Islamkenner Machteld Allan: ‘Interpretatie en symboliek interesseert salafisten geen reet’

Machteld Allan: 'Ik erger me eraan dat we moslims voortdurend als baby's behandelen.' © Linelle Deunk
Jeroen Zuallaert

Met Bid, vecht en heers maakt Machteld Allan het oermanifest van het salafisme in het Nederlands beschikbaar. ‘Het is een absoluut kutwerk, zo’n middeleeuwse tekst vertalen.’

Voor de doorsnee Knack-lezer is Regeren in overeenstemming met Allahs Wet niet echt een wervende tekst. Het manuscript, geschreven door de middeleeuwse schriftgeleerde Ahmad Ibn Taymiyya (1263-1328), geldt vandaag als grondmanifest van het salafisme. Met een bijna sardonische nauwgezetheid beschrijft Ibn Taymiyya de ideale islamitische staat, waar slavernij, oorlog en amputaties schering en inslag zijn.

Machteld Allan kan een blik van afgrijzen nauwelijks verhullen wanneer ze over haar laatste pennenvrucht spreekt. Later dit jaar verdedigt ze het proefschrift over het oeuvre van Ibn Taymiyya dat ze de voorbije jaren schreef. Met Bid, vecht en heers tekende ze alvast voor de eerste academische Ibn Taymiyya-vertaling in het Nederlands. En dat is belangrijk, vindt Allan. ‘Stel dat je morgen een introductieles over de islam moet geven. Wat lees je dan? Je kunt natuurlijk de Koran lezen, maar daarmee weet je eigenlijk niets. Je kunt je tot een imam of een academicus wenden, maar dan weet je niet of je met een apologeet of een moslimbasher spreekt. Vandaar dat ik Ibn Taymiyya geen slechte introductie vind. Hij refereert voortdurend aan de oerteksten. Het geeft je minstens een idee van hoe men in de islam met de heilige teksten omgaat.’

Het is de grote paradox van de islam: moslims gehoorzamen aan regels die door mensen zijn opgesteld.

Dat Ibn Taymiyya vandaag überhaupt nog bekend is, mag – excusez le mot – een godswonder heten. Na de dood van zijn laatste discipelen is zijn naam volledig uit de schriftuur verdwenen. ‘Het is een toeval dat we hem vandaag nog kennen’, zegt Allan. ‘Ibn Taymiyya was eigenlijk vergeten, tot op het einde van de achttiende eeuw een godsdienstwaanzinnige dorpsimam hem toevallig onder het stof vandaan haalt. Die imam, Abd al-Wahhab, slijt dat werk aan een ambitieuze krijgsheer, Ibn Saud, van wie de nazaten enorme olievoorraden ontdekken. En door die serie van toevalligheden is het Saudische wahabisme tegenwoordig de meest geëxporteerde islamvariant. Dat is diep tragisch voor de hele islamitische wereld.’

Waarom is Ibn Taymiyya zo belangrijk voor jihadistische bewegingen?

Machteld Allan: Omdat hij de eerste schriftgeleerde was die een fatwa (religieus advies, nvdr) uitvaardigde die toeliet om de jihad te voeren tegen andere moslims. Hij vond dat de Mamlukse sultans tegen de Mongolen moesten vechten, ook al hadden die zich bekeerd tot de islam. Hij ergerde zich eraan dat de Mongolen ondanks hun bekering de sharia niet invoerden. Die fatwa wordt vandaag door islamistische groeperingen aangehaald om de jihad te voeren tegen moslimse leiders die niet vasthouden aan strikt islamitische wetgeving. Hij werd gebruikt door Gama’a al-Islamiyya, de Egyptische terreurgroep die in 1981 de Egyptische president Anwar Sadat vermoordde. En hij is een van de belangrijkste inspiratiebronnen voor de Islamitische Staat (IS). Toen de IS in 2015 de Jordaanse piloot Mu’ath Al-Kasaesbeh levend verbrandde, legitimeerden ze dat in hun video met een citaat van Ibn Taymiyya.

Hoe zag de islamitische wereld eruit rond 1300?

Allan: Ibn Taymiyya leefde in een periode zonder islamitisch eenheidsrijk. Hij heeft daar eigenlijk een soort oplossing voor bedacht: zolang we een sterke leider hebben die de sharia toepast, kunnen we prima zonder kalifaat, vond hij. Maar net dat was het probleem, want de sultans van zijn tijd pasten de sharia niet toe. Zij regeerden via de zogenoemde klachtenhoven, waarop tal van adviseurs en rechtsgeleerden hun zegje kwamen doen. Je kunt hun manier van regeren nog het best vergelijken met Reinaert de vos, waarbij de sultan als een soort koning Nobel op de troon zit en iedereen maar komt klagen. Die seculiere vorm van besturen vond Ibn Taymiyya verschrikkelijk.

Hij was ontzettend populair bij de gewone bevolking. Hoe komt dat?

Allan: Omdat hij sterk pleitte voor meritocratie. Als iemand goed was in vechten, moest die gewoon generaal worden – en niet de vrome kwezel die betere connecties met de sultan had. De islam is bij Ibn Taymiyya enorm egalitaristisch. Zelfs als je als slaaf wordt geboren, kun je sultan worden, als je maar de capaciteiten hebt en je aan je geloof houdt. Bovendien had hij een grote aanleg voor pedagogiek: hij legde alles in eenvoudige bewoordingen uit en deed ook echt de moeite om zijn inzichten met een breed publiek te delen. Hij was een soort goeroe.

Machteld Allan, Bid, vecht en heers, Prometheus, 280 blz., 24,99 euro.
Machteld Allan, Bid, vecht en heers, Prometheus, 280 blz., 24,99 euro.

U vergelijkt hem met een populist.

Allan: Hij richtte zich tegen de elite, omdat hij vond dat die het liet zitten. In zijn idee hadden rechtsgeleerden de taak om de sultan erop aan te spreken dat hij de sharia slechts halfbakken invoerde. De sultan hoort aan de leiband van de schriftgeleerden te lopen, niet omgekeerd.

Hij was ook niet vies van sterk leiderschap. Zijn ideale leider was Khalid, een van de generaals van Mohammed. Op een bepaald moment moordt die Khalid tegen de bevelen van Mohammed in een dorp uit. Mohammed toont zich daar boos over, maar hij houdt hem wel aan als generaal, omdat hij een rouwdouwer is die goed is in oorlog voeren. Liever dertig jaar tirannie dan een nacht zonder leider, vindt Ibn Taymiyya.

Bent u door Ibn Taymiyya te vertalen anders over hem gaan denken?

Allan: Aanvankelijk vond ik hem een schreeuwlelijkerd. Maar door maanden dicht op de tekst te zitten, voel je dat hij overtuigd was dat zijn interpretatie de enige correcte was. Hij heeft echt zijn hachje geriskeerd. De andere schriftgeleerden lieten hem op het einde van zijn leven in de gevangenis gooien, omdat ze zijn interpretatie zo verschrikkelijk vonden.

Vindt u dat hij de Koran verdraait om zijn punt te maken?

Allan: Uiteraard. Maar dat doet iedereen. De Koran is op veel punten zo vaag dat je dat wel móét doen om er een concreet advies uit te halen. Ibn Taymiyya’s fatwa’s waren qua methodiek onberispelijk. Qua legitimering van de gewapende jihad hoefde hij helemaal niets uit te vinden: dat staat gewoon in de Koran. Wie de jihad voert, heeft tegelijk gebeden en gevast. Het is een soort aflaat die je ontslaat van de rest van je religieuze plichten. Er zijn veel rechtsgeleerden die het zo interpreteren.

Eigenlijk gaat het in Regeren in overeenstemming met Allahs Wet nauwelijks over religie. Het heeft meer weg van een juridische verordening.

Allan: Maar de islam ís in de eerste plaats een rechtssysteem. De islam zoals we die vandaag kennen is vrijwel volledig door rechtsgeleerden uitgedokterd. In de katholieke kerk bepaalt het leergezag de dogma’s, in de islam zijn juristen de baas. Zij bepalen wat islamitische orthodoxie is. En juristen drukken zich uit in regels. Maar de enige wetgever is God.

Opvallend: God is bijna totaal afwezig in Ibn Taymiyya’s werk.

Allan:(glimlacht) Dat is de grote paradox van de islam: uiteindelijk gehoorzamen moslims aan regels die door mensen zijn opgesteld. De rechtsgeleerden zijn zo machtig dat ze een ondoordringbare laag vormen.

