Khatera Shamal
‘Hoe lang houden Afghaanse vrouwen het nog vol?’
‘Ik kies ervoor om te blijven geloven en verontwaardigd te blijven’, schrijft Khatera Shamal in een opinie, nadat de taliban in Afghanistan een nieuwe ‘Deugdzaamheidswet’ heeft aangekondigd die de rechten en vrijheden van vrouwen verder inperkt.
Wanneer mijn ouders vertellen over hun jeugd in Kaboel in Afghanistan, klinkt het als een roman vol dromen en onwaarheden.
Vrouwen gingen studeren. Mijn mama’s uniform bestond uit een jurkje tot aan haar knieën. Haar lange haren wapperden over haar schouders. Met haar tas vol boeken nam ze de bus tot aan haar middelbare school. Na school haalden ze met vriendinnen nog snel een snack voor ze naar huis gingen. Dat alles leek toen de normaalste zaak van de wereld.
Maar daarna werden ze meegezogen in een zwart gat. Een duisternis die meer dan veertig jaar duurde — een tijdperk van oorlog. Een strijd om macht waarin elk individu gereduceerd werd tot een object en niet langer gezien werd als mens van vlees en bloed. Elk recht werd zonder verpinken aangetast. De regeerperiode van de taliban van de jaren 90 was een hel voor heel Afghanistan. Horror. Niks anders dan pure horror, met als grootste slachtoffer de vrouw.
Zij werd onderworpen aan extreme onderdrukking, al haar mensenrechten werden geschonden. Vrouwen mochten hun huizen niet verlaten zonder mannelijke begeleiding, moesten boerka’s dragen die hun hele lichaam bedekten, werden uitgesloten van onderwijs en werk, en moesten brute straffen ondergaan voor zelfs de kleinste overtredingen, zoals, bijvoorbeeld, je nagels lakken.
De wereld was verontwaardigd. De oproep om iets te doen, zodat de situatie van die vrouwen zou wijzigen, werd breed gedragen. Er moest iets veranderen, dat stond vast. De eeuwwisseling moest ook in Afghanistan voor een ommekeer zorgen.
‘Zijn we het gewoon geworden dat er vrouwen zijn, in landen zoals Afghanistan, die nu eenmaal minder rechten hebben?’
Het ging er stap voor stap weer op vooruit. Maar wel met de realiteit dat die jaren in oorlog — en onder het schrikbewind van de taliban — diepe littekens hadden achtergelaten op zowel de lichamen als de geesten van de mensen. Niet iedereen slaagde erin om de mensonterende praktijken en doctrine van de taliban uit het geheugen te wissen. Hun wandaden staan in het collectieve geheugen van het Afghaanse volk gegrift.
Maar het ging stap voor stap vooruit. Vrouwen mochten weer vrouw zijn en werden hier en daar als een volwaardig mens behandeld. Ze konden gaan studeren, ze konden gaan werken en ze konden naar buiten, ook zonder begeleiding van man of kind. Zowel intern als van buitenaf werd er in vrouwen geïnvesteerd. Men wist dat als je een land vooruit wilt krijgen, dat je de meisjes en vrouwen in het land mee moet hebben.
Het gedachtegoed van de taliban over vrouwen is weliswaar nooit verdwenen. Hun haat en angst voor vrouwen zal ik nooit begrijpen. Zijn zij ook niet ooit uit een vrouw gekomen? Was het niet een vrouw die ze het leven had gegeven? Die ze te eten had gegeven? Die ze liefde had gegeven? Vanwaar die haat voor het geslacht dat ervoor gezorgd had dat ze hier konden staan?
Maar goed, het ging vooruit. Stapvoets weliswaar. Tot het niet meer vooruit ging. Ook niet meer stap voor stap. Ook niet in slow motion. De rem werd plots, zeer abrupt, ingedrukt. Een harde stop die het hele land, en buitenaf, een whiplash bezorgde.
Het ging niet meer stap voor stap vooruit, maar met grote passen achteruit. Met elke nacht dat voorbijging, waren gigantische afstanden teruggelopen.
Gedwongen huwelijken, beperkingen op onderwijs en werk, ontvoeringen en zelfs geweld tegen vrouwen die deelnamen aan vreedzame protesten voor gelijke rechten. Hoe hard en vaak vrouwen ook op straat kwamen, er werd niet naar hen geluisterd. Hoe meer kabaal ze maakten, hoe meer ze de mond werden gesnoerd.
Al die jaren dat ze zelf gewerkt hadden om stap voor stap vooruitgang te creëren, om meer te zijn dan een vrouw met een baarmoeder, om het land vooruit te helpen, om arts te zijn, zakenvrouw, leerkracht, kortom, om iemand te zijn met dromen voor zichzelf en voor het land. Alle moeite was tevergeefs. “Mens zijn” werd hun ontnomen.
‘Oorlog tegen vrouwen in Afghanistan moet erkend worden als genderapartheid’
Aan de ene kant van de straat zie je jonge meisjes van 13 jaar gekleed in hun schooluniform, voor het derde jaar op rij voor gesloten schoolpoorten staan. 13-jarigen die zouden moeten geloven dat ze de hele wereld aankunnen. Dat ze de verandering kunnen zijn die het land zo broodnodig heeft, hun wordt gevraagd om de hoop op te geven. Om te stoppen met dromen over het uitbouwen en vormgeven van hun eigen leven.
Aan de ander kant van de straat zit een leerkracht met een borstel en schoenverf in haar handen, hopend op iemand die haar zijn schoenen laat poetsen. Voor haar lijkt het een ander leven, maar slechts een paar jaar geleden stond ze nog voor een volle klas. Een klas met jonge meisjes die snakken naar kennis, naar vooruitgang. Beiden vullen elkaar aan, beiden staan op straat te wachten, kijkend naar elkaar, maar de afstand is nog nooit zo groot geweest.
Op nationale zenders zegt een lid van de taliban dat onderwijs voor vrouwen uit het Westen is gekomen en dus volledig verbannen moet worden, niet wetend dat het een moslimvrouw was die een van de eerste universiteiten had opgericht.
‘Hoelang zal het duren voor we allemaal opnieuw collectief verontwaardigd zijn?’
Op een bijeenkomst zegt de leider van de taliban dat vrouwen terug publiekelijk gestenigd gaan worden. Opnieuw zal dat gebeuren zonder dat er één seconde over rechten en vrijheden wordt nagedacht.
Stilletjes in een hoek staan en niet bewegen, niet spreken en niks horen. Dan mag je er zijn. Meer dan dat? Kan niet, want je telt niet mee. Steun van iedereen in het land? Ook de mannen die wél geloven dat een vrouw een volwaardig persoon is, hoor je niet. De talibandoctrine van de jaren 90 en die van de huidige taliban is hun wonden en littekens binnengedrongen. Ze likken nu vooral hun eigen wonden, niet beseffend dat de vrouwen en het land elk moment kunnen doodbloeden.
De realiteit is nu ook dat de collectieve verontwaardiging die er begin jaren 2000 was, nu ontbreekt. Dat meisjes en vrouwen hun basisrechten verloren zijn, is geen prioriteit meer. Zijn we zo selectief in het zien van leed of zijn we het gewoon geworden dat er vrouwen zijn, in landen zoals Afghanistan, die nu eenmaal minder rechten hebben of zelfs geen rechten hebben?
Ik weet het niet.
Maar ik vraag me wel af hoelang Afghaanse vrouwen het nog zullen volhouden. Hoelang zal het duren voor we allemaal opnieuw collectief verontwaardigd zijn?
Hoe lang zal het duren voor ze terug stap voor stap vooruit kunnen?
Misschien zit ik weer te dromen en te geloven in een roman, een fantasiewereld, die niet meer bestaat, of nooit heeft bestaan. Een wereld die mijn ouders voor ons gecreëerd hadden om ons te doen geloven dat het ooit anders was en kon.
Maar ik kies ervoor om te blijven geloven en verontwaardigd te blijven. Niet voor mij, maar voor die vrouwen in Afghanistan die blijven volhouden, zelfs na al die jaren.
Een jaar na de val van Kaboel: Afghaanse vrouwen laten zich niet muilkorven
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier