Israël en Hezbollah stap dichter bij openlijke oorlog
Maar Israël heeft nog niet genoeg manschappen paraat om Libanon binnen te vallen.
Al bijna een jaar voert Israël een defensieve oorlog aan de grens met Libanon. Het stramien is gekend. Burgers aan weerszijden van de grens zijn weggevlucht. Hezbollah, de sjiïtische militie in Libanon, schiet raketten af en lanceert drones naar steden en kazernes op Israëlisch grondgebied. Het Israëlische leger antwoordt met artillerievuur en luchtaanvallen. Dat patroon is nu doorbroken.
Na de verrassingsaanval door Hamas op 7 oktober, moesten de Israëlische inlichtingendiensten toegeven dat ze de groepering al een tijd niet meer nauwlettend in de gaten hadden gehouden. Hun inspanningen waren vooral uitgegaan naar Hezbollah, een meer te duchten vijand. De jongste gebeurtenissen wijzen er inderdaad op dat Israël diepgaand in de strijd tegen Hezbollah heeft geïnvesteerd.
Resultaat: op 17 september ontploften gelijktijdig duizenden beepers van Hezbollah-leden. Er vielen tientallen doden, duizenden gewonden en het communicatienetwerk van Hezbollah was verregaand uitgeschakeld. Alsof dat niet genoeg was, explodeerden een dag later honderden nog eens walkie-talkies. Het waren operaties die aangaven dat Israël bereid was het niveau van het conflict op te schroeven.
Na de beeperaanval in Libanon: ‘De Iraanse strategie valt in duigen’
Dat deed het ook, door twee dagen later een appartementsgebouw te bombarderen in de Beiroetse wijk Dahiyeh, een belangrijk bolwerk van Hezbollah. Bij die aanval kwamen Ibrahim Aqil om, stichtend lid van Hezbollah en hoofd van de militaire vleugel, en commandanten van het elitebataljon Radwan. De Libanese minister van Gezondheid meldde dat verder minstens 45 mensen gewond raakten.
Israël heeft al eerder hoge officieren van Hezbollah gedood in Beiroet. Zo liet Fuad Shukr het leven bij een Israëlisch bombardement op 30 juli. Maar dat was toen een vergelding voor een raketaanval op een Druzisch dorp op de Golanhoogten, waarbij 12 kinderen omkwamen. Aqils dood was een berekende zet van Israël om de dynamica van het conflict te veranderen, en Hezbollah een almaar hogere prijs te doen betalen.
Bufferzone
Sinds de beeperexplosies drijft Israël de nachtelijke luchtaanvallen op, en zijn vliegtuigen dringen verder dan tevoren het Libanese luchtruim binnen. Het leger beweert meer dan driehonderd lanceerinstallaties van Hezbollah te hebben vernietigd, inbegrepen een voorraad nog niet operationale langeafstandsraketten.
Een ontredderd Hezbollah reageerde pas in de ochtend van 22 september, met een salvo van 115 raketten op doelwitten dieper in noord-Israël dan gebruikelijk. De meeste van die raketten werden onderschept door het Israëliche luchtafweersysteem. Slechts een handvol burgers raakten gewond.
Ondanks die escalatie is er toch geen sprake van een openlijke oorlog. Geen van de twee partijen heeft al zijn volledige vuurkracht ingezet. Voor Hezbollah zou dit betekenen dat het veel meer raketten zou afvuren, ook op burgerlijke en militaire doelen in centraal Israël, en invallen zou doen op Israëlisch territorium. Israël zou vaker raketinstallaties kunnen bombarderen, ook in gebieden waar burgers wonen. Als ultieme middel zou het burgerlijke infrastructuur vernietigen in de hoop dat de Libanese bevolking zich tegen Hezbollah keert (een trend die nu al zichtbaar is). Militaire bronnen zeggen dat Israël een grondoffensief plant waarbij het een bufferzone zou inpalmen aan de Libanese grens.
Hoe kon Israël explosieven plaatsen in duizenden beepers?
Van voorbereidingen op zo’n invasie is daar nochtans niet veel te zien, ook al heeft het leger aangekondigd dat het een divisie die tot voor kort in Gaza actief was naar het noorden zal sturen. Gevechtseenheden trainden tijdens de sabbat in de kazernes, maar brachten alsnog geen stukken in stelling. ‘De plannen voor een inval liggen klaar’, zei een reserveofficier die betrokken is bij de voorbereidingen. ‘Maar er zijn nog niet voldoende manschappen om ermee van start te gaan.’
Verdeeldheid
Die aarzeling is mogelijks het gevolg van verdeeldheid in de hogere militaire en politieke echelons. Sommige beleidsmakers sturen aan op een snelle escalatie, vanuit de redering dat Israël moet profiteren van de chaos die nu heerst bij Hezbollah. Omzichtiger generaals, zoals minister van Defensie Yoav Galant, zijn gewonnen voor een graduele strategie, die Hezbollah de kans geeft om zijn standpunten te heroverwegen en toegevingen te doen.
Premier Benjamin Netanyahu heeft beloofd dat hij ervoor zal zorgen dat gevluchte burgers in het noorden van het land veilig kunnen terugkeren. ‘Onze doelen zijn duidelijk, onze daden spreken voor zich’, zei hij.
Netanyahu’s prioriteit is om te bewijzen dat hij tenminste op één front zijn claims kan waarmaken tegenover een almaar kritischer Israëlische bevolking. In Gaza heeft het leger de militaire infrastructuur van Hamas grotendeels van de kaart geveegd, ten koste van 40.000 Palestijnse levens. Maar de 101 Israëlische gijzelaars zijn nog niet gevonden, en Hamas dwingen tot een staakt-het-vuren op Israëlische voorwaarden is evenmin al gelukt. Netanyahu wil de aandacht nu naar het noorden afleiden.
Op 19 september richtte Hassan Nasrallah, secretaris-generaal van Hezbollah, zich via de radio tot zijn achterban. Hij drukte erop, zoals hij al deed in oktober vorig jaar, dat ‘wij onze aanvallen niet afblazen zo lang de vijand niet zijn oorlog stopt in Gaza’. In tegenstelling tot in Gaza bestaat er een kader voor een staakt-het-vuren in Libanon. De VN-resolutie 1701 draagt Hezbollah op om zich achter de rivier Litani terug te trekken, zo’n dertig kilometer van de grens. Maar Nasrallah weigert dat te doen zolang Israël in Gaza is.
Het is verre van duidelijk of Netanyahu de Israëlische burgers veilig kan laten terugkeren naar hun woonst in het noorden. Want wat de premier ook zegt, zijn doel en strategie blijven wat troebel. Maar wat Hezbollah betreft, lijkt Israël niet te wachten tot dat het geval zal zijn.
Israëlisch-Palestijns conflict
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier