Hoe moet het verder met Frankrijk? ‘La douce France zal alleen nog voor de rijken en toeristen bestaan’
‘Blabla’ noemen de gele hesjes in Frankrijk de toezeggingen van president Emmanuel Macron na het grote nationale debat. Knack trok naar het zuiden van Frankrijk, waar de woede even diep zit als in Parijs. ‘Het verschil tussen extreem rijk en de grote groep ploeteraars in dit land is te groot.’
Elke dag staan ze aan de rotonde bij Joyeuse, een middeleeuws dorp van 1500 zielen in de Ardèche. Willy is 72, Gerard 69. Vanaf het eerste moment dat de gele hesjes op straat kwamen, waren ze erbij. Ver weg van Parijs en het geweld. Elke dag van 9 uur ’s morgens tot een uur of vijf ’s middags zwaaien Willy en Gerard naar het verkeer dat passeert. Auto’s tegenhouden doen ze allang niet meer. ‘Dat veroorzaakte alleen maar ergernis. Nu krijgen we vooral sympathie.’
Aanwezig en zichtbaar zijn, daar gaat het om. ‘Al staan we in Joyeuse niet in de schijnwerpers zoals in Parijs, we zijn er wel. Door de week met hooguit drie of vier man, op zaterdagen met driehonderd. In het begin toch. Tegenwoordig dagen er in het weekend nog zo’n honderd mensen op.’
Toch is dit niet van voorbijgaande aard, verzekeren de twee betogers ons. ‘De media beweren dat de gele hesjes op den duur een stille dood sterven en dat alleen de radicalen overblijven’, zegt Gerard. ‘Wel, wij gebruiken geen geweld, wij hinderen niemand. Dit gaat om een noodkreet. En zolang er niets aan wordt gedaan, blijven we hier staan. We hebben niets te verliezen.’
De noodkreet slaat in de eerste plaats op hun pensioen, klinkt het boos. ‘Per maand krijg ik 700 euro’, zegt Willy. Hij trekt zijn leren hoed dieper over zijn hoofd als een plotse windvlaag opsteekt. ‘Ik was internationaal vrachtwagenchauffeur en werkte keihard, veel meer dan de gangbare 35-urige werkweek. Maar omdat mijn baas zo min mogelijk werkuren bij de belasting wilde aangeven, heb ik nu zo’n schamel pensioentje.’
Je mag niet klagen als je jarenlang in het zwart hebt verdiend, geeft hij toe. ‘Maar feit is ook dat ik weinig keuze had. De banen lagen niet voor het oprapen. En mijn voormalige baas weigerde mij officieel meer uit te betalen. Het was te nemen of te laten.’ Hij wijst naar Gerard. ‘Ook hij heeft een laag pensioen, en hij werkte niet in het zwart.’
De meeste bestuurders die voorbijkomen, steken hun duim op naar de twee demonstranten en claxonneren. Een blijk van steun, zegt Gerard. ‘De eerste weken riepen de mensen dat we beter terug aan het werk gingen in plaats van automobilisten lastig te vallen. ‘Maar ik ben 69 en gepensioneerd’, zei ik dan. Daar hadden ze begrip voor.’
Gerard ontvangt iets meer dan 700 euro pensioen per maand, zegt hij. Hij werkte bij een watervoorzieningsmaatschappij tot zijn 62e, de pensioengerechtigde leeftijd in Frankrijk. ‘De leeftijd waarop we met pensioen gaan, moet omhoog’, vindt hij. ‘Ik had best langer willen werken maar ik moest stoppen. Omdat ik later ben beginnen te werken, is mijn pensioen niet hoog. Dat is normaal, maar intussen zitten we aan een veel lager bedrag dan in veel andere Europese landen. Het moet wel leefbaar blijven, en zeg nu zelf, met 700 euro kom je niet ver. Sinds Macron is mijn pensioen er zelfs op achteruit gegaan, ik heb nu bijna 200 euro minder per jaar dan voorheen. Intussen wordt alles duurder, niet alleen de brandstofprijzen. Daarnaast helpen we ook onze kinderen en kleinkinderen, want die hebben het nog moeilijker. Er is weinig werkgelegenheid in de provincie.’
