Hongersnood in Sudan: ‘Dit is Gaza maal twintig’
De oorlog in Sudan zorgt voor een hongersnood die de wereld in vier decennia niet meer heeft gezien. Het aantal doden loopt in de miljoenen.
Tegen het einde van dit jaar zijn in de zwaarst getroffen gebieden van Sudan twee miljoen mensen van honger en ontbering gestorven. Sinds april 2023 woedt er een oorlog tussen het leger en rebellengroepen, en een einde is niet in zicht. Het is de Nederlander Timmo Gaasbeek die met dat cijfer kwam in een paper voor het Clingendael Instituut, en daarmee als een van de eersten de onvoorstelbare schaal van de oorlog in beeld bracht. Hij werkt al meer dan 25 jaar rond voedsel- en watervoorziening in kwetsbare regio’s en conflictgebieden.
Timmo Gaasbeek: Ik heb van 2014 tot 2018 in Sudan gewerkt rond voedselzekerheid. In 2015 was daar een grote droogte, en ik raakte geïnteresseerd in de dynamiek van honger en de voedselbalans in dat land. Toen de oorlog vorig jaar uitbrak, was ik meteen erg bezorgd. Ik heb contact opgenomen met alle mensen die ik daar nog kende, en heb de informatie die ik kon vinden bij elkaar gepuzzeld. Het was voor mij al snel duidelijk dat er een hongersnood zat aan te komen, terwijl heel veel mensen dat lange tijd gewoon niet zagen.
Pas sinds augustus is er ook maar officieel sprake van een hongersnood.
Gaasbeek: Er is wel een early warning-systeem voor zulke crisissen in de wereld, maar dat stelt hele rigide eisen aan de data die kunnen worden gebruikt. Dat is goed, maar het is oorlog, waardoor er eigenlijk geen betrouwbare data zijn. Dat betekent allerminst dat er geen honger is. Er gaat nu veel aandacht naar de toestand in Zamzam, een vluchtelingenkamp waar we informatie over hebben. Dat is heel goed, maar er spelen zich op veel meer plekken drama’s af.
Wat vertellen uw inschattingen?
Gaasbeek: De kern van mijn analyse zijn officiële cijfers en informatie van experts over het beschikbare voedsel. Wat betekent dat totaal voor de hongersnood? Vervolgens heb ik een model proberen te maken op basis van wetenschappelijke literatuur dat laat zien wat die honger dan weer betekent voor het aantal sterftes. Daarbij kwam ik uit de op dat dramatische cijfer voor dit jaar.
Ik heb ondertussen mijn voorspellingen ook doorgetrokken tot in 2027, en over de volgende jaren maak ik mij nog veel meer zorgen. De voorraden die vandaag worden aangesproken, zullen dan leeg zijn. Ik verwacht dat volgend jaar tot wel een kwart van de bevolking zal moeten migreren of anders omkomt. We hebben dit in decennia niet meer meegemaakt.
Daarbij gaat u ervan uit dat de oorlog nog zo lang blijft duren?
Gaasbeek: Dat maakt eigenlijk niet meer uit. Het is natuurlijk de oorlog die deze crisis veroorzaakt heeft. De landbouw is daardoor verstoord, de import is dramatisch afgenomen, fabrieken die tarwe tot meel verwerkten zijn buiten bedrijf, en het is veel moeilijker geworden om voedsel van delen van het land waar er nog wel voorraden zijn naar andere delen te brengen. Maar we weten ondertussen dat de oogst dit jaar op veel plaatsen minder zal zijn dan vorig jaar, dus we kunnen wel wat inschattingen beginnen te maken. Dat totaalplaatje ziet er dramatisch uit. Er zal eten zijn om ongeveer 30 à 35 miljoen mensen in leven te houden, terwijl er 47 miljoen mensen in Sudan wonen. Organisaties als de Verenigde Naties hebben lang gedacht dat mensen heel goed zijn in zich aanpassen en wel oplossingen vinden. Dat klopt, maar zonder voedsel kun je nog zo creatief zijn als je wilt. Als je geen eten hebt, ga je dood.
In Genève waren er in augustus onderhandelingen waarvan het weinige resultaat was dat noodhulp iets eenvoudiger de grens over kan. Stemt dat u hoopvol?
Gaasbeek: Het is goed nieuws dat de grens open is, maar het probleem blijft de enorme schaal. Er gaan nu hoogstens enkele tientallen vrachtwagens per dag de grens over, terwijl er tienduizenden vrachtwagens nodig zijn Er is echt een fundamenteel andere soort van operatie nodig om een groot verschil te kunnen maken in Sudan. Er zijn gelukkig nog ngo’s actief in het land, die doen wat ze kunnen, net als de VN in bepaalde delen. Het is moeilijk, maar er worden nog steeds goede dingen gedaan.
De oorlog in Sudan wordt vaak vergeleken met de oorlogen in Oekraïne en Gaza, waar veel meer aandacht voor is in de media.
Gaasbeek: Maar dit is Gaza maal twintig. De bevolking is twintig keer groter, en dat in een gebied dat veel uitgestrekter is. Als je in Gaza met een vrachtwagen met hulp de grens over raakt, moet je tien kilometer rijden om mensen tegen te komen die die hulp nodig hebben. Om in Sudan van bij de dichtstbij zijnde haven naar de hongerigste slachtoffers te komen, moet je drieduizend kilometer rijden.
Hoe komt het dat er dan weinig aandacht voor is?
Gaasbeek: Wie weet er iets af van Sudan? Niemand, toch? Ik ken haast niemand die iets weet over hoe dat land in elkaar zit en wat er allemaal speelt. Het staat totaal niet op onze radar, dus we zien het niet.