Bert Bultinck
‘In het Oekraïneconflict is het woord “desinformatie” altijd een understatement’
‘Wie dacht dat de debatten met coronasceptici al verwarrend genoeg waren, die houdt zich beter ver van de berichtgeving over Oekraïne’, schrijft Knack-hoofdredacteur Bert Bultinck.
Wekenlang al wordt de wereld bestookt met tegenstrijdige berichten over troepenbewegingen aan de Russisch-Oekraïense grens, druk diplomatiek telefoonverkeer tussen het Elysée en het Kremlin, of berichten over opgeblazen legerjeeps in Donetsk, en wie voor die aanslag verantwoordelijk zou kunnen zijn – pro-Russische separatisten of toch pro-westerse Oekraïners. In het Oekraïneconflict is het woord ‘desinformatie’ altijd een understatement. Maar de mist komt in dit conflict van alle kanten, ook van het Westen.
De Amerikaanse president Joe Biden zegt nu al dagen dat de Russische invasie voor een van de komende dagen is. De Britse premier, het kleinere trans-Atlantische broertje, blaft vaker nog net iets harder: tegen de BBC zei hij dit weekend dat Rusland ‘de grootste oorlog sinds 1945’ aan het voorbereiden is. De Russen slaan een geheel andere toon aan, of toch meestal. Zegt de Tsjechische premier dat Europa ‘één stap van oorlog verwijderd is’, dan hebben de Russen nog maar eens gezworen dat er volstrekt geen reden voor paniek is. Ze houden het op ‘militair-technische’ ingrepen als de veiligheid van Rusland niet gegarandeerd wordt, wat minder erg moet klinken dan oorlog. Het doet een beetje denken aan de propaganda over de ‘chirurgische’ bombardementen van de Amerikanen in de eerste Irakoorlog. Zondag maakte een woordvoerder van het Kremlin het nog bonter door te zeggen dat Rusland ‘nog nooit’ een land heeft aangevallen – daar denken, bijvoorbeeld, sommige Afghanen toch anders over – en dat nu ook niet zou doen. De Oekraïense premier Volodymyr Zelensky gaf dit weekend nog aan dat zijn land niet aan het panikeren is, al had hij toen net wel zijn westerse bondgenoten gewaarschuwd dat economische sancties tegen Rusland weinig zin meer hebben nadat Poetin heeft gebombardeerd. Als dat geen paniek mag heten, dan misschien toch wel zenuwachtigheid.
In het Oekraïneconflict is het woord ‘desinformatie’ altijd een understatement.
In de informatieoorlog pakken de Verenigde Staten het anders aan dan in 2014, toen de Russen de Krim annexeerden, terwijl Barack Obama mooie speeches gaf maar weinig informatie van zijn inlichtingendiensten bekendmaakte. Biden doet dat wel. In het Amerikaanse blad Foreign Affairs schreef CIA-veteraan Douglas London vorige week dat de hoeveelheid geheime informatie die de Amerikanen de laatste weken vrijgeven ‘ongezien’ is. Maandagochtend vergeleek de Amerikaanse politieke analist Ron Brownstein op nieuwszender CNN de vele gelekte berichten over geheime aanvalsplannen van de Russen met het opendraaien van het ventiel van een snelkookpan. Het vrijgeven van classified informatie zou de kans dat de Russen binnenvallen verkleinen. In een gesprek met het blad The New Yorker sprak de voormalige CIA-directeur Michael Hayden dan weer van een cultuuromslag bij de Staatsveiligheid: eindelijk voeren de Verenigde Staten ook zelf een informatieoorlog.
De vermetele hoop is dat de nieuwe openheid – het wordt een ’transparantie-initiatief’ genoemd – het vertrouwen van de burger zal herstellen, na Trump en covid. Als de kracht van een autocraat ligt in leugens, manipulatie en false flag-operaties, zo heet het, dan zou de sterkte van een democratie erin moeten bestaan om zo open mogelijk te communiceren. Een Oekraïens parlementslid zag dat vorige week net iets anders. Hij noemde de berichtgeving van CNN, Bloomberg en The Wall Street Journal erger dan de Russische propaganda.
De Britse Ruslandexpert Mark Galeotti is het daar niet noodzakelijk mee oneens. In zijn interview deze week in Knack spreekt hij van de enorme legitimiteitscrisis van het Westen, inclusief de pers: ‘Veel Amerikaanse media gedragen zich als dienstmaagden voor de inlichtingendiensten.’ Galeotti ziet wel een belangrijk voordeel aan de hybride oorlogen: oorlogen tussen staten zijn minder frequent en bloedig. Of dat is toch de theorie.
Ondertussen heeft de propagandaoorlog al reële effecten, en niet alleen voor de Oekraïense economie. In eigen land worden de spanningen gebruikt om de kernuitstap nog maar eens voor ons uit te schuiven. Op Europees niveau wordt al volop nagedacht over een nieuwe vluchtelingencrisis, die Polen maar ook Duitsland en Frankrijk zou kunnen treffen. Later deze week zien Antony Blinken en Sergej Lavrov elkaar, de Amerikaanse en Russische ministers van Buitenlandse Zaken. Dat werd, ondanks de erkenning door Poetin van twee pro-Russische volksrepublieken in Oost-Oekraïne, op maandag nog eens bevestigd. Dat zou een opmaat moeten worden voor een ontmoeting tussen Biden en Poetin zelf. Al kan alles de komende uren alweer helemaal anders zijn.
Oorlog in Oekraïne: alles wat u moet weten
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier