‘Het is een grote dag voor Palestina.’ Zo reageerde Varsen Aghabekian Chahine, minister van Buitenlandse Zaken van de Palestijnse Autoriteit, op het advies van het Internationaal Gerechtshof (ICJ) dat het nederzettingenbeleid van Israël in strijd is met het internationaal recht. De Israëlische premier Benjamin Netanyahu sprak dan weer over ‘een leugenachtige beslissing’.
‘Dit is het hoogste gerechtshof (van de VN) en het heeft een zeer gedetailleerde analyse gepresenteerd van wat er gebeurt door de langdurige bezetting en kolonisatie van Palestijns gebied door Israël, dat in strijd is met het internationaal recht’, stelde Aghabekian. De Palestijnse Autoriteit spreekt over ‘een overwinning’ en een ‘historische beslissing’. Ze roept Israël via het officiële persagentschap Wafa op om een einde te maken aan de bezetting.
Aan Israëlische kant is dan weer een heel ander geluid te horen. ‘Joden zijn geen bezetters op hun eigen land’, stelde premier Netanyahu in een verklaring. ‘Geen enkele leugenachtige beslissing in Den Haag (waar het ICJ zetelt, red.) kan de historische waarheid verdraaien.’ Verder zei hij dat ‘de rechtsgeldigheid van de Israëlische nederzettingen’ niet kan worden aangevochten.
Het hof oordeelde in een niet-bindend advies dat wat Israël doet op delen van grondgebied op de Westelijke Jordaanoever en in Oost-Jeruzalem neerkomt op annexatie, en dat Israël het illegaal bezet land en allerlei bezittingen aan de Palestijnen moet teruggeven. Iedereen die door de bezetting is verjaagd, moet de kans krijgen om terug te keren, vindt het hof. Als dat niet mogelijk is, moeten mensen gecompenseerd worden.
