Amir Bachrouri
‘Ik en jij: de oorlog in Gaza, van één kant bekeken’
Ik, die bezet, die bang ben, ik die in mijn angst dat er in jouw wereld geen plek voor mij is dan maar besluit met bommen te vermijden dat jij een plek in mijn wereld verkrijgt.
Jij, de barbaar, de Arabier, de moslim, niet historisch verbonden met de grond van het Beloofde Land, maar slechts een tijdelijke bewoner van lagere stand.
Ik, verheven boven alle internationale regels die de sokkel van beschaving vormen, gekrenkt in mijn menselijkheid sinds 7 oktober, maar blind voor jouw leed dat al decennia teruggaat.
Jij, die door mijn woorden wordt gekleineerd, die door mijn landgenoten wordt verworpen.
Ik, nu de vaandeldrager van mensenrechten, dan weer het mikpunt van massaprotesten door mijn overbeschermende reflexen, want kuddes moet je leiden.
Jij, die door mijn grootheidswaan moet lijden.
Ik, die de woorden van wereldleiders en de oproepen van het Internationaal Gerechtshof om alles in het werk te stellen om een genocide te vermijden, in de wind sla.
Jij, nog steeds het slachtoffer van mijn geschiedenis.
Ik, allesbehalve een dictator, maar gewoon een mens die vecht tegen terroristen, daarbij overtuigd van het feit dat alleen terreur een antwoord op terreur kan zijn.
Jij, vluchtend voor de raketten, met stenen terugvechtend.
Ik, een meester in communicatie en storytelling, iedereen met kritiek op mijn persoon en beleid de mond snoerend, want ‘antisemitisch’.
Jij, ontdaan van elke menselijkheid.
Ik, voor een internationaal publiek optredend op het Eurovisiesongfestival, want muziek is apolitiek.
Jij, decennialang als schrijver onderdrukt, als kunstenaar de kop ingedrukt.
Ik, ooit nog dromend van een tweestatenoplossing, maar vandaag vastberaden in mijn koloniale vestigingspolitiek.
Jij, afgesneden van voedsel, water en leven.
Ik, rondstruinend in de straten van Tel Aviv, op zoek naar contact met het Westen, want wij, aan de andere kant van de wereld, zijn ook het Westen.
Jij, twee jaar oud of twintig jaar oud, eeuwig gebrandmerkt.
Ik, nog altijd overtuigd dat terreur onze angsten wegneemt.
Jij, in de onmogelijkheid om als journalist of humanitair medewerker onafhankelijk verslag te doen van de gruwel die je te beurt valt.
Ik, allesbehalve opportunist maar juist een patriot, te land, ter zee en in de lucht de natie en haar eer verdedigend.
Jij, eeuwenlang ontkend in je bestaan, want in wat ze historische akkoorden noemen nooit erkend als volk met aanspraken op je land.
Ik, wanhopig op zoek naar wraak.
Jij, dromend van vrede.