‘We hebben honger’, schreeuwden woedende gele hesjes in Parijs nadat er binnen enkele dagen een miljard euro was verzameld voor de heropbouw van de uitgebrande Notre-Dame. ‘Klopt’, knikken de twee gepensioneerden instemmend. ‘We ontzeggen ons een maaltijd per dag om zo lang mogelijk met ons geld te doen.’
Ze overleven mede dankzij de steun van hun dorpsgenoten, vertelt Willy. Elke dag komen bewoners van Joyeuse hen wat te eten brengen op de rotonde. ‘Het zou zo niet moeten zijn, maar dat is de realiteit in Frankrijk vandaag de dag.’
Het is eind april, de dag voor president Macron zijn toespraak zal geven als sluitstuk van het grote nationale debat, een landelijke discussie die twee maanden eerder van start ging en waaraan anderhalf miljoen Fransen deelnamen, zowel online als via lokale bijeenkomsten. Verwacht wordt dat Macron een antwoord heeft op de belangrijkste eisen van de gele hesjes: verlaging van de inkomstenbelasting, verhoging van de laagste pensioenen, herinvoering van de vermogensbelasting en de lancering van een burgerreferendum.
Na de toespraak van Macron blijkt dat de gele hesjes zijn aankondigingen, waaronder een belastingverlaging voor de werkende mens, als een hoop blabla beschouwen. Maar ook de dag voordien blijkt er weinig vertrouwen in de lang verwachte speech van het Franse staatshoofd. Bij de bakker, de wijnhandelaar en op de markt in Joyeuse, overal horen we negatieve geluiden over de regering. ‘Beloven maar weinig doen’, zegt de blonde bazin van het door toeristen druk bezochte restaurantje bij de markt. Ze knikt veelbetekenend: ‘Marine Le Pen is heel populair hier.’
Met de Europese verkiezingen in het vooruitzicht, wijzen recente opiniepeilingen uit dat LREM, de partij van de president, ingehaald is door de rechtspopulisten van het Rassemblement National, dat vroeger het Front National heette.
Doorgaan met betogen
Als reactie op het geweld en de aanhoudende blokkades van de gelehesjesbeweging – eind december werd de economische schade in Frankrijk geschat op 2,2 tot 4,4 miljard euro – deed president Macron diezelfde maand nog enkele toezeggingen. De belangrijkste waren de verhoging van het minimumloon met 100 euro per maand, een lastenverlaging op overuren voor werkgevers en geen verhoging van de sociale bijdragen voor pensioenen onder de 2000 euro per maand. De kostprijs van zo’n 10 miljard euro had tot gevolg dat het begrotingstekort in Frankijk fors opliep.
Voor de gele hesjes, die in eerste instantie protesteerden tegen de hoge brandstofprijzen maar hun eisenpakket al gauw uitbreidden, was het niet genoeg. Ze bleven op straat komen, in Parijs en andere Franse steden. Inmiddels is hun aantal fors verminderd: tijdens de eerste zaterdagbetoging op 17 november vorig jaar werden er 282.000 deelnemers geteld, twee maanden later zakte dat aantal tot hooguit 10.000 man. Na de brand in de Notre-Dame en de beloftes van Macron tijdens zijn toespraak op 25 april, is er weer een opleving onder de demonstranten. Maar volgens het Franse ministerie van Binnenlandse Zaken kwamen er het weekend na Macrons speech in totaal niet meer dan 23.600 gilets jaunes op straat. Wat in december al werd voorspeld, lijkt stilaan realiteit te worden: zijn de laatste dagen van de gele hesjes bijna geteld?
‘De gele hesjes zullen weinig profijt hebben van de aangekondigde veranderingen’, zegt Grégory Claeys van Bruegel, een Europese denktank gespecialiseerd in economie. ‘De verlaging van de inkomstenbelasting die Macron op 25 april heeft beloofd, zal vooral de middenklasse ten goede komen. Aangezien de gele hesjes in de eerste plaats de arbeidersklasse en de onderkant van de middenklasse vertegenwoordigen, hebben ze er weinig aan. Ze zijn dan ook niet onder de indruk van Macrons beloftes en zullen doorgaan met betogen, ook al zijn ze nog maar met een kleine groep. Vanuit politiek en economisch oogpunt biedt een verhoging van het minimumloon overigens weinig perspectief, ik denk niet dat we daar veel mee opschieten. De gele hesjes willen vooral meer inspraak en die eis willigt Macron niet in. Nog een reden om te blijven betogen.’
De nieuwe maatregelen die Macron tijdens zijn laatste toespraak aankondigde, zouden volgens economen nog eens 9 miljard euro extra kosten, bovenop de 10 miljard van eind vorig jaar. Over de bekostiging van de nieuwe toezeggingen is de president intussen weinig concreet.
Marjan Maes, pensioenexpert en docent aan de KU Leuven, bevestigt dat de laagste pensioenen in Frankijk een stuk lager liggen dan in België. ‘Maar ik denk dat dit voor een kleine groep mensen geldt. Het Franse pensioensysteem is een vrij genereus stelsel, zeker wat de leeftijd betreft. De belangrijkste hervorming die Frankrijk heeft gedaan, was in 2010. De vervroegde pensioenleeftijd werd toen opgetrokken van 60 naar 62 jaar. De wettelijke leeftijd is opgetrokken van 65 naar 67, maar die is eigenlijk meer symbolisch want de meeste mensen stoppen vroeger met werken.’
De verschillen met het Belgische pensioenstelsel zijn niet zo heel groot, weet Maes. ‘Frankrijk heeft de laatste jaren heel wat inspanningen geleverd om mensen langer te doen werken, maar dat neemt niet weg dat de grote massa met pensioen is gegaan tijdens het vorige stelsel. Dat is een zware financiële last die de komende twintig jaar op de Franse begroting zal wegen. Nu heeft Frankrijk al lange tijd een solidariteitsbijdrage ingevoerd om de tekorten op het socialezekerheidstelsel te dekken. In feite gaat het om een belasting op alles: op het vermogen, beleggingen, het arbeidsinkomen maar ook op een vervangend inkomen. Dus ook op pensioenen. De bijdrage is dit jaar opgetrokken naar 8,3 procent, ook voor pensioenen vanaf 1390 euro per maand. Dat gaat dan niet over de allerlaagste pensioenen, maar het betreft wel een grote massa met een laag pensioen. De woede van de gele hesjes richt zich vooral op die verhoging van de solidariteitsbijdrage, niet zozeer op het stelsel op zich. In België bestaat die solidariteitsbijdrage op pensioenen ook maar ze is veel lager: tussen 0 en 2 procent.’
Nieuwe woede
Joyeuse is een geliefd oord voor toeristen. Dat levert geld op maar de grond is er duur want schaars. Anne Morati is wijnboerin en huurt sinds enkele jaren 7 hectaren grond waarop ze haar wijngaarden bewerkt. Onder de gele hesjes zijn veel kleine zelfstandigen die het moeilijk hebben vanwege de zware sociale lasten. Morati is zo’n kleine zelfstandige en heeft begrip voor de betogers. ‘Ik kan me vinden in de nieuwe woede die ontstond nadat er zo snel geld op tafel was gekomen voor de heropbouw van de Notre-Dame. Het verschil tussen extreem rijk en de grote groep ploeteraars in dit land is te groot.’
Maar zelf heeft ze geen tijd om te demonstreren, klinkt het terwijl ze koffie inschenkt aan haar houten tafel met uitzicht op de wijngaarden. ‘Met alle administratieve rompslomp die er de laatste jaren is bijgekomen, kan ik het me niet permitteren om een dag aan een rotonde te staan. Ik klaag niet, want op zich is dit de beste job die er bestaat. Maar dat de boeren in Frankrijk het zwaar hebben, is al jaren bekend. Het grote aantal zelfmoorden onder hen spreekt boekdelen. Het gebeurt minstens elke week. Vreselijk.’
Een op de drie boeren in Frankrijk leeft van 350 euro per maand. En zonder hulp van Europa had het er nog veel slechter uitgezien. De Franse overheid probeert weliswaar te helpen, onder andere door de invoering van de landbouw- en levensmiddelenwet. Die is sinds februari van kracht en verbiedt winkeliers om artikelen aan inkoopprijzen te verkopen. Ze compenseerden die lage prijzen met hoge marges op agrarische producten uit eigen land en net dat heeft veel boeren de das omgedaan. Maar ondanks een aantal steunmaatregelen blijft het leven voor de boeren keihard.
