Peter De Roover en Els Van Doesburg (N-VA)
‘Iran kan beschouwd worden als dé winnaar van de turbulenties die Midden-Oosten deze eeuw onderging’
‘Het Midden-Oosten ligt in onze achtertuin. Zowel de vluchtelingencrisis als de terreuraanslagen leren hoe dicht het bij Europa aanleunt’, schrijven Peter De Roover en Els Van Doesburg (N-VA). ‘Helemaal rustig is het in die regio zelden maar het begin van deze 21e eeuw verschoof de machtsevenwichten zwaar, waarbij Iran voorlopig als winnaar uit het opwaaiende stof tevoorschijn komt.’
‘Saoedi-Arabië presenteert Iran als vijand om de nederlagen van het land in de regio te verstoppen’, verklaarde de Iraanse president Hassan Rouhani in een uitdagende bui op 28 november 2017 voor de staatstelevisie. Daags daarvoor was een door Saoedi-Arabië geleide ‘coalitie tegen terrorisme’ opgericht. Daar maken 41 moslimlanden deel van uit maar Iran betekenisvol niet. Voor veel Arabische landen is Iran juist een aanstoker van terrorisme.
Rouhani noemde Irak, Syrië en Libanon als voorbeelden van de gefaalde Saoedische ambities. Iran blaakt dan weer van zelfvertrouwen. ‘Onze grens ligt nu aan de Middellandse Zee’, noteerden we uit de mond van een vooraanstaand raadgever van het regime tijdens een officieel bezoek van een Kamerdelegatie aan Iran in september 2017. Zijn lichaamstaal straalde één en al zelfzekerheid uit. Hij doelde op de lijn Teheran (Iran), Bagdad (Irak), Damascus (Syrië), Beiroet (Libanon) als de strook waar zijn land vandaag de touwtjes in handen meent te hebben.
‘Iran kan beschouwd worden als dé winnaar van de turbulenties die Midden-Oosten deze eeuw onderging’
Iran kan dan ook beschouwd worden als dé winnaar van de turbulenties die het Midden-Oosten deze eeuw onderging. De nucleaire deal van juli 2015, officieel het Joint Comprehensive Plan of Action, vormde zonder meer het diplomatieke hoogtepunt voor het land in haar streven om een ‘normaal’ lid van de internationale gemeenschap te worden. In dat akkoord met de vijf permanente leden van de VN-Veiligheidsraad en Duitsland (de 5+1) wordt in ruil voor internationale controle op het Iraans nucleair programma een reeks economische sancties opgeheven. Het afsluiten van dat akkoord betekende trouwens ook een overwinning voor de meer gematigde strekking tegenover de politieke en religieuze hardliners in Teheran.
We maken hier niet meer dan een tussenstand op. De eeuw is nog jong en de grote concurrent Saoedi-Arabië probeert met de nieuwe sterke man kroonprins Mohammed bin Salman (MbS) opnieuw steviger voet aan grond te krijgen. Want even duidelijk als Iran op winst staat, zit Saoedi-Arabië in de hoek waar de klappen vielen.
Man of the year?
De 32-jarige MbS schudt de binnenlandse structuur van zijn land stevig door elkaar. In september 2017 verbaasde de aankondiging dat vrouwen met de auto zullen mogen rijden, een mini-stapje met grote symbolische betekenis. De kroonprins zette grote economische hervormingen op stapel met een zware besparingsagenda en concrete plannen om staatsaandelen te verkopen, onder meer in de oliereus Saudi Aramco.
Op 8 november kwam het spectaculaire nieuws van een grootscheepse zuiveringsoperatie onder leiding van MbS, officieel ter bestrijding van corruptie. Leden van de koninklijke familie, (oud-)ministers, belangrijke zakenlui – waaronder Awaleed bin Talal, die de rijkste Arabier wordt genoemd – en het hoofd van de Nationale Garde werden aangehouden en/of uit hun functie gezet. MbS liquideerde daarmee enkele mogelijke concurrenten die hem dwars zouden kunnen zitten in de uitvoering van zijn ambitieuze hervormingsprogramma. Hij zou populair zijn bij de Saoedische jeugd maar maakt vele vijanden in de oude behoudende garde die zijn soms onbesuisde ingrepen niet altijd op prijs stelt.
Tijdens het eerste weekeinde van december vonden in Riyad en Jeddah zowaar concerten plaats van de Griekse pianist en componist Yanni. De tickets waren meteen uitverkocht. Saoedi-watchers noemen deze reeks concerten historisch. Ze passen in MbS’s plannen om in zijn land, dat niet meteen bekend staat als feesttent, een amusementsindustrie te ontwikkelen. Ook de Amerikaanse rapper Nelly en de Marokkaanse Rai-legende Cheb Khaled komen binnenkort optreden in het koninkrijk. Saoedi-Arabië mag bovendien het aanstaande wereldkampioenschap snelschaken organiseren. De wereld houdt de opvallende activiteiten van de kroonprins scherp in het oog. Ten bewijze: MbS stond eind november zelfs eerste in de keuze van ‘Man of the Year’ door het tijdschrift Time.
Hij ontplooide de voorbije jaren bovendien opvallend veel activiteiten in de buitenlandse politiek. MbS startte zijn loopbaan als pas benoemd minister van defensie met een militaire interventie in Jemen tegen sjiitische Houthi-rebellen. Hij installeerde op 27 november 2017 na de Houthi-aanval op de Saoedische hoofdstad Riyad met ballistische, wellicht in Iran geproduceerde raketten de al genoemde coalitie van 41 moslimlanden ’tegen terrorisme’ (de Islamic Military Counter Terrorism Coalition).
De soennitische Libanese premier Saad Hariri kondigde begin november tijdens een (gedwongen?) verblijf in Riyad zijn ontslag aan, wat hij later weer introk. Saoedi-Arabië, bondgenoot van Hariri’s coalitie, zat wellicht achter het hele plan.
MbS probeert de decennialange bondgenoot Qatar, onder meer omwille van de rol als financier van het invloedrijke mediahuis Al Jazeera, te isoleren door in juni 2017 samen met Egypte, de Verenigde Arabische Emiraten, Jemen en Bahrein de diplomatieke relaties te verbreken (waarna Qatar de banden met Iran weer aanhaalde). In Riyad draaien diplomaten, militairen en geopolitieke strategen overuren, stevig opgejut door de even ambitieuze als daadkrachtige, maar volgens sommigen ook impulsieve kroonprins. Saoedi-Arabië is dan ook zwaar op achtervolgen aangewezen.
De grote islam-kloof
Gebeurtenissen in het Midden-Oosten worden doorgaans een stuk duidelijker als ze geplaatst worden binnen het kader van de structurele vijandschap tussen het soennietisch-wahabistische en Arabische Saoedi-Arabië enerzijds en het sjiitische en Perzische Iran aan de andere kant. De Perzen achten zich superieur aan de Arabieren en de sjiieten beschouwen de soennieten als de minder ontwikkelde tak van de islam. Iran is Perzisch én sjiitisch en kijkt dus dubbel neer op de Saoedische buren. De kloof is oud maar nog steeds erg levend. Ook de jongste jaren zorgde die concurrentiestrijd voor heel wat beweging in de regio. Irak en Libanon functioneren moeilijk; Syrië en Jemen stuikten zowat helemaal in elkaar en steeds staan Saoedi-Arabië en Iran lijnrecht tegenover elkaar, doorgaans op de achtergrond, weliswaar niet altijd subtiel, als bedienaren van diverse handpoppen.
In Irak nam de sjiitische meerderheid het land over na de verdrijving in april 2003 van de (seculiere) soenniet Saddam Hoessein. Uit Hoesseins gedegradeerde militaire kader en bij soennitische stammen die naar de machtsperiferie waren geduwd, kon Islamitische Staat (IS) ruimschoots rekruteren maar de nieuwe sjiitische machthebbers in Bagdad sloten zich nauw aan bij Teheran. Op militair vlak steunt het Iraanse elitecorps Islamitische Revolutionaire Garde (IRG), de Pasdaran, actief de belangrijkste sjiitische milities. Die vormen de ruggengraat van de Volksmobilisatiekrachten (VMK), de koepelorganisatie van zo’n 40 Iraakse paramilitaire strijdkrachten.
In 2016 werd een eerder vage wet goedgekeurd om die VMK op te nemen in het reguliere Iraakse leger. De Iraansgezinde milities verkiezen evenwel onafhankelijk op te treden. De grootste vleugel van deze koepel staat onder directe geestelijke leiding van de Iraanse Hoge Religieuze Leider Grootayatollah Ali Khamenei en de VMK worden gezien als een Iraans instrument om greep te houden op buurland Irak. Sommige bronnen schatten de getalssterkte van de VMK op 120000. Deze VMK plant om als eengemaakte lijst op te komen bij de parlementsverkiezingen in april 2018.
Zo komen we bij de politiek en ook op dat terrein staat Iran stevig in Irak. De leidende Islamic Dawa Partij, die premier Haider I-Abadi levert, steunde de islamitische Iraanse revolutie van ayatollah Ruhollah Khomeini in 1979 en mag sedertdien rekenen op de even nauwe en warme als actieve hulp van het Iraanse regime. Het ministerie van binnenlandse zaken staat onder controle van de sjiitische Badr Organisatie. Ook hier staat Saoedi-Arabië op achterstand. Weliswaar bezocht premier Abadi op 22 oktober 2017 de Saoedische hoofdstad Riyad voor de oprichting van de Saoedi-Iraakse Coördinatie Raad – het eerste bezoek van een Iraakse premier aan het koninkrijk in een kwarteeuw – maar Irak werd wel buitengesloten bij de lancering op 27 november van de Islamic Military Counter Terrorism Coalition omdat het land te dicht aanleunt bij Iran.
De rol van Iran in het conflict in Syrië bleek ook bepalend. President Bashar al-Assad leek tot voor kort een vogel voor de kat. Niet alleen de intrede van Rusland in het conflict in september 2015 zorgde voor een omslag. Sjiitische milities, aangestuurd vanuit Teheran en dikwijls bestaande uit sjiitische vluchtelingen uit Afghanistan en Pakistan, zorgden voor de nodige mankracht die het regime van Assad ontbeerde. Toen de troepen van Assad in december 2016 na een patstelling van 6 jaar de helft van Aleppo weer in handen kregen, keerden de kansen fundamenteel.
Soennitische rebellengroepen tegen Assad die gesteund werden door Saoedi-Arabië vergleden in de chaos en onderlinge twisten of schoven door naar het salafisme. Generaal Mohammad Ali Jafari, hoofd van de al genoemde en immer waakzame IRG verklaarde nog op 23 november 2017 dat president Assad goed beseft dat hij afhankelijk is van Jafari’s troepen om politiek te kunnen overleven. Beschouw die mededeling gewoon als een knipoogje om te vermijden dat Assad zou vergeten aan wie hij zijn politiek voortbestaan te danken heeft.
In Libanon haalde de sjiitische Hezbollah de overhand op de anti-Syrische 14 Maart-beweging. Die coalitie bundelt soennitische moslims, maronitische christen, Armeniërs, Assyrische Christenen en seculieren, en wordt geleid door de soenniet Saad Hariri. Het betreft dezelfde Hariri over wiens bizarre uitstapje naar Riyad we eerder in de tekst berichtten. In mei 2008 nam Hezbollah west-Beiroet in en mengde zich later zeer actief in het Syrische conflict aan de zijde van president Bashar al-Assad.
De zwakte van de 14 Maart-coalitie bleek nog eens toen die in december 2016 lijdzaam moest toekijken hoe Hezbollah de overhand kreeg in de Libanese regering, wat al twee maanden eerder aangekondigd werd door de aanduiding van de Hezbollah-geallieerde christen Michel Aoun als president. Zie achter de rug van Hezbollah steeds Iran staan, terwijl de 14-Maart-14 coalitie bondgenoot is van Saoedi-Arabië.
En dan is er Jemen. In 2004 kwamen de door Iran gesteunde sjiitische Houthi’s in verzet tegen de erkende Jemenitische regering, bondgenoot van Saoedi-Arabië en de VSA. Het bewind van president Ali Abdullah Saleh kwam ten val in 2011-2012 na de opstanden tijdens de Arabische lente. De rebellen werden meester in onder meer de hoofdstad Sanaa en grepen in 2015 de macht. Gewezen president Saleh, gekend voor zijn ideologische soepelheid, was toen naar dat kamp overgestapt. Saoedi-Arabië besliste daarop onder impuls van prins MbS om in dat buurland direct militair te interveniëren, ten voordele van de soennitische regering van Abd Rabbuh Mansur Al-Hadi. Daardoor kon het land weliswaar vermijden dat de door Iran gesteunde Houthi’s Jemen helemaal zouden gaan beheersen maar de kostprijs ligt hoog, veel hoger dan die voor Iran, en het einde van het conflict is niet bepaald in zicht.
Bovendien leed Saoedi-Arabië weer bijkomende imagoschade door de blokkade van Jemenitische zeehavens, vliegvelden en hoofdwegen. Zo wil het de levering van wapens uit Iran dwarsbomen maar de aanvoer van humanitaire hulp voor de zwaar noodlijdende bevolking werd daardoor eveneens onmogelijk. Jemen is voor meer dan 80% afhankelijk van voedselimport. De beelden van hongerende kinderen zonder medische verzorging gingen de wereld rond en Saoedi-Arabië zat alweer in de rol van boosdoener. Pas na zware internationale druk besloot het in november 2017 havens en luchthavens die in handen zijn van hun lokale bondgenoten weer deels te openen. Iran noteerde de winstpunten in de perceptiestrijd met welbehagen.
Zetbazen van Teheran
De Houthi’s vermoordden oud-president Saleh op 4 december 2017 amper twee dagen na diens nieuwste bocht in de vorm van de aankondiging de Houthi-kaart niet meer te willen trekken en zijn oproep hun bevelen niet langer te volgen. Deze snelle liquidatie toont aan dat die zetbazen van Teheran vandaag nog steeds sterk staan in Jemen. Dat bleek ook al bij de drieste raketaanvallen van de Houthi’s op de Saoedische hoofdstad Riyad begin november 2017.
Ook in de Palestijnse Gaza-strook ontplooit Iran de nodige bezigheden. Teheran is de grootste sponsor van de gewapende vleugel van Hamas, de Izzeldin Kassam Brigades. De voorbije maanden bezochten belangrijke delegaties van het nochtans soennitische Hamas Teheran. ‘Onze steun voor het verzet zal elke dag toenemen’, verklaarde Ali Akbar Velayati in oktober. Velayati, die we ook ontmoetten tijdens ons parlementair bezoek, fluistert als vooraanstaand adviseur rechtstreeks in de oren van de Iraanse Grootayattolah Khamenei.
De Koerdische knoop
Iran vermijdt, zoals hierboven vastgesteld, bij voorkeur om de strijd rechtstreeks aan te gaan. De uitputtende achtjarige oorlog met Irak (1980-1988) die het regime op een bepaald ogenblik aan de rand van de afgrond bracht, was traumatiserend. Iran huldigt liever de strategie van de forward defence, waarbij de vijanden bevochten worden buiten het eigen grondgebied. Vandaag vormen de Perzen weliswaar een meerderheid van de Iraanse bevolking – de cijfers variëren van goed 50% tot 61% – maar dat aandeel willen de machthebbers niet laten verwateren door formele gebiedsuitbreidingen. Om zogenaamde strategic overstretch te vermijden, werkt het land daarom liefst met zogenaamde proxies, buitenlandse handlangers die zelf afhankelijk zijn van Iraanse steun voor het realiseren van hun eigen ambities.
Het land zoekt handig de gaten bij de tegenstanders. Toen Massoud Barzani, de president van de autonome Koerdische regio in Noord-Irak, besloot tot een onafhankelijkheidsreferendum, zag Teheran de kans schoon om die potentiële bedreiging om te zetten in een voordeel.
Zo lang de strijd tegen IS bovenaan de agenda stond, werden de Koerdische strijders – de peshmerga – ongemoeid gelaten aangezien ze nuttige en op het terrein zelfs onmisbare bondgenoten waren in het bevechten van de Islamitische Staat. Naarmate IS terrein en dus ook prioriteit verliest, komt de Koerdische zaak weer hoger op de to-do-lijst van Iran. (De Israëlische premier Benjamin Netanyahu verklaarde in dat verband: ‘Waar IS vertrekt, komt Iran.’)
Ook in Iran leeft een aanzienlijke Koerdische minderheid die zowat 10% van de totale bevolking omvat en elke autonomiestreven van Koerden in Irak, Syrië of Turkije wordt met argusogen bekeken. Tijdens alle gesprekken die wij op ons parlementaire bezoek aan Teheran voerden met Iraanse hoogwaardigheidsbekleders werd zonder diplomatische verpakking duidelijk gemaakt dat een onafhankelijk Koerdistan in noord-Irak totaal onaanvaardbaar is voor hen.
Met zijn onafhankelijkheidsreferendum speelde Barzani hoog spel. De Amerikaanse regering probeerde hem daar tot het laatste moment van te weerhouden maar hij bleef doof voor de duidelijke signalen vanuit Washington. Iran maakte handig gebruik van de interne tegenstellingen in het Koerdische kamp. De Patriotic Union of Kurdistan (PUK) van de clan-Talabani vormt formeel een tactisch bondgenootschap met de Kurdish Democratic Party (KDP) van Masoud Barzani maar in feite staan ze op gespannen voet. Ze bewandelen een smal evenwichtspad waarbij de KDP de lakens uitdeelt in de Iraaks-Koerdische hoofdstad Erbil en de PUK de Koerden vertegenwoordigt in de Iraakse overheid in Bagdad, waar ze de president levert.
De Talabani’s hebben hun machtsgebied in de streek rond Sulaymaniyah, aan de grens met Iran. Hun partij, de PUK, onderhoudt oude banden met Iran, stammend nog uit de tijd dat ze samen het regime van Sadam Hussein bevochten. Barzani mikt dan weer nadrukkelijk op contacten met Turkije, onder meer als doorvoergebied voor de petroleumuitvoer. Die bekoelden uiteraard tot onder het vriespunt na het uitroepen van het onafhankelijkheidsreferendum.
De strijd op 16 oktober 2017 om de strategisch belangrijke stad Kirkuk die in Koerdische handen was, duurde amper 15 uur. Langer hadden de Iraakse strijdkrachten niet nodig om de Koerdische peshmerga te verdrijven.
De klus werd geklaard door sjiitische eenheden uit dat Iraakse leger en sjiitische milities, gesteund door de Iraanse Islamitische Revolutionaire Garde (IRG). Generaal Qassem Soleimani van de beroemde/beruchte Quds-militie uit die Garde verzorgde de contacten met de Talabani-clan, die de eigen pershmarga snel liet terugtrekken uit Kirkuk na de start van de aanval. Niet alleen Kirkuk viel in Iraakse handen, ook de grote omliggende olievelden. De Koerden exporteerden zo’n 600000 vaten olie per dag richting Turkije via hun pijpleidingen. De verloren olievelden zijn goed voor ééntiende van de totale olieproductie in Irak en hakken zeer zwaar in op de inkomsten van de Koerdische Autonome Regio. President Barzani nam enkele weken later ontslag. De autonome Koerdische regio in Noord-Irak verkeert intussen in relatieve stuurloosheid met twee concurrerende clans die elkaar absoluut niet meer lijken te vertrouwen.
Bizarre bondgenootschappen
De Saoedische kroonprins MbS ziet hoe zijn land in het verlies gedrukt wordt door Iran en gaat duidelijk voor een offensieve strategie om de kloof te dichten. Met zijn actief optreden in Jemen en Libanon boekt hij echter voorlopig slechts matig succes. De mate waarin Saoedi-Arabië weer meer invloed kan winnen, is afhankelijk van het welslagen van MdS maar wordt zeker ook mee bepaald door de mate waarin de VSA en zelfs Israël zich in het gewoel zullen storten. Hun stevige bindmiddel heet… Iran.
De relatie met Israël is formeel zo goed als onbestaande aangezien dat land voor de Arabieren een bezetting is van Palestijns gebied. Maar onder het motto ‘de vijand van mijn vijand is mijn vriend’ doen de Iraanse successen die oude wederzijdse afkeer afbotten. Voor de Israëlische regering vormt Iran het ultieme gevaar. In kringen van het Israëlische kabinet spreken ze over ‘onze Arabische vrienden’ in de strijd tegen Iran, waarmee uiteraard Saoedi-Arabië wordt bedoeld.
Dat zeven Israëlische schakers hebben aangekondigd te willen deelnemen aan het eerder genoemde wereldkampioenschap snelschaken in het wahabitische koninkrijk is veelzeggend. De Israëlische schaakbond spreekt zelfs over ‘een eerste officieel teken van de dooi in de relaties tussen Israël en Saoedi-Arabië’. Gezien de gevoeligheid wordt over die toenadering amper of niet officieel gecommuniceerd. Maar als die relaties daadwerkelijk uitgediept zouden worden, kan dat een echte powershift betekenen in het Midden-Oosten.
De banden met de VSA zijn traditioneel dan weer heel hecht. Washington beschouwt Riyad als de eerste Arabische bondgenoot en die koers heeft president Donald Trump alvast niet gewijzigd. In het voorjaar van 2017 sloot hij een wapendeal ter waarde van 110 mld. dollar. De wrijving tussen Saoedi-Arabië en Qatar stelt wel een vervelend probleem, want in Qatar huist de belangrijkste militaire basis van de VSA in het Midden-Oosten. De Al Udeid luchtmachtbasis herbergt ruim 11000 soldaten van de VSA en bondgenoten. Er staan meer dan honderd operationele vliegtuigen van de Amerikaanse luchtmacht paraat, die operaties uitvoeren in Afghanistan, Syrië en Irak.
President Trump en minister van buitenlandse zaken Rex Tillerson benaderen dat Qatar-probleem verschillend. Het is betekenisvol dat meer dan gefluisterd wordt dat de meer behoedzame Tillerson, ook voorzichtiger in de benadering van Iran, het veld moet ruimen. Ook indien hij toch nog in functie zou blijven, wijst alles er op dat hij vleugellam gemaakt is.
De mogelijkheden voor Teheran om bondgenoten te ronselen buiten de sjiitische sfeer is zeer klein en het feit blijft dat de soennieten de grote meerderheid vormen.
Maar ook Iran worstelt met een duidelijk zwak punt. De mogelijkheden voor Teheran om bondgenoten te ronselen buiten de sjiitische sfeer is zeer klein en het feit blijft dat de soennieten de grote meerderheid vormen. Alleen in Iran, Irak, Azerbeidjan en Bahrein vormen sjiieten de meerderheid van de bevolking, in Libanon de helft van de moslims (46% zijn daar niet-moslims). In totaal is zowat 40% van de moslims in het Midden-Oosten sjiiet, wereldwijd vormen ze slechts 15% van de totale moslimbevolking. (Het is niet zonder belang om er op te wijzen dat ook Saoedi-Arabië een sjiitische minderheid telt, zowat 15% van de totale bevolking sterk maar wel wonend in zeer olierijke gebieden in het noordoosten van het land).
De oorlog in Syrië bracht historische vijanden als Rusland, Turkije en Iran samen in een tactisch bondgenootschap dat op zeer wankele pootjes steunt.
De oorlog in Syrië bracht historische vijanden als Rusland, Turkije en Iran samen in een tactisch bondgenootschap dat op zeer wankele pootjes steunt. De ambities van de Islamitische Revolutionaire Garde staan op gespannen voet met de Russische plannen, zoals bleek op 22 november 2017 in het Russische Sotschi, waar dat vreemde bondgenootschap samen kwam. De Russische president Vladmimir Poetin legt liever rechtstreeks contacten met Assad, die hij daar twee dagen eerder apart ontving zonder sjiitische pottenkijkers in de buurt. Dat Poetin ook zijn Amerikaanse collega Trump briefde over de ontmoetingen, schoot al helemaal in het verkeerde Iraanse keelgat.
Weliswaar is erg geen sprake van een eensgezind soennitisch blok. Qatar en Turkije – de landen waarvan met reden vermoed mag worden dat ze banden hebben met en/of sympathieën koesteren voor het moslimbroederschap – staan momenteel ver van het kamp van Saoedi-Arabië, waar onder meer de Verenigde Arabische Emiraten, Bahrein en Egypte in zitten. Tijdelijke en fragiele momenten van gemeenschappelijkheid tussen dat moslimbroederkamp en Iran bestaan zeker maar een stevige basis zullen ook die nooit vormen gezien de blijvende fundamentele tegenstellingen tussen soennieten en sjiieten.
Vergeten we ook de interne tegenstellingen binnen Iran niet. Zo’n militaire diehard generaal Mohammad Ali Jafari beschouwt president Rouhani als een slappe duif. Conservatieve kringen in Iran hebben de nucleaire deal maar knarsetandend geslikt. Voeg daar bij de niet zo florissante economische situatie van het jarenlang murw-geboycotte land en Iran ziet er al veel minder uit als de onoverwinnelijke slokop die het de voorbije jaren soms leek te zijn.
De strijd is alvast niet gestreden, zo veel maakt MbS wel duidelijk. Saoedi-Arabië kon zich decennia lang zelfvoldaan wentelen in de wetenschap de natuurlijke en door massale olie-inkomsten gesmeerde leider van de moslimwereld te zijn. Iran kijkt echter terug op zeer succesrijke jaren waarin het machtsevenwicht nadrukkelijk richting Teheran schoof. Riyad neemt na jaren immobilisme de handschoen nu nadrukkelijk op maar de kroonprins doet dat zo doortastend dat vele waarnemers er ernstig rekening mee houden dat de behoudende krachten in Saoedi-Arabië hem weldra een gepeperde rekening zullen presenteren.
De rust staat alvast niet meteen achter de Midden-Oostenhoek te wachten om zijn lang verhoopte opwachting te maken.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier