Mark Van de Voorde

‘Israël schendt niet alleen het humanitair recht maar ook zijn religieuze morele grondslagen’

Mark Van de Voorde Onafhankelijk publicist en gewezen raadgever van Herman Van Rompuy, Yves Leterme en Steven Vanackere.

‘Nooit is een heel volk schuldig aan wat zijn leiders doen. Toch reageert Israël op de gruwelijke aanval  van Hamas op  7 oktober alsof het hele Palestijnse volk schuldig is aan die oorlogsmisdaad’, schrijft Mark Van de Voorde. ‘Niet alleen schendt Israël hiermee het oorlogsrecht en het humanitair recht, maar verloochent het ook zijn eigen religieuze morele grondslagen.’

Na de gruweldaden van Hamas op Israëlisch grondgebied stuurde een jonge Palestijn aan een bevriende Israëli het bericht: ‘Ik weet wel, mijn woorden veranderen niets en betekenen weinig, maar het doet mij vreselijk veel pijn wat mijn volk jouw volk aandoet.’

Die jonge moslim is niet de enige Palestijn die zo denkt en vredelievende banden heeft met joodse mensen. De gelijkenis ‘Palestijnen=Hamas=terroristen’ gaat dus niet op. Toch lijkt de Israëlische regering zo te denken. Het Israëlische leger bombardeert ziekenhuizen, scholen en woonwijken in Gaza, alsof alle Gazanen terroristen zouden zijn.

Geen enkel leed kan de wraakneming rechtvaardigen die Israël nu systematisch uitvoert. Het treft immers niet alleen Hamas maar nog veel meer onschuldige burgers. Het verplicht ze bovendien om hun huizen te verlaten en naar het zuiden van Gaza te gaan (waar ze evenmin veilig zijn). Gedwongen verplaatsing is een oorlogsmisdaad.

Burgers die blijven, beschouwt Israël als terroristen. Ook dat is een schending van het oorlogsrecht. Israël verhindert of houdt humanitaire hulp tegen, wat een schending is van het internationaal humanitair recht. Met zijn blokkade van de Gazaregio grijpt Israël naar de middeleeuwse uithongeringspolitiek van de belegering. Onvoorstelbaar!

Tevens laat de Israëlische overheid de kolonisten op de Westelijke Jordaanoever vrij om Palestijnen te verjagen en te vermoorden die niets met Hamas en de terreurdaden te maken hebben. Israëlische vredesactivisten vrezen dat er een etnische zuivering zit aan te komen, als die wandaden geen halt wordt toegeroepen.

(Lees verder onder de preview.)

Voor het Westen is het lastig om het optreden van Israël aan te klagen gezien het Holocaustverleden. Uiteraard gaat de vergelijking ‘Israëlkritiek=antizionisme=antisemitisme’ niet op, maar we zijn bang dat onze kritiek antisemitisch zal worden genoemd. Ja, er wordt soms misbruik wordt gemaakt van de Holocaust om de eigen misdaden goed te praten, maar we mogen het niet zeggen.

Wat we wel kunnen en mogen zeggen is dat Israël drie principes schendt van het oorlogsrecht: het principe van onderscheid, het principe van voorzorg en het principe van proportionaliteit. De bombardementen maken geen onderscheid tussen strijders en burgers. Dat het overgrote deel van doden en gekwetsten van zijn bombardementen onschuldige burgers (zullen) zijn, weet het Israëlische leger immers op voorhand.

Door audioberichten te sturen en pamfletten uit te strooien doet Israël alsof het het principe van voorzorg respecteert, maar de Gazanen kunnen nauwelijks wegvluchten: de wegen worden gebombardeerd. En wie in scholen een schuilplaats zoeken, zitten evenmin in veiligheid.

Tegenover de 1500 doden door Hamas heeft Israël wellicht al zevenduizend Palestijnen gedood, om het nog niet te hebben over de materiële schade: heel het Noorden van Gaza is platgegooid. Het principe van de proportionaliteit is allang geschonden.

Het merkwaardige is dat de regering-Natanyahu die zich – meer dan vorige regeringen – beroept op de religieuze fundamenten van de joodse staat, niet alleen het oorlogs- en humanitair recht schendt, maar ook haar eigen religieuze morele grondslagen verloochent.

(Lees verder onder de preview.)

We kennen allemaal de uitdrukking: oog om oog, tand om tand. Wij kennen ze vooral, omdat het Nieuwe Testament van de christelijke Bijbel het verwerpt. In de Bergrede (Matteüs 5) zegt Jezus van Nazareth: ‘Jullie hebben gehoord dat gezegd werd: Een oog voor een oog, een tand voor een tand. Dit zeg ik daarover: verzet je niet tegen wie kwaad doet…’

Jezus verwijst hiermee naar het joodse weerwraakprincipe van ‘tand om tand, oog om oog’, ook het talioprincipe genoemd, dat op drie plaatsen in de Thora staat, de eerste vijf boeken van de Joodse Bijbel (Tenach, ons Oud Testament): namelijk in Exodus 21, Leviticus 24 en Deuteronomium 19).

Dat het driemaal vermeld wordt en ook nog eens in drie (joodse) Bijbelboeken, betekent dat het talioprincipe belangrijk was. Die aanmaning om nooit grenzeloos wraak te nemen maar enkel proportioneel te vergelden, wilde immers duidelijk maken dat het joodse volk humaner was dan de omringende volkeren. Als uitverkoren volk moet het joodse volk ook respect opbrengen voor de vijand, want ook die is een schepsel Gods. In Exodus 19 liet Jahwe weten: ‘De hele aarde is van mij, en alle volken zijn van mij.’

Dat Israël in zijn optreden in Gaza en tegenover de Palestijnen in het algemeen zelfs zijn eigen morele grondslagen meent te mogen verloochenen moet pijnlijk en dramatisch zijn voor elke rechtgeaarde jood.

Mark Van de Voorde is onafhankelijk publicist.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content