Stel je voor dat een moslim zich afvraagt of het hem toegestaan is om naar een gelegenheid te gaan waar alcohol wordt gedronken. Dan vraagt hij raad aan een schriftgeleerde. Die gaat dan op zoek in de Koran en de Hadith (de overlevering over de levenswandel van Mohammed, nvdr) en formuleert een advies. Maar de persoon die om die fatwa gevraagd heeft, heeft natuurlijk niet het idee dat hij contact gehad heeft met God. (hoofdschuddend) De juristerij heeft het al een hele poos overgenomen in de islam. Er is geen plek meer voor theologie.

We gaan er altijd maar van uit dat Syriëgangers de Koran niet lezen. Dat is niet zo. Ze zijn slimmer dan wij denken.

In welke mate weerspiegelt Ibn Taymiyya de ‘ware’ islam?

Allan: Kijk, salafisten willen zo letterlijk mogelijk het leven van Mohammed imiteren. En dan kun je er niet omheen dat hij in de Koran best wel wat ongein uithaalt. Interpretatie en symboliek interesseert hen geen reet. Ze willen terug naar de oergemeenschap, en dan kom je al snel bij de jihad uit.

Je kunt niet beweren dat het salafisme niets met de islam te maken heeft. Arabisten zouden moeten ophouden met hun meninkjes de wereld in te gooien, en gewoon weer wat handwerk doen. Vertalen! Zorgen dat de oerteksten in het Nederlands beschikbaar zijn. Maar dat doen ze niet, want het is een absoluut kutwerk, zo’n middeleeuwse tekst vertalen. En tegelijk is er niets mooiers.

Ibn Taymiyya hield er behoorlijk rabiate ideeën op na. Hij refereert onder andere aan een passage in de Koran waarbij Mohammed de overspelige vrouw van Khalid eerst haar kind laat baren en zogen, om haar vervolgens…

Allan: … te laten stenigen voor de ogen van haar kind. Onvoorstelbaar, vindt u niet? (op dreef) En Khalid klaagt dan nog eens dat haar bloed zijn kleren bevuilt! Waarop hij een uitbrander krijgt van Mohammed, omdat zij ‘een vrome vrouw’ was.

Eigenlijk zou je die passage eens aan moslims moeten voorleggen, en hun vragen wat ze daarvan denken.

Waarom eigenlijk? Vrijwel alle moslims vinden die passages toch ontzettend gruwelijk?

Allan: Helemaal mee eens. En tegelijk moet je er wel iets mee. Het staat toch duidelijk in de Koran dat je een dief de hand moet afhakken? Zowat alle moslims zijn natuurlijk dolblij dat we dat hier in Europa niet doen, maar in principe wordt Gods wil hier wel met de voeten getreden. Met die taakstrafjes van ons.

De meeste moslims weten amper wat er in de Koran staat.

Allan: Ze weten het niet, en ze willen het niet weten. Of ze zeggen dat we die passages niet letterlijk mogen nemen en ze in hun context moeten zien.

Geef hun eens ongelijk.

Allan:(glimlacht) Wie ben ik om aan moslims op te leggen hoe ze hun geschriften moeten lezen? Als ze die passages symbolisch willen zien, moeten ze dat vooral doen. Maar het is toch logisch dat je de vraag stelt? Als jij je identificeert als moslim en je zegt dat je die hele jihad maar niets vindt, wil ik wel graag weten wat je met Mohammeds leven doet. Ik erger me eraan dat we moslims voortdurend als baby’s behandelen.

Op welke manier?

Allan: Wel, ze hoeven dat soort vragen eigenlijk nooit te beantwoorden. Wat doe je met al die passages over vrouwen en de jihad? Hoe pas je dat in je moslim-zijn in?

Islamkenner Machteld Allan: 'Interpretatie en symboliek interesseert salafisten geen reet'
© LINELLE DEUNK

Waarom zouden we moslims daar per se mee moeten confronteren? Ik confronteer mijn gelovige grootmoeder ook niet met de slachtpartijen uit het Oude Testament.

Allan: Welke slachtpartijen?

In Genesis vernietigt God Sodom en Gomorra in een regen van zwavel en vuur. Waarom hoef je christenen daar niet op aan te spreken?

Allan: Oké, maar wat is dan de inhoud van het moslim-zijn? Bovendien gaan christenen en moslims toch anders om met hun heilige teksten. Gerard Reve, die zich in 1966 tot het katholicisme bekeerde, zei wel eens tegen zijn pastoor dat hij een heleboel passages gewoon uit de Bijbel wilde scheuren. En dat vond die pastoor prima. Als een krachtig statement als de Koran de basis is van je identiteit, moet je niet raar opkijken als je er nu en dan eens vragen over krijgt.

Vindt u echt dat er te weinig religiekritiek is? Moslims krijgen toch voortdurend kritiek op hun geloof?

Allan: Ik vind dat het tegenvalt. Er wordt heel wat geboerd op Twitter, maar inhoudelijke islamkritiek blijft toch zeldzaam. Dat is bijzonder jammer, want godsdienstvrijheid kan alleen bestaan als we aan godsdienstkritiek doen. Als u zichzelf atheïst noemt, mag ik toch ook vragen waar uw overtuiging vandaan komt, en hoe u uw morele overtuigingen sterkt? Waarom stellen we die vraag nooit aan moslims? Vrijwel alle moslims voelen intuïtief aan dat Mohammed die overspelige vrouw ontzettend gruwelijk behandelt. Waarom confronteren we hen daar niet mee? Omdat ze nieuwkomers zijn en doorgaans economisch zwakker staan, lijken we te denken dat ze zulke vragen niet snappen.

U geeft vaak les aan moslims. Hoe reageren ze als ze dit soort teksten te lezen krijgen?

Allan: Stomverbaasd. Ze zeggen dat ze zulke dingen nooit hebben gehoord in de moskee. Ik denk dat ze daarin oprecht zijn.

Vindt u het verschil tussen de religieuze theorie en de praktijk niet relevant?

Allan: Dat verschil is heel belangrijk. Veel jongeren die zeggen dat ze moslim zijn, bedoelen natuurlijk vooral dat hun ouders moslim zijn, want zelf gaan ze nooit naar de moskee.

Machteld Allan

– 1964: geboren in Velsen

– 1982-1986: studeert geschiedenis en Arabisch aan de Universiteit van Amsterdam en in Caïro. Publiceert een reisgids over Syrië en Jordanië (2003)

– Sinds 2014: gastdocent rechtsfilosofie aan de Universiteit Leiden

– 2019: promoveert in Leiden op een proefschrift over de Arabische schriftgeleerde Ahmad Ibn Taymiyya

– Publiceerde onder meer in De Groene Amsterdammer, Trouw en Vrij Nederland

– Auteur van Hoe te beminnen (2007) en Bid, vecht en heers (2019)

Vindt u de islam als ideologie inherent problematisch?

Allan: Er zijn natuurlijk grote problemen met het leven van Mohammed. De islamitische doctrine bestaat erin dat iedere moslim de jihad moet voeren, zij het niet noodzakelijk gewapend. Maar die gewapende jihad is onlosmakelijk verbonden met de figuur van Mohammed. Daarom geloof ik dat de islam moeilijk hervormbaar is. Ayaan Hirsi Ali (Nederlands-Amerikaans activiste van Somalische afkomst, nvdr.) heeft wel eens voorgesteld om de verzen van Mohammeds Medina-periode uit de Koran te halen. Ik zie het niet meteen gebeuren.

Eigenlijk zegt u dat Syriëstrijders de Koran beter gelezen hebben dan de doorsneemoslim.

Allan: (blaast) Laat ik het zo zeggen: het is niet moeilijk om te zien waar Syriëgangers hun ideeën vandaan halen. Het voornaamste bezwaar dat je altijd hoort, is dat ze een doe-het-zelfislam hebben ontwikkeld. Ik vind dat geen inhoudelijke kritiek maar een autoriteitsargument. We gaan er altijd maar van uit dat Syriëgangers de Koran niet lezen. Dat is niet zo. Ze zijn slimmer dan wij denken. Ze hebben wel degelijk een soort religieuze scholing gehad.

Waarom zouden de heilige teksten voor de doorsneemoslim belangrijker zijn dan voor christenen? Volgens Leviticus 11 mogen christenen geen konijn eten, maar er is toch geen christen die zich daaraan houdt?

Allan: Omdat de islam een politieke component heeft. De christenen hebben hun geloof nooit gebruikt om een staat te stichten.

Het christendom is veelvuldig gecoöpteerd als staatsreligie. Wat is het verschil?

Allan: Het christendom gaat fundamenteel anders om met macht. Macht is in de christelijke cultuur niet het doel van het leven. Voor christenen is het koninkrijk Gods ‘niet van deze wereld’. Het christendom trekt in de Bijbel toch vooral partij voor nomaden, boeren en herders. In de islam is politieke macht een manier om dichter bij God te komen. Die politieke dimensie krijg je er moeilijk uit. Mohammed is een staatsman, Jezus vindt dat je aan de keizer moet geven wat aan de keizer toebehoort. Dat zijn uiteraard invloeden uit de Griekse filosofie, maar het heeft wel implicaties voor de religie. In het christendom verloopt de weg naar het heil niet via politiek.

Aan de andere kant is er in de geschiedenis geen ideologie vaker gebruikt voor politiek en oorlog dan de christelijke.

Allan: Wel, mensen zijn natuurlijk schurken en gebruiken alle mogelijke trucjes. Toch is het veel moeilijker om het streven naar politieke macht vanuit Christus te rechtvaardigen. Het christendom is milleniaristisch: men geloofde dat het einde der tijden nabij was, en dus werden mensen aangespoord om aan hun zielenheil te denken. Bij Mohammed is het simpel: je moet aan de macht komen om de wereld te islamiseren. De jihad is geen doel, maar een middel om macht te verwerven en Gods Wet te kunnen uitvoeren.

Vindt u de aanwezigheid van salafisten problematisch in een liberale democratie?

Allan: Ja. We onderschatten het salafisme. We denken dat salafisten dommeriken zijn die de Koran verkeerd lezen. Maar er is een hele traditie waar ze vlot instappen.

U zou ook kunnen zeggen dat in een liberale democratie de gedachten vrij zijn, zolang gelovigen geen wetten overtreden.

Allan: Daarin geef ik u gelijk. Tegelijk kun je er niet omheen dat het salafisme wordt gebruikt om aanslagen te plegen en kinderen tegen niet-moslims op te zetten. Dat is misschien niet illegaal, maar het is wel problematisch. Het lastige is dat je dat in een maatschappij met godsdienstvrijheid niet kunt verbieden. Je kunt hen natuurlijk ook niet contra-hersenspoelen en hen verplichten om ‘onze’ manier van denken over te nemen, want wat zou dat dan wel zijn? Ik denk dat we moeten proberen om een wenkend perspectief te bieden. Het probleem daarbij is dat we onze eigen voortbrengselen niet altijd honoreren. Wij hebben het idee dat het eigenlijk niet uitmaakt of je nu christen, moslim of atheïst bent.

Waarom zou dat niet om het even zijn? Dat is toch de basis van een liberale samenleving?

Allan: Maar je mág elkaar net niet met rust laten! Je moet elkaars ideeën constant bekampen. Je moet van alle ideeën kunnen proeven om te kunnen oordelen wat deugt en wat niet. Nu lijkt het alsof we allemaal op ons eigen hoekje van de marktplaats staan te fezelen: ‘Kijk eens wat voor raar geloof die daar hebben.’ In een liberale democratie proef je elkaar de nieren. Je wilt toch weten wat iemands overtuigingen zijn? Je zegt toch niet: ieder zijn overtuigingen? Alleen als je voortdurend discussieert, verhinder je dat er een absolute moraal ontstaat.

Wat hoopt u met dit boek eigenlijk te bereiken? Is het een politiek statement?

Allan:(glimlacht) Ik heb geen boek geschreven, ik heb alleen vertaald. Dat kun je toch moeilijk een politiek statement noemen?

Verwacht u dat er vanuit de moslimgemeenschap reactie komt?

Allan: Van de imams verwacht ik weinig: die zijn te zeer gebonden aan hun landen van herkomst. Eigenlijk zit ik op de lijn van Ayaan Hirsi Ali, die het voorwoord in mijn boek verzorgt: ik hoop dat we hierover een open gesprek kunnen hebben. Dat betekent dat we de zogenoemde ‘nestbevuilers’ warm moeten onthalen, en niet moeten luisteren naar moslims die vooraf ‘respect’ eisen. Maar dat eist moed, van alle deelnemers. Ik reken er niet te veel op.

Dit artikel verschijnt woensdag 6 februari in Knack.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content