Brendan O'Neill
‘Hoop versus angst? Dat is geen échte keuze’
De moderne politici die hoog oplopen met hun hoopvolle boodschappen, maken van de politiek een schouwspel, meent Brendan O’Neill. Ze reduceren ons “tot lieden die de wereld lijdzaam ondergaan”. Want, stelt hij, “in de politiek van hoop is het niet onze taak om na te denken of iets te doen; het is slechts om te hopen dat de hoge heren er het beste van zullen maken.”
Een nieuwe politiek verovert het Westen: de politiek van hoop. Moderne politici zeggen dat het tijd is om de “angstzaaierij” te verwerpen en de boodschap van hoop te verspreiden. Dat begon bij Barack Obama in 2008, en nu is het hoop-kamp overal.
De discussie over de Europese Unie wordt door de voorstanders aangegrepen om de critici weg te zetten als bange mensen die hun angst moeten leren los te laten. “Wees positief”, zoals de Britse campagnevoerders zeggen die bij het referendum vóór de EU zullen stemmen. De nieuwe burgemeester van Londen heeft zijn overwinning betiteld als een overwinning van “hoop op angst“, omdat zijn tegenstrever inspeelde op islamofobie. En in de Verenigde Staten zien de aanhangers van Bernie Sanders hun kandidaat als de belichaming van hoop, vooral ten opzichte van Donald Trump.
‘Hoop versus angst? Dat is geen échte keuze’
Het is een boodschap die hier en daar aanslaat. Dat is goed te verklaren. Jarenlang zeiden politici: “Als u niet op mij stemt, dan wordt de nationale veiligheid/het milieu/de gezondheidszorg (of vul hier uw favoriete thema in) vernietigd.” Kennelijk – eindelijk – willen mensen nu eens iets anders horen.
De wereld lijdzaam ondergaan
Het klinkt allemaal mooi, al die hoop. Toch is de politiek van hoop niet zo anders als vaak wordt beweerd. Sterker nog, de politiek van hoop en de politiek van angst kan worden gezien als twee kanten van dezelfde medaille. Beide veronderstellen de passiviteit van het volk. Beide suggereren dat het niet onze rol is in een democratie om rede en passie te gebruiken. Ze spotten met het idee dat politiek een manier zou zijn om onze toekomst vorm te geven. Ze suggereren dat we alleen maar emotioneel mogen reageren op wat er in de politiek gaande is.
Hoop versus angst: dat ís geen echte keuze. Beide kampen reduceren het electoraat tot lieden die de wereld lijdzaam ondergaan. De hoopvollen hebben nog een sprankeltje optimisme en de milde verwachting dat wat er gebeurt een positieve uitkomst zal hebben; de bangeriken vrezen dat het de verkeerde kant op zal gaan.
Hoezo hoop?
Als je wat beter kijkt naar de politiek van hoop zie je dat de uitdragers ervan zich helemaal niet hebben afgekeerd van de politiek van angst. Integendeel. Kijk maar eens hoeveel van deze “hoopzaaiers” doemscenario’s presenteren over klimaatverandering. Bernie Sanders zegt dat als we er niets aan doen – lees: als we niet iemand als hem kiezen – dan zullen er allerlei “catastrofale gevolgen” zijn, “zoals overstromingen, orkanen en ander extreem weer”. Dit is pure angstzaaierij: kies mij of de pleuris breekt uit.
In de Londense burgemeesterstrijd presenteerde Sadiq Khan zich als de man die de inwoners zou behoeden voor islamitisch extremisme. Maar zelfs terwijl hij de paniekdoenerij over moslims van zijn opponent Zac Goldsmith pareerde, deed hij zelf minstens zo paniekerig. Want hij suggereerde dat alleen hij, als moslims, in staat zou zijn om het krankzinnige geweld van de extremisten zou kunnen pareren. Met andere woorden: Bent u bang voor moslims? Stem Khan!