‘Ik verbouw alleen wijn, dat gaat nog’, relativeert Morati. ‘Maar ook wijnboeren zijn afhankelijk van de weersomstandigheden. Dat weet de overheid ook. En toch komt ze niet over de brug met compensaties als het tegenslaat. Twee jaar geleden, in de nacht van 20 op 21 april, was het zo koud dat mijn druiven bevroren. Dat kostte me 80 procent van mijn opbrengst. Ik weet nog hoe ik ’s nachts in bed lag en besefte wat er aan de hand was. Hoe moet ik dit in godsnaam overleven, vroeg ik me af. In de agrarische sector kun je veel verliezen. Maar niemand helpt je.’
Om de industrie bij te kunnen houden, moeten de boeren vaak zware investeringen doen. De schuldenlast die daardoor ontstaat, zorgt voor nog meer stress.
‘Toen ik een paar jaar geleden als zelfstandige begon, heb ik een aantal tractoren gekocht’, zegt Morati. We zijn in de schuur waar haar wijntanks staan. ‘Dat viel allemaal te bekostigen, maar de overheid komt telkens met nieuwe maatregelen die het ons lastig maken. Neem het recente verbod op het gebruik van de onkruidverdelger Roundup. Op zich vind ik het een goede zaak. Tenslotte is het kankerverwekkend. Maar nu moet ik het onkruid er opnieuw uittrekken en dat kost veel meer tijd en dus geld. Groene maatregelen zijn vrijwel onbetaalbaar voor ons kleine middenstanders.’
Ze opent de kraan van een wijntank. Vult een glas rood. ‘Ik verkoop mijn wijn waar ik kan in de streek. Op de marktjes, in de restaurants. Zo helpen de bewoners elkaar om het leefbaar te houden. De lokale overheid heeft weinig middelen om ons te steunen. Intussen betalen we dezelfde belastingen als de Parisiens. Alleen krijgen we er veel minder voor terug.’
Verschraald platteland
In Aubenas, een stadje op zo’n 20 kilometer van Joyeuse, is een grotere groep gele hesjes actief dan de twee pensionado’s van Joyeuse. Ze delen flyers uit aan de automobilisten bij de rotonde en hebben hun vaste stek aan de bushalte die ze volhangen met vlaggen en lijsten met het aantal deelnemers per dag. Ze hebben er zelfs een eigen brievenbus gelanceerd waar officiële post aankomt, ter attentie van ‘Gilets jaunes. Rond-point du Millet.‘ ‘Dagelijks komen er tussen de 60 en 70 mensen langs’, zegt Virginie, een vrouw van begin 40. ‘We wisselen elkaar af zodat er een permanentie is van ongeveer 15 personen.’ Ze laat een koffiebeker zien met een gat in het deksel. Iedere deelnemer moet er een steentje ingooien. ‘Zo tellen we de opkomst per dag.’
Virginie is zelfstandig etaleur-decorateur en had in het begin niets met de gelehesjesbeweging, zegt ze. ‘Ik was niet geïnteresseerd in hun protest tegen de brandstofprijzen. Maar ze bleven, ze gingen niet weg. En toen de politie in vol ornaat kwam opdagen en ik het geweld van díé kant zag, ben ik van mening veranderd. Ik ken mensen die een oog kwijt zijn door een rubberen kogel. Sindsdien heb ik me aangesloten bij de gele hesjes.’
Paul Styles is 62 maar nog niet met pensioen. Zijn florerende bedrijf in medicinale planten liet hij vorig jaar over aan zijn zoon, maar hij heeft nog andere projecten en spaargeld om van te leven, zegt hij. ‘Ik ben dus niet het stereotype gele hesje. Ik ben hier omdat ik zie hoe de mensen in dit departement worden benadeeld ten opzichte van Parijs. Tachtig procent van de bewoners is afhankelijk van de auto. Op het openbaar vervoer kun je niet rekenen. Zelfs als je je kind naar de schoolbus wilt brengen, moet je eerst zelf een eind met de auto rijden. Scholen en ziekenhuizen worden gesloten, de politie en gendarme werken in oude gebouwen uit de jaren zestig, zonder verwarming en zonder dubbel glas. De kleine ondernemers betalen proportioneel veel meer belasting en sociale bijdragen dan de grote bedrijven.
Oké, de Fransen staan erom bekend dat ze voor alles in opstand komen, dat ze niet goed met veranderingen kunnen omgaan. Maar als we niets doen, zal het leven in deze streek nog veel meer verschralen. La douce France? Als het zo doorgaat, zal dat alleen nog voor de rijken en de toeristen bestaan.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier