In memoriam: Vangelis (1943-2022), godfather van de newagemuziek
In Parijs overleed op zijn 79e Evangelos Odysseas Papathanasiou na een lange covidbehandeling. Vangelis – Papathanasiou lag te moeilijk voor elke niet-Griek – veroverde de wereld met keyboards en synthesizers als godfather van de newagemuziek, hoewel hij dat etiket haatte. ‘New age gaf mensen zonder talent de kans heel saaie muziek te maken.’
Vangelis komt uit Agria, een groot uitgevallen kustdorp ten noorden van Athene, maar groeit op in de buitenwijken van de Griekse hoofdstad. Met zijn broer Nico, een melomane vader die eerst als schilder en later als makelaar aan de kost komt en een moeder die niet onverdienstelijk zingt. Op school valt er geen eer te behalen aan de jongen. Hij houdt zich het liefst in zijn uppie met klanken bezig. Op de radio scant hij de extreme frequenties die volgens hem geluiden uit de ruimte produceren. In de huiselijke piano stopt hij papier, glas en bestek om zijn eerste synthesizer te creëren.
Bij zijn pianoleraars leert hij amper noten te lezen. ‘Moest ik iets spelen, dan las ik zogezegd de partituur, maar ik deed het gewoon uit mijn hoofd’, vermeldt zijn enige biografie, die terecht The Unknown Man heet omdat Vangelis in zijn hele carrière amper vijf interviews geeft (‘Wat moet ik vertellen?’). Hij zit op de Academie voor Schone Kunsten in Athene, eerst afdeling film en dan muziek, maar kapt ermee als de popband The Forminx die hij met vrienden opricht, succes krijgt. Bij deze Griekse Beatles bespeelt Vangelis het Hammondorgel dat hij op zijn achttiende van zijn vader krijgt.
Hij heeft zo veel borsthaar dat de Commissie voor Bosbouw hem moet beheren.
Borsthaar
Omdat zijn maten altijd meer van hetzelfde willen, trekt Vangelis de stekker eruit. In 1967 zet hij met zijn neef Demis Roussos de band Aphrodite’s Child op; pop, Griekse folk, zeemzoete ballads overgoten met elektronica van Vangelis, die keyboards en fluit speelt terwijl Roussos zingt. Op hetzelfde moment plegen een stel verknipte kolonels een coup in Griekenland. De bandleden willen naar Groot-Brittannië vluchten, maar door gebrek aan visa strandt het gezelschap in Parijs.
Hun gelikte debuutsingle daar, Rain and Tears, wordt een monsterhit en de groep een hitmachine. De Grieken nemen het ervan in Parijs, zo niet de rustige Vangelis. ‘Ik nam geen drugs, van drank was ik meteen zat, de meisjes waren oké maar niet voor te lang.’ De componist verkiest een stille studio en gedistingeerde feestjes op zijn appartement. Vangelis wil de psychedelische kant uit, de anderen willen nog meer hits en drie succesvolle lp’s later stopt Aphrodite’s Child – optreden deden ze nauwelijks, toeren helemaal niet. Hij blijft wel producer van neefje Demis.
Vangelis gaat zijn eigen weg en wil naar Londen, maar daar zit niemand op hem te wachten. ‘Zijn solo-optredens lijken de Barnum & Bailey van de avant-garde’, spot muziektijdschrift Melody Maker. ‘Met meer keyboards dan iemand ooit gebruikte en hordes fraaie koormeisjes die rond timpanen dansen.’ Maar het kan ook vileiner. ‘De man heeft zo veel borsthaar dat de Commissie voor Bosbouw hem moet beheren.’ Vangelis verhuist toch en bouwt in 1975 in Londen – na het tekenen van een uiterst lucratieve platendeal – de legendarische Nemo Studios, zijn ‘klankenlab’. Een nieuwe productieve stortvloed volgt. Over al die inspiratie – ‘componeren is meer wetenschap dan kunst‘ – spreekt hij ooit in tongen. ‘Geluid, muziek en melodieën zitten in de natuur rond ons. Als wij ons openstellen, komen die tot ons en ik ben maar een radar die de boodschappen binnenkrijgt.’
Hij werkt samen met Irene Papas en Melina Merkouri en vormt tijdelijk een duo met Jon Anderson (Jon and Vangelis), de frontman van de rockband Yes. Artiesten die zijn materiaal gebruiken worden ontelbaar, de commercials of radioprogramma’s met zijn tunes ook. In 1980 komt een klapper: hij schrijft de muziek voor de film Chariots of Fire en krijgt er een Oscar voor. Vangelis groeit uit tot hofleverancier van filmscores: Blade Runner, Missing (Gouden Palm in Cannes), The Bounty, 1492: Conquest of Paradise (goed voor 4 miljoen verkochte platen) en Alexander. Bij die film wilde ‘regisseur Oliver Stone alles eindeloos overdoen’ wat niet spoort met hoe Vangelis het liefst werkt. Hij bereidt een opus voor, kruipt de studio in, gebruikt tig keyboards, kiepert die meestal in één ruk op 24 sporen, knipt dan, voegt toe, mixt en klaar.
NASA
In de jaren 2000 ziet de Griek, intussen wel heel goed in de slappe was, het somber in. ‘We leven in donkere cultuurmiddeleeuwen.’Je zet de radio aan en
vijf minuten later heb je een aspirine
nodig.’Maar hij blijft een noeste, esoterische duizendpoot en gaat samenwerken met de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA en diens Europese tegenhanger ESA. In 2021 – hij is dan 78 jaar – levert hij nog een briljant album Juno to Jupiter, misschien bombastisch, zeker overdonderend, over de reis van de ruimtesonde Juno.
Ook de laatste jaren zwerft Vangelis – nooit een tafelspringer geweest – van Londen naar Parijs, met lange tussenstops in Rome, Athene, de Verenigde Staten en terug. Hij schildert, filosofeert, organiseert house parties. Vangelis laat na drie lange relaties geen kinderen na. Wel een paar terabyte ‘symfonische poëzie’ (Vangelis) en een hemellichaam. Want sinds 1995 heet een door een Belg ontdekte planeet 6354 Vangelis.