Lia van Bekhoven
‘Ik heb me aangemeld voor lidmaatschap van het House of Lords’
‘Ik heb veel voor het VK over’, schrijft correspondente in Londen Lia Van Bekhoven, die zich aangemeld heeft voor lidmaatschap van het House of Lords. ‘Om het elitaire imago te temperen is twintig jaar geleden besloten ook gewone mensen in het hogerhuis te benoemen.’
Ik ben er niet helemaal uit, nog. Wordt het Lady Lia of St Margarets (naar de Londense buitenwijk waar ik woon) of Lady Lia of Oosterhout (mijn geboorteplaats). Ik neig, puur voor het gemak, naar de eerste optie. De Britten confronteren met een drielettergrepig woord in een buitenlandse taal, betekent vijanden maken voor je leven. En ik heb, als ik die titel wil, juist vrienden nodig.
Ik heb me aangemeld voor lidmaatschap van het House of Lords. Het Britse Hogerhuis, of eerste kamer doet alles wat wij gewend zijn van een eerste kamer, maar in overtreffende trap. Dus meer pruiken, meer hermelijn, meer drank en meer inzittenden. Het Britse House of Lords is ’s werelds grootste bestuurskamer, op het volkscongres van China na. Britse premiers beloven voortdurend de lords te moderniseren en het bestand uit te dunnen, om vervolgens de verleiding niet te kunnen weerstaan om bevriende handlangers in de adelstand te verheffen. Volgens de laatste telling staat het aantal lords en ladies op 806.
Ik heb me aangemeld voor lidmaatschap van de House of Lords.
Om het elitaire imago te temperen is twintig jaar geleden besloten ook gewone mensen in het hogerhuis te benoemen. Bij voorkeur burgers die zich sterk gemaakt hebben voor de gemeenschap. Maar dat is geen verplichting. Ook zonder verpleegkundige te zijn of klaar-over kom je in aanmerking voor levenslang lidmaatschap van het House of Lords.
Volgens het aanmeldingsformulier voldoe ik aan alle criteria. Ik ben in bezit van het Britse staatsburgerschap, ouder dan 21, niet geaffilieerd aan een politieke partij, begrijp ‘enigszins’ hoe het land constitutioneel in elkaar zit en ben bereid me te houden aan ‘de hoogste normen van het openbare leven’.
Over dat laatste heb ik wel even nagedacht. Hoe hoog zouden die kunnen zijn? Totdat ik me het bonnetjesschandaal herinnerde van tien jaar geleden, waarbij lords waarvan niemand ooit gehoord had, furore maakten via de voorpagina’s met onverwacht creatieve onkostenrekeningen. Zo bleek Douglas Hogg een rekening te hebben ingediend voor de schoonmaak van zijn kasteelgracht, het stemmen van zijn piano en het salaris van zijn huishoudster. Sindsdien zijn de regels aangepast. Nieuwe afspraken en gedragscoden werden van kracht.
Maar ze bereikten niet iedereen. Vier jaar geleden pronkte The Sun, met ‘exclusieve foto’s’ -als dat de juiste term is- van Lord Sewell die, gekleed in niet veel meer dan een oranje bh, cocaïne snoof met prostituees. Het Hogerhuislid en vroegere minister van Landbouw is nooit juridisch vervolgd (wegens te weinig bewijs). Hij trad vrijwillig af om te voorkomen dat zijn Hogerhuisgenoten hem zouden afzetten onder nieuwe gedragsregels die hij trouwens zelf had helpen ontwerpen. Anders gezegd, de lat aangaande decorum en protocol ligt niet ongrijpbaar hoog.
Toen de erfadel het in het House of Lords nog voor het zeggen had, vroeg ik de hertog van Devonshire eens naar zijn rol. Ik kom niet vaak in het Hogerhuis, gaf hij toe. Londen was te ver van zijn spectaculaire landgoed Chatsworth. Hij zakte enkel af naar het gotisch onderkomen aan de Theems, als er gestemd moest worden over de twee belangrijkste zaken die er waren. En welke zijn dat dan, vroeg ik, denkend aan kwesties als oorlog en vrede, arm en rijk enzo. Gokken en paarden, zei de lord.
Het aantal excentrieke ingezetenen is sindsdien sterk gedaald. Het Britse Hogerhuis is nog steeds een ‘asiel voor de ancien chic’. Maar naast een laatste rustplaats voor uitgediende volksvertegenwoordigers, partijdonors en aanverwante tassendragers wordt de Lords tegenwoordig ook bevolkt door chirurgen, mediatypen, historici, bedrijfsleiders. Toch zou je het aantal leden niet de kost willen geven dat enkel komt opdagen om het daggeld (€ 300) te incasseren, in een van de restaurants te eten, de bars leeg te drinken om vervolgens ergens in slaap te vallen met een krant op schoot. Het Britse Hogerhuis is duur, gedateerd en ondemocratisch, maar met mijn lidmaatschap zou ik zou in een klap het percentage vrouwen (26%) opkrikken en de gemiddelde leeftijd (70) drukken. Ik heb veel voor het VK over.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier