Is de democratie in gevaar? ‘Europa wordt een geïsoleerd gebied’
Terwijl in Duitsland het ‘baken van politieke stabiliteit’ Angela Merkel zich opmaakt voor haar vertrek, verschijnt in Brazilië met Jair Bolsonaro nog maar eens een leider met uitgesproken antidemocratische ideeën op het wereldtoneel. Er is al voor minder een alarmistisch stuk geschreven.
Wordt Brazilië, economisch de nummer zeven van de wereld, na decennia van democratisering opnieuw een dictatuur? Afgaand op eerdere uitspraken van Jair Bolsonaro, de nieuwe president, lijkt die kans zeker niet onbestaande. Voor de militaire dictatuur die zijn land tussen 1964 en 1985 in haar greep hield, koestert de gewezen legerkapitein duidelijk sympathie. Bolsonaro bestempelde haar ooit als een periode van ‘orde en vooruitgang’. Al zag hij ook wel een minpuntje: ‘De fout van de dictatuur was dat ze alleen folterden en niet vermoordden.’
Zulke uitspraken konden niet verhinderen dat Bolsonaro via de democratische weg werd verkozen. Verbazingwekkend en verbijsterend? Niet echt, zo stelt de Braziliaanse documentairemaker Ivan Canabrava. De verkiezing van de nieuwe president lijkt hem voorlopig niet wezenlijk te verontrusten. Aan de basis ervan liggen volgens Canabrava de hoge werkloosheid in zijn land, de financiële crisis, een snelle stijging van de criminaliteit en – niet het minst – ‘de gigantische corruptieschandalen van de linkse Arbeiderspartij PT’. Daardoor, zo vertelt Canabrava vanuit de hoofdstad Brasilia, ‘ontstond er een diepe afkeer van links en een enorm wantrouwen in de politiek. Ex-president Lula da Silva zit in de gevangenis wegens corruptie, zijn opvolger Michel Temer is al geen haar beter. En dan komt er plots een man op de proppen met een grote mond, een militaire achtergrond en een flinke dosis lef en zelfvertrouwen. Een sterke vaderfiguur die zich presenteert als rolmodel voor het doorsnee katholieke gezin, als de man die eindelijk een echte oplossing biedt tegen de corruptie en het geweld, die belooft de belastingen te verlagen en het begrotingstekort terug te dringen via privatisering. Hij stelt Donald Trump als voorbeeld – en dat werkt. De Amerikaanse president wordt in Brazilië gezien als de man die landen als China durft aan te pakken, die de economie weer aanzwengelt. Trump is de redder van de Verenigde Staten. Als het daar kan, dan bij ons ook. Wij wilden onze eigen Trump, en we hebben hem gekregen.’
Donald Trump is de redder van de Verenigde Staten. Als het daar kan, dan bij ons ook. De Brazilianen wilden hun eigen Trump, en we hebben hem gekregen.
Bolsonaro’s agressieve retoriek van voor de verkiezingen is volgens Canabrava intussen verstomd. ‘Zijn gewelddadige uitspraken moesten hem een smoel geven. En bekendheid. Hij moest van zero naar hero gaan. Nu is het plots gedaan met de homofobie, de haat tegen vrouwen en het racisme. Hij gedraagt zich als iemand met louter goede bedoelingen voor het land. Was het naïef om in hem te geloven? Niemand kan zeggen wat de toekomst zal brengen. Feit is dat de beurs van São Paulo in één week met 3,9 procentpunten gestegen is, een duidelijk gevolg van de verkiezingen. Dat is een hoopvolle start.’
‘Of Bolsonaro in staat is om de diepe haatgevoelens en verdeeldheid in het land te doen temperen, is een andere kwestie. Zijn belofte om de wapenwet te versoepelen, zodat elke burger een vuurwapen kan aanschaffen, zal vooral de milities meer macht geven, vrees ik. Anders dan in de VS hebben wij geen wapencultuur. We weten niet hoe we met wapens moeten omgaan en dragen bovendien de geschiedenis mee van een bloedige dictatuur. Dat is de grootste angst die wij Brazilianen delen: dat we teruggaan naar een militaire dictatuur. Ik acht het niet onmogelijk. Voorlopig kunnen we alleen afwachten. Ik gun de president het voordeel van de twijfel.’