En hoe “positief” is de campagne om de Britten in de Europese Unie te houden eigenlijk? We horen vooral hoe het fascisme zal opkomen, dat er een nieuwe economische depressie aan zit te komen en dat de oorlog zal uitbreken als het volk voor een Brexit gaat stemmen bij het referendum. Hoezo hoop?
Morele luiheid
Historisch gezien waren filosofen huiverig bij de emotie van hoop – althans, wanneer het een rol speelt in het publieke leven. De reden was dezelfde als hun argwaan voor al te veel vrees: omdat het leidt tot een afwachtende houding en morele luiheid.
De oude Grieken zagen hoop in het publieke leven als een manier om je wensen te projecteren, een “facilitator van valse illusies”, zoals het werd genoemd in Expectancy and emotion, een boek van Maria Miceli en Christiano Castelfranchi. De Griekese dichter Hesiodos zei dat er weinig goeds kon kkomen van “de luie man die wacht op lege hoop”.
‘Het verschil tussen hoop en angst is dat het één genoegdoening geeft en het ander een onbehaaglijk gevoel.’
Tijdens de Verlichting werd hoop al even skeptisch benaderd. Spinoza, wellicht de meest radicale denker uit die tijd, zag hoop en angst als onderling afhankelijk van elkaar. Beide komen voort uit twijfel, stelde hij, en uit een gevoel dat dingen buiten onze controle liggen. Het verschil tussen de twee is dat de één enige genoegdoening geeft en de ander een onbehaaglijk gevoel.
Hoop, zei Spinoza, is “een wispelturig genoegen, ontstaan uit een beeld van de toekomst of het verleden, waarbij we onzeker zijn over de uitkomst”. Hij wees erop hoe snel hoop kan omslaan in angst – en andersom. Als iemand hoopt dat iets gaat gebeuren, redeneerde Spinoza, dan is hij vaak bang dat het níet gebeurt. En iedereen die ergens bang voor is geweest, kent de opluchting wanneer de vrees tevergeefs bleek. Spinoza zou de “overwinning” van de hoop op de angst – zoals de winnende politicus graag blijmoedig zegt – niet herkennen, omdat beide emoties naast elkaar bestaan, in elkaars verlengde.
Spinoza zei nog iets dat interessant is voor vandaag. Hoe meer “verlicht” iemand zou zijn, en hoe meer vertrouwen hij had om zijn eigen leven vorm te geven, stelde hij, hoe minder zo iemand zou hechten aan hoop en hoe minder vatbaar hij zou zijn voor angst.
Crisis van de Verlichtingsidealen
De o zo moderne politiek van hoop is niet het antwoord op de politiek van angst. Het is eerder de nieuwste uiting van de crisis van de Verlichtingsidealen die de oorzaak is van de angstzaaierij in de politiek. Het wil evengoed grote delen van het volk opzij zetten, omdat het eveneens onderkent dat gewone mensen niet bekwaam zouden zijn om na te denken.
In de politiek van hoop is het niet onze taak om na te denken of iets te doen; het is slechts om te hopen dat de hoge heren er het beste van zullen maken. Deze “nieuwe” politiek onderstreept juist een einde aan het geloof in democratie. De leiders zeggen tegen ons: “Hoop nu maar gewoon dat wij het wel weer wat beter voor u zullen maken.”
Hoop is een val. Als je iets wilt, ga er dan niet op hopen. Creëer het. Vecht ervoor. Ga in debat. Doe iets. Zoals Spinoza zei: vertrouw minder op hoop, en val ook niet voor de angst, maar gebruik uw denkkracht en uw morele kompas.
(Met dank aan Tegengeluid, de nieuwsbrief voor dwarsdenkers. Dit artikel verscheen eerder op de website van Spiked, waarvan Brendan O’Neill hoofdredacteur is. Vertaling: Marco Visscher.)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier