Hoe het asbestverhaal gewoon verder gaat
De Belgische groep Etex, voorheen Eternit, was tussen 1989 en 2001 aandeelhouder van vijf asbestfabrieken in India. Hoewel toen al lang bekend was dat asbest kankerverwekkend is, sprong Etex bijzonder slordig om met de gezondheid van zijn werkkrachten. Knack trok naar India en sprak er met arbeiders die slachtoffer werden van ‘de stille moordenaar’.
Zoals elke avond heeft het asfalt van de Paharpur Road, een lange en dampende smalle baan die de industriële wijk Garden Reach van Calcutta (officiële naam: Kolkata) in tweeën snijdt, het hard te verduren onder het onophoudelijke ballet van Ubertaxi