’s lands voornaamste expert gelden wanneer het aankomt op het Russische leger. Tijdens zijn carrière in het Belgische leger en de Koninklijke Militaire School ging hij in de jaren negentig slavistiek studeren.

In de beginjaren van Vladimir Poetins eerste ambtstermijn schreef hij een doctoraat over het Russische leger, waarvoor hij uitgebreide gesprekken voerde met Russische officieren, soldaten en rekruteerders. ‘Dat waren andere tijden’, zegt Van Bladel. ‘Ik had toen nooit het idee dat ik “de vijand” zou bestuderen.’

Tijdens Van Bladels onderzoek werd het Russische leger volop gemoderniseerd. Het Sovjetleger was altijd een massaleger geweest, dat vooral uit dienstplichtigen bestond. Na de val van de Sovjet-Unie zou het leger ook in Rusland evolueren naar een professioneel leger naar westers model, waarin beroepsmilitairen de dienst uitmaakten.

‘Er is enorm veel geweld in de eigen rangen. Er zijn duizenden filmpjes te zien waarin Russische soldaten worden afgetuigd.’

Toen hij zijn doctoraat in 2004 afrondde, waarschuwde Van Bladel al dat het niet zou gebeuren. ‘Je zag toen al dat het Russische leger vasthield aan zijn oude gewoonten. Het imiteerde het Westen, maar was niet bereid de implicaties van het professionele leger te aanvaarden. In Oekraïne zien we vandaag elke dag nog de gevolgen.’

In Land van het grote sterven, zijn eerste boek, richt Van Bladel zich op de opmerkelijke militaire cultuur die het Russische leger onderhoudt. Die is, op z’n zachtst gezegd, brutaal. ‘In westerse legers horen officieren en soldaten een professionele vertrouwensrelatie te hebben’, legt Van Bladel uit.

‘Een soldaat uit een NAVO-leger weet dat zijn officieren hem geen gewisse dood in sturen. Die garantie heeft de Russische soldaat niet. In het Russische leger heeft het militaire doel altijd prioriteit op het lot van het individu.’

Militaire dienstplicht: zou u willen vechten voor uw land?

Tegelijk presteert het Russische leger in Oekraïne niet bepaald indrukwekkend, toch?

Joris Van Bladel: We hebben de neiging om minnetjes te doen over het Russische leger. Aan het begin van de invasie van Oekraïne lachten we hoe slecht het georganiseerd was. We vinden het barbaars dat Russische officieren hun soldaten op zo’n mensonwaardige manier behandelen. Maar tegelijk stel ik vast dat de Russen, ondanks al die tekortkomingen, blijven doorvechten. Ze passen zich voortdurend aan. Het Russische leger stort vooralsnog niet in elkaar.

Hoe verklaart u dat?

Van Bladel: In mijn analyse heeft dat alles met de Russische militaire cultuur te maken. Het referentiepunt van het Russische leger is nog altijd de Tweede Wereldoorlog. De legerleiding heeft mentaal nooit afstand genomen van het idee dat een maatschappij op elk moment klaar moet zijn om een totale oorlog te vechten.

U stelt dat Rusland kracht put uit zijn zwakte.

Van Bladel: (knikt) De gemiddelde Russische soldaat is minder goed getraind dan de doorsnee NAVO-soldaat. Hij krijgt bevelen die onuitvoerbaar zijn. Het is vaak een en al chaos. En toch zijn Russische soldaten enorm weerbaar. Ja, volgens onze normen en waarden is wat zij doen afstotelijk. Wij vinden – terecht – dat mensen zo niet behandeld horen te worden. Maar tegelijk blijven ze toch maar vechten.

Hoe zou u de Russische militaire cultuur definiëren?

Van Bladel: Een van de belangrijkste aspecten is de enorme tolerantie voor geweld. Die brutaliteit hebben ze tegenover de tegenstander: ze maken weinig onderscheid tussen militairen en burgers. Maar er is ook enorm veel geweld in de eigen rangen. Er zijn duizenden filmpjes te zien waarin Russische soldaten worden afgetuigd of mishandeld. Er bestaat een vrijwel totale straffeloosheid voor soldaten die zich zo gedragen, als het al niet wordt aangemoedigd.

Waarom grijpen officieren niet in?

Van Bladel: Een belangrijk deel van de Russische militaire training is gebaseerd op pijn en ontbering. Toen ik aan mijn doctoraat werkte, hebben soldaten me foto’s getoond van hun kazerne. Dat waren gebouwen waar nauwelijks nog ramen in zaten, zonder warm water, met smerige toiletten. De eerste reactie van Russische rekruten was meestal: hoe moet ik hier overleven?

© REUTERS

En die ontberingen zorgen dan voor een soort samenhorigheid?

Van Bladel: Integendeel, het is de wet van de sterkste. Het is een illusie dat mensen in zulke omstandigheden een natuurlijke drang tot solidariteit hebben. Lees Primo Levi eropna: in extreme omstandigheden is het ieder voor zich. In Rusland is de hele maatschappij eigenlijk zo georganiseerd, zeker als je niet in de grote steden woont. Veel Russen zijn gefocust op overleven.

Is die hardheid van Russische soldaten niet vooral een mythe?

Van Bladel: Zeker niet. Russische soldaten vertelden me ooit het verhaal van een compagnie die op oefening ging. Ze moesten twee weken lang totale radiostilte houden. Pas na vier weken heeft de compagniecommandant al zijn moed bij elkaar geraapt om zijn bataljonscommandant te bellen. Die reageerde stomverbaasd: de oefening was al twee weken afgelopen. Een maand lang heeft die compagnie overleefd, zonder enige vorm van bevoorrading. Dat wordt in geen enkel westers leger gepikt.

Wat leert die anekdote u?

Van Bladel: Het is barbaars. Het is dom. Het is inefficiënt. En toch slaan ze zich erdoor. Vanuit puur militair standpunt moet je daar ook enige bewondering voor hebben.

U merkt in uw boek ook op dat risicovol gedrag onder Russische soldaten bijna wordt aangemoedigd.

Van Bladel: Er heerst een soort nonchalance en machogedrag dat ondenkbaar is in een westers leger. Roken naast een munitieopslag of een tankstation, of wapengebruik zonder enige vorm van veiligheidsmaatregelen zijn schering en inslag.

Zorgt dat gedrag niet voor enorme problemen?

Van Bladel: Absoluut. Elk jaar telt het Russisch leger vele honderden ‘vredesdoden’: door zelfmoord, dodelijke ongevallen of als gevolg van mishandelingen.

‘Er heerst een soort nonchalance en machogedrag dat ondenkbaar is in een westers leger. Roken naast een munitieopslag? Schering en inslag.’

Waarom gebeurt daar niets aan?

Van Bladel: Het Russische leger beschouwt het als een onderdeel van de job. Het dedain tegenover nabestaanden is stuitend. Dat zie je ook tijdens de oorlog in Oekraïne: de Russen laten hun kameraden vaak gewoon achter op het slagveld. De Oekraïners hebben duizenden lichamen van Russische soldaten liggen en willen die maar al te graag teruggeven, maar de Russen hebben er nauwelijks interesse voor.

U noemt het Russische leger ‘inefficiënt maar effectief’. Wat bedoelt u daarmee?

Van Bladel: Het Russische leger is volledig gefocust op effectiviteit. Het bereikt zijn doelen, zelfs als het daarvoor nodeloos veel risico moet nemen. Het is bereid om een enorm aantal doden te aanvaarden, zowel onder de eigen soldaten als onder de burgerbevolking.

Geeft u eens een concreet voorbeeld.

Van Bladel: Het Russische leger doet nog altijd aan reconnaissance by fire. Het doet aan verkenning door in de aanval te gaan. Stel dat een commandant het vermoeden heeft dat ergens verderop een tank op de loer ligt. In veel eenheden stuurt die commandant dan een peloton van een dertigtal mensen erop uit om het te checken. Dat is effectief, want de compagnie komt er inderdaad achter of er een tank is. En het is hopeloos inefficiënt, want die tank schakelt doorgaans de helft van het peloton uit.

Dat is toch ronduit verschrikkelijk?

Van Bladel: En toch past het Russische leger het nog altijd toe. Je ziet het aan de manier waarop ze ook vandaag nog in de Donbas vechten. Doorgaans maken ze gevechtsgroepen van vijftien à twintig soldaten, die ze in golven op de stellingen van de Oekraïners afsturen.

© REUTERS

En die doorgaans door de Oekraïners worden neergemaaid.

Van Bladel: (knikt) De dodentol is immens. In december 2024 en januari 2025 vielen er aan Russische kant 1500 doden per dag.

Hoe betrouwbaar acht u de aantallen gesneuvelden die circuleren?

Van Bladel: Het meest betrouwbare cijfer is dat van BBC News Russian en het Russische medium Meduza. Zij tellen enkel de geverifieerde doden: doden die geregistreerd staan, of van wie we weten dat ze begraven zijn. Zij kwamen eind januari op minstens 90.000 Russische doden, al geven ze aan dat het een grove onderschatting is. Ze gaan ervan uit dat het aantal Russische doden tussen de 135.000 en de 200.000 ligt. (nadrukkelijk) Welk land kan zich dat veroorloven? Welk regime kan zich zo veel doden veroorloven zonder dat de bevolking in opstand komt?

Meer geweld, meer repressie en drones in het curriculum: ‘Wat we nu zien, is het ware Rusland. Helaas.’

Waarom komen de Russen niet in opstand bij dergelijke dodentol?

Van Bladel: Zelfs als niet alle Russen het eens zijn met deze oorlog, is er geen echte anti-oorlogsbeweging. De vrouwen en moeders die de voorbije maanden protesteerden, zijn niet per se tegen de oorlog. Zij hadden de belofte gekregen dat ze een appartement kregen als hun man zou gaan vechten, en de staat kwam die belofte niet na. Een beetje cru gesteld: die vrouwen willen dat appartement, niet het einde van de oorlog.

Het leger geniet in peilingen een enorm aanzien bij de Russen. Toch staan ze niet te springen om dienst te nemen in het leger.

Van Bladel: Veel Russen bewegen hemel en aarde om niet in het leger te hoeven. Ze weten donders goed hoe het er toegaat. En toch vinden ze het een respectabele organisatie. In 2002 sprak ik met een jongeman die opgeroepen werd voor zijn dienstplicht. Hij had al het mogelijke gedaan om zijn dienstplicht te ontlopen: een enorm medisch dossier, psychiatrische verslagen, regelrechte corruptie. Toen hij werd afgekeurd, wenste ik hem geluk omdat hij het misbruik in het oubollige Russische leger niet hoefde te ondergaan. Hij werd boos. ‘Het is wel het sterkste leger ter wereld’, beet hij me toe.

Hoe verklaart u dat?

Van Bladel: Het heeft te maken met de propaganda en het onderwijssysteem,  waar militaire waarden en historische mythes centraal staan. Tegelijk speelt er iets psychologisch. Er zit in het narratief van bijna alle Russische soldaten een soort pastoraal denken. Rusland is voor hen een soort thuis, een soort baken van stabiliteit, een plek waar ze tot rust komen, superieur en onvergelijkbaar met enig andere plaats.

‘In december en januari vielen er aan Russische kant 1500 doden per dag.’

Terwijl de Russische staat er net voor zorgt dat zo veel Russen een armoedig leven leiden.

Van Bladel: (grijnst) Russen hebben een onwaarschijnlijk talent voor cognitieve dissonantie. Het is niet te begrijpen, vooral als je al eens op het Russische platteland bent geweest. De armoede is er enorm. Er is nauwelijks werk. Het alcoholisme is alomtegenwoordig. En toch idealiseren zij hun vaderland als een soort mentale refuge.

Snappen zij dan niet door wat voor regime ze geregeerd worden?

Van Bladel: (hoofdschuddend) Ze weten dat hun overheid permanent liegt. Ze weten dat ze constant propaganda te zien krijgen. Ze lezen als geen ander tussen de lijnen.

Hoe verklaart u dat het Russische leger nooit hervormd is geraakt?

Van Bladel: Rusland heeft vooruitstrevende militaire denkers gehad, die écht geprobeerd hebben om te hervormen. Ze zijn jaloers op het Amerikaanse leger. Maar tegelijk wantrouwen ze het concept van een professioneel leger. Ze noemen het een najomnaja armija, een ‘gehuurd leger’. Fundamenteel vinden ze het on-Russisch om soldaten mee te laten denken met hun officieren.

U benadrukt het belang van de Eerste Tsjetsjeense Oorlog (1994-1996) om de Russische invasie van Oekraïne te begrijpen.

Van Bladel: Het Russische leger heeft in die oorlog tienduizenden van zijn eigen burgers vermoord. Ze hebben lukraak hun artillerie ingezet: ze hadden geen idee op wie of wat ze vuurden. De incompetentie van het militaire optreden was stuitend. Ze hebben Grozny, de hoofdstad van Tsjetsjenië, helemaal platgegooid. Alle gruwel en brutaliteit die we vandaag in Oekraïne zien, hebben we dertig jaar geleden al in Tsjetsjenië gezien.

Ook in Tsjetsjenië onderschatte Rusland aanvankelijk de tegenstand.

Van Bladel: Dat gebeurt in bijna alle militaire conflicten waaraan Rusland deelneemt. Bijna altijd overschatten ze zichzelf. Bijna altijd denken ze dat ze het in twee weken tijd wel zullen klaren.

Dat gebeurde ook in Oekraïne: de eerste zes maanden presteerde het Russische leger rampzalig slecht. Maar vervolgens paste het zich aan, en zette het enorme brutaliteit in om de vooropgestelde doelen te halen. Dat adaptatievermogen is voor mij belangrijker dan de disfuncties.

‘De Russen overschatten zichzelf steeds weer. Bijna altijd denken ze dat ze het in twee weken tijd wel zullen klaren.’

Is Rusland in het voordeel naarmate de oorlog langer duurt?

Van Bladel: Objectief gezien klopt het natuurlijk. Rusland heeft een grotere economie, een grotere wapenindustrie, een grotere bevolking. Maar oorlogen werken niet zo. Het Russische systeem is sterk maar fragiel. We weten niet hoe de relatie tussen Poetin en de elite verloopt. We hebben het vaak over hoe moeilijk Oekraïne aan soldaten komt, maar ook Rusland heeft moeite om te rekruteren. Voorlopig redden ze het, maar ook dat heeft zijn limieten.

Sinds hij aan de macht is, heeft Poetin bijna voortdurend oorlog gevoerd. In welke mate heeft het poetinisme oorlog nodig om te functioneren?

Van Bladel: Kijk naar hoe Poetins populariteit evolueert. Zijn populariteit daalt wanneer de economie slecht draait en de oppositie zich kan organiseren. Zijn populariteit piekt wanneer hij een oorlog begint. Hij heeft zijn reputatie van sterke leider gevestigd tijdens de Tweede Tsjetsjeense Oorlog (1999-2009). Hij heeft jaren geteerd op de annexatie van de Krim. Oorlog is voor Poetin essentieel om zijn populariteit op peil te houden. Het poetinisme kan niet zonder oorlog.

Joris Van Bladel. © Keke Keukelaar

Hebt u al een noodpakket klaarliggen, zoals NAVO-secretaris-generaal Mark Rutte onlangs suggereerde?

Van Bladel: Nee. Ik begrijp waar die opmerking vandaan komt: het is strategische communicatie om de bevolking te wijzen op de ernst van te situatie. Maar de discussie over een noodrantsoen is pure symboolpolitiek.

Waarom?

Van Bladel: Omdat veiligheid en defensie een prioritaire taak van de overheid is, en de overheid daarin momenteel uiterst nalatig is. Zeg mij eens: hoe staat het met onze luchtverdediging? Met onze gevechtscapaciteit? Hoeveel nucleaire bunkers heeft ons land?

Eh. Geen enkele?

Van Bladel: Inderdaad, en Nederland ook niet. Dan zie ik eerlijk gezegd niet in waarom ik wat extra pasta moet inslaan. Onze weerbaarheid wordt niet gemeten op basis van het aantal kilo pasta dat in onze kelder ligt. Weerbaarheid is een houding waaraan we allemaal samen moeten werken.

‘Noodrantsoenen? Onze weerbaarheid wordt niet gemeten op basis van het aantal kilo pasta dat in onze kelder ligt.’

Gelooft u in het scenario waarbij Rusland de NAVO aanvalt?

Van Bladel: Ik sluit dat niet uit. Strategisch zou het onverantwoord zijn om er geen rekening mee te houden. Ik heb wel een probleem met al die voorspellingen dat het Russische leger over drie jaar de Baltische staten zal aanvallen. We kunnen momenteel niet eens de sterkte van het Russische leger in de Donbas inschatten. Een beetje terughoudendheid en bescheidenheid in onze analyses is op z’n plaats.

Defensiespecialist Steven Blockmans: ‘Het nekschot voor de NAVO is nog niet gegeven’

Maar u sluit een conflict met Rusland niet uit?

Van Bladel: Dames en heren, het spijt mij u te moeten melden: wij zijn in oorlog met Rusland. De Russische propaganda en het politieke narratief van het Kremlin laten daarover geen twijfel bestaan. De vraag is alleen wat de aard van dat conflict zal zijn. Een massale Russische inval op NAVO-gebied acht ik niet waarschijnlijk. De Russische strategische traditie kiest doorgaans voor asymmetrische oorlogsvoering wanneer ze een sterke tegenstander tegenover zich hebben. Ze zullen ons permanent testen en ondermijnen.

Kunnen we iets leren van de Russische militaire cultuur? Vindt u dat het Westen te ver is gegaan in zijn legerhervormingen?

Van Bladel: Ik wil voor alle duidelijkheid op geen enkele manier het Russische leger kopiëren. Maar tegelijk stel ik vast dat we voor een strategische uitdaging staan, waaraan wij ons moeten aanpassen. Onze legers moeten misschien weer een beetje meer massaleger worden.

Waaraan denkt u dan?

Van Bladel: Een concreet voorbeeld is de herinvoering van de dienstplicht. Daarover moeten we nadenken, tenminste onder de juiste voorwaarden.

Wat zijn die voorwaarden?

Van Bladel: Dat soldaten tot soldaten worden opgeleid, en niet dienen om klusjes uit te voeren zoals dat vroeger wel eens het geval was.

Nu klinkt u als de oude militair die klaagt dat de jongere generaties te soft zijn geworden.

Van Bladel: (glimlacht) Dat is voor alle duidelijkheid niet zo. Onze manier van leven is waardevol. Wij moeten onze verzorgingsstaat en rechtsstaat koesteren en waarborgen voor onze kinderen. Niet alleen tegenover Rusland, maar ook tegenover de Elon Musks van deze wereld. We moeten beseffen dat wij een eiland zijn van stabiliteit en vrede. En dat we ons moeten inspannen om dat te vrijwaren.

Joris Van Bladel, Land van het grote sterven, Prometheus, 272 blz., 23,99 euro.

Joris Van Bladel

1966: Geboren in Lier.

1984-2006: Militaire carrière in het Belgische leger.

Studies: Sociale en militaire wetenschappen aan de Koninklijke Militaire Academie (1985-1989) en slavistiek aan de UGent (1992-1996).

1996-2004: Doctoreert aan de Universiteit van Groningen met een thesis over het Russische leger.

Verbonden aan de Universiteiten van Uppsala, Toronto en Rotterdam, de Stiftung Wissenschaft und Politik in Berlijn en het Austria Institut für Europa und Sicherheitspolitik in Wenen.

2022-nu: Senior associate fellow bij het Egmontinstituut.

2025: Publiceert Land van het grote sterven, hoe Rusland de westerse logica tart.

Partner Content