Waarschuwingssignalen
De verkiezing van Jair Bolsonaro is, hoe frappant ook, geen alleenstaand geval. De Amerikaanse ngo Freedom House signaleerde eerder dit jaar een wereldwijde trend. Een trend die al bestond lang voor Donald Trump tot leader of the free world werd gekroond. Bijzonder verontrustend noemt Freedom House de aanwijzingen dat ook de jeugd, ‘die zich het lange gevecht tegen fascisme en communisme niet echt herinnert’, haar geloof in het democratische project aan het verliezen is.
De liberale democratie verkeert in een crisis, zo stelt Freedom House. Retoriek als die van Bolsonaro of Trump valt wereldwijd in de smaak: volgens het laatste rapport van de ngo staan liberale of democratische waarden als ‘bescherming van minderheden’, ‘burgerrechten’, ‘persvrijheid’ of ‘scheiding der machten’ overal onder druk. In hetzelfde rapport wordt onderstreept dat de wereld nu al twaalf opeenvolgende jaren minder democratisch wordt. Een evolutie in de tegenovergestelde richting lijkt niet onmiddellijk op komst.
De statistieken van Freedom House vinden weerklank in De vorm van vrijheid, het nieuwe boek van de vermaarde Nederlandse publicist en hoogleraar Europese studies Paul Scheffer. Scheffer stipt aan dat er de afgelopen decennia een enorme mondiale machtsverschuiving heeft plaatsgehad van west naar oost, richting China en Rusland, landen die duidelijk autoritair geregeerd worden. ‘In mijn boek vermeld ik een andere statistiek van Freedom House. In 1990 werd 12 procent van de totale wereldeconomie bestuurd door onvrije landen. Nu is dat al 33 procent, en de voorspelling is dat over vijf jaar een groter deel van de economie zal worden bestuurd door onvrije landen.’
Het autoritarisme is geglobaliseerd. Autoritaire regimes leren van elkaar en werken meer dan vroeger samen met democratische landen
Als die cijfers u schokken, heeft dat volgens de schrijver misschien wel vooral te maken met uw westerse perspectief. ‘Wij in Europa begrijpen de wereld niet zo goed’, vertelt Scheffer. ‘In niet-westerse landen gaat het over een herwinning van zelfbeschikking. In China hebben ze het gevoel: eindelijk hebben we weer greep op ons eigen lot. Hetzelfde gevoel bestaat in India. Europa wordt een geïsoleerd gebied in de wereld.’
Een min of meer soortgelijke analyse maakt Koert Debeuf, schrijver van het onlangs verschenen Tribalization. De auteur, voormalig speechschrijver van oud-premier Guy Verhofstadt (Open VLD) en nu onder meer directeur van het Tahrir Institute for Middle East Policy Europe, maakt gewag van een globaal virus. ‘De oervader van dit model is Vladimir Poetin. Hij vertegenwoordigt het idee dat het West-Europese model zwak is, niet doortastend en inefficiënt. Ik ben historicus. Deze retoriek lijkt op die van Benito Mussolini. Zijn verhaal over krachtig, efficiënt bestuur tegenover de Duitse Weimarrepubliek in de jaren twintig is heel herkenbaar. De aantrekkingskracht van de liberale democratie neemt af, de autoritaire verleiding neemt toe.’
De staat van de democratie in de Verenigde Staten wordt uitgebreid besproken in How Democracies Die, een recente bestseller van de Harvard-politicologen Steven Levitsky en Daniel Ziblatt. De centrale gedachte in dat boek is dat democratieën vandaag veel ‘geruislozer’ en minder zichtbaar verdwijnen dan vroeger. Gewelddadige machtsgrepen zoals die van generaal Augusto Pinochet in Chili in 1973 zijn ‘uit de mode’ geraakt. In de plaats kwamen autoritaire leiders die lijken op Bolsonaro en Trump. Het gaat dan over mannen die hun macht, verworven via de stembus, gebruiken om de democratie uit te hollen – meestal pas na verloop van tijd. Markante voorbeelden zijn of waren volgens de auteurs Chavez in Venezuela, Orban in Hongarije, Duterte in de Filipijnen, Poetin in Rusland en Erdogan in Turkije. Allemaal zijn het autoritaire leiders die democratisch gekozen werden en, anders dan in de dictaturen als die van Pinochet, de schijn van democratie op proberen te houden. In plaats van rechtbanken, ngo’s, oppositie of media meteen af te schaffen, zullen de nieuwe autoritaire leiders die instanties langzaam maar zeker onder druk zetten, bijvoorbeeld door hun legitimiteit te betwisten, hun subsidiekranen dicht te draaien, ze te intimideren of te bestempelen als ‘vijanden van het volk’.
Of dat soort autoritarisme nu al heerst in de VS? Volgens Levitsky en Ziblatt wijzen veel indicatoren in die richting. Het volgens sommigen onverwoestbare systeem van checks-and-balances staat onder druk, en de president deinst er niet voor terug om geweld in sommige gevallen te legitimeren. Even onrustwekkend noemen de auteurs de verruwing van de politieke zeden. Politieke tegenstrevers zijn in de VS vijanden geworden die, by any means necessary, overwonnen dienen te worden. Die laatste evolutie is volgens Levitsky en Ziblatt overigens helemaal niet nieuw en wel degelijk zeer verontrustend. Al lang voor de verkiezing van Trump viel de Amerikaanse samenleving ten prooi aan extreme polarisering. De auteurs stippen aan dat de geschiedenis heeft geleerd dat extreme polarisering democratieën kan vermoorden. Al leert diezelfde geschiedenis dat zo’n moord ‘onoverkomelijk noch onherroepelijk’ is.
9/11 heeft heeft, met wat uitstel, een wereldwijd trauma veroorzaakt. Samen met de aanslagen die erop volgden, heeft die gebeurtenis het tribalisme enorm versterkt.
Omdat het nieuwe autoritarisme minder makkelijk te herkennen is dan het oude, hebben Levitsky en Ziblatt vier ‘waarschuwingssignalen’ onderscheiden. Gevaarlijk autoritarisme kun je volgens hen herkennen in het gebrek aan respect voor democratische regels (in 2016 zei Donald Trump: ‘Ik zal de uitslag van de presidentsverkiezingen aanvaarden – als ik win’), het niet-erkennen van de legitimiteit van de tegenstander, de legitimering van geweld en een zekere bereidwilligheid om burgerrechten of persvrijheid te beknotten. Dat Amerika in de gevarenzone zit, is voor Levitsky en Ziblatt zonneklaar. Volgens hen zijn er argumenten om te betogen dat Trumps leiderschap aan al hun voorwaarden voldoet.
Wat er écht gaande is
Politicologen die de overgang van liberale democratie naar autoritarisme of dictatuur hebben bestudeerd, zijn voorlopig nog vrij dungezaaid. De reden ligt voor de hand. In 1992 publiceerde Francis Fukuyama zijn beroemde boek over The End of History. De Amerikaanse filosoof versterkte ermee de toen algemeen bestaande overtuiging dat, na de val van de Muur in 1989, dictaturen over de hele wereld het lichtende pad richting liberale democratie en kapitalisme zouden bewandelen. Over die democratiseringsprocessen is al veel gezegd en geschreven. Over de omgekeerde beweging – democratieën die richting dictatuur evolueren – bestaat er, gezien het nog prille karakter van die processen, veel minder onderzoek.
Een zeldzaam voorbeeld is Authoritarianism in a Global Age, een onderzoeksproject geleid door Marlies Glasius, hoogleraar internationale betrekkingen aan de Universiteit van Amsterdam. Autoritarisme is zeer zeker in opmars, stelt Glasius. Zij definieert de trend als pogingen om ‘processen van verantwoording’ – denk aan parlementair debat, juridische toetsing of kritische bevraging door de media – ’te saboteren’. Een van de voorbeelden die ze noemt, is het spionageprogramma van de Amerikaanse geheime dienst NSA. Over dat programma bestond nauwelijks of geen transparantie. Glasius noemt het een vorm van sabotage van de democratie, want daardoor kon het niet ter discussie worden gesteld in het parlement of de media.
Het voorbeeld is hier niet toevallig gekozen. Het spionageprogramma viel onder de verantwoordelijkheid van Barack Obama, volgens velen nochtans een voorbeeld- democraat. Dat we zo’n scherpe tegenstelling zien tussen hem en ‘despoot’ Trump is volgens Marlies Glasius mede een gevolg van de manier waarop we naar het fenomeen autoritarisme kijken. ‘Het bestaande onderzoek spitst zich vaak toe op figuren en verkiezingen’, vertelt Glasius. ‘Ook Levitsky en Ziblatt doen dat. Hun analyse is een waardevolle wake-upcall, maar ze focussen in mijn ogen te veel op de verkozen autoritaire leiders en te weinig op de processen in de samenleving. Daardoor kan de indruk ontstaan dat het autoritarisme in de VS is geboren op de dag dat Trump is verkozen. Dat is niet zo. Burgerrechten als privacy staan al veel langer onder druk – en niet alleen in de VS. De afgelopen twintig jaar is het concept privacy enorm uitgehold, en we hebben dat allemaal laten gebeuren. Hetzelfde is waar als het gaat over onze omgang met vluchtelingen: onze benadering is, haast ongemerkt, onvergelijkelijk veel restrictiever en repressiever geworden. Die evolutie is niet in de eerste plaats het gevolg van de verkiezing van autoritaire leiders als Trump of Bolsonaro: zij zijn er alleen maar de veruitwendiging van. Een wereldkaart met groengekleurde democratieën en roodgekleurde autoritaire staten kan in dit verband misleiden. Ze verbergt ten dele wat er écht gaande is.’
Het door Glasius geleide onderzoek heeft nog wel meer interessante inzichten naar boven gebracht. Zo is er de vaststelling dat autoritarisme op nog een andere manier van gedaante is veranderd. ‘Ook het autoritarisme zelf is geglobaliseerd’, stelt Glasius. ‘Autoritaire regimes hebben niet langer een Berlijnse Muur nodig om een leegloop van hun land te voorkomen. Een autoritair geleid land als China stuurt studenten, in ruil voor allerlei voordelen, vrij de wereld in. Deze regimes leren ook van elkaar, bijvoorbeeld als het gaat over de manier waarop je ngo’s financieel aan banden kunt leggen.’
‘Daarbovenop zie je dat die landen meer dan vroeger samenwerkingsverbanden aangaan met democratische landen. In de strijd tegen terrorisme wordt geen probleem gemaakt van samenwerkingsverbanden met geheime diensten van niet-democratische landen. Diezelfde verbanden zie je ontstaan als het over vluchtelingen gaat. De Turkije-deal is een duidelijk voorbeeld. Het idee dat we grenzen sluiten voor oorlogsvluchtelingen vinden we in veel Europese landen wat illiberaal, maar we hebben er tegelijk niet veel moeite mee dat we die taak uitbesteden aan een land dat de spelregels van de democratie duidelijk met de voeten treedt.’
Kanon vs. mug
De hamvraag is in dit verhaal nog niet afdoende beantwoord. Waarom is de voorspelling van Fukuyama niet uitgekomen? Waarom zijn dezelfde Oost-Duitsers die in 1989 zo hard schreeuwden om democratie nu zo gevoelig voor de autoritaire verleiding? Waar en wanneer is de geschiedenis van richting veranderd? Paul Scheffer raakt de kwestie meer dan eens aan in zijn nieuwe boek. Hij wijst in de richting van de globalisering, volgens hem in wezen een positieve ontwikkeling, zij het met belangrijke schaduwzijden.
‘Globalisering betekent in essentie de bevrijding van de factor kapitaal’, zegt Scheffer. ‘De winst zit bij de grote bedrijven, die steeds minder belasting betalen, het verlies bij de factor arbeid, die steeds meer wordt belast. Als de politiek geen antwoord vindt op die diepe onrechtvaardigheid, zullen mensen nog meer gaan haken naar protectionisme. Globalisering leidt tegelijk tot meer immigratie. Geen ernstig mens zal ontkennen dat immigratie belangrijk is voor onze toekomst, maar de vraag is of we er samen over kunnen beslissen dan wel of ze ons overkomt. Als het dat laatste is, worden de hakken in het zand gezet.’
‘Op een veel kleinere schaal: een stad als Amsterdam wordt onder de voet gelopen door toeristen. Als het politieke antwoord is: “wen er maar aan”, “dat is de wereld zoals hij is”, word ik als inwoner van Amsterdam opstandig. De globalisering brengt veel positiefs met zich mee, maar ze roept ook nieuwe vragen op. Als die niet goed worden beantwoord door de politiek, zal de vrijheid onder de voet worden gelopen door de hang naar veiligheid. Mijn stelling is: als de liberalen geen antwoord vinden op de schaduwzijden van de globalisering, zullen de meer autoritaire stemmen het antwoord geven.’
Autoritaire regimes hebben niet langer een Berlijnse Muur nodig om een leegloop van hun land te voorkomen.
‘In belangrijke Europese landen als Italië of Oostenrijk zit extreemrechts mee aan de knoppen. Dat betekent dat er iets losgeraakt is in onze democratieën. De vraag is: wie gaat dat weer vastmaken, en op welke manier? Als we daar geen antwoord op vinden, wordt een groot conflict denkbaar. Ik zie een parallel met de periode tussen 1870 en 1914. Dat was een periode van intense globalisering, die geëindigd is in crisis en een groot conflict.’
Waar en wanneer is de geschiedenis precies van richting veranderd? De vraag wordt ook uitvoerig beantwoord in Tribalization van Koert Debeuf. De auteur zoekt de verklaring in de eerste plaats in de aanslagen van 9/11, en het trauma dat die gebeurtenis heeft nagelaten. ‘Ik heb die cijfers en statistieken over de toename van de autoritaire verleiding natuurlijk ook gezien’, vertelt Debeuf. ‘Het viel me op dat de hang naar nationalistische, meer dictatoriale regimes al voor de financiële crisis van 2008 aan kracht won. Ik heb, als medewerker van Verhofstadt, van dichtbij meegemaakt hoe het voorstel voor een Europese grondwet in 2004 en 2005 werd afgewezen door Frankrijk en Nederland. De economische gevolgen van de globalisering waren het breekpunt niet: het ging over de Europese vlag en de Europese hymne. Ik heb lang nagedacht over de vraag waarom dat zo was, en kan eigenlijk maar één antwoord bedenken: dat 9/11 de wereld diepgaand veranderd heeft. Die gebeurtenis heeft, met wat uitstel, een wereldwijd trauma veroorzaakt. Samen met de aanslagen die erop volgden, heeft ze het tribalisme enorm versterkt.’
‘Overal ter wereld komt dezelfde discussie terug. Mensen winden zich nauwelijks op over bedrijven die naar China vertrekken. Je kunt ze wél heel boos maken over een kerstmarkt die “wintermarkt” is gaan heten. Dat gaat heel makkelijk, omdat het inspeelt op het idee dat “wij” overrompeld worden door “hen”, indringers die “ons” willen vernietigen.’
De drijvende kracht is volgens Debeuf de identitaire angst, misschien wel de krachtigste politieke emotie die er is. ‘Het is een globaal fenomeen. Je ziet het ook in Myanmar of India, waar minister-president Narendra Modi vijandige posities inneemt tegenover de Indische moslims. Het gaat telkens weer over het idee dat er een vijandige groep bestaat die onze identiteit bedreigt en daarbij de steun krijgt van een ontwortelde kosmopolitische elite die het niet wil begrijpen. In Tsjechië, Slowakije en Slovenië ontstaan milities om vluchtelingen tegen te houden. Dat is krankzinnig. In Tsjechië hebben vorig jaar 152 vluchtelingen asiel gekregen – die illegale milities vechten tegen iets wat eigenlijk niet bestaat. Het is schieten met een kanon op een mug.’
‘Ook in het Verenigd Koninkrijk zijn er kanonnen ingezet om op muggen te schieten. Waarover ging dat brexitreferendum? Niet over economische globalisering maar over migratie en het idee dat met een brexit het oude Empire zou terugkeren. Nonsens, natuurlijk, want er zijn tussen de EU en het VK altijd grenscontroles geweest. Maar het was wel de motor voor een verregaande beslissing.’
Koert Debeuf gaf zijn boek een nogal forse ondertitel mee. Why War is Coming. Een provocatie? ‘Ik meen het echt’, zegt hij. ‘Wie zou er compleet verrast zijn als hij morgen wakker wordt en dan blijkt dat de VS Noord-Korea aan het bombarderen zijn? Niemand. Alle vectoren wijzen in die richting. Wij leven in een tijd waarin de globalisering stagneert, de internationale instellingen verzwakken, er geen geloof meer is in multilaterale oplossingen, de leiders onvoorspelbaar zijn en iedereen tribaliseert. Als historicus herken ik een structurele opbouw naar iets wat bijna onvermijdelijk oorlog is.’
Koert Debeuf, Tribalization: Why War Is Coming, ASP, 194 blz., 21,99 euro. p>
p>
Steven Levitsky en Daniel Ziblatt, How Democracies Die, Crown Publishing Group, 320 blz., 19,99 euro. p>
p>
Paul Scheffer, De vorm van vrijheid, De Bezige Bij, 224 blz., 19,99 euro. p>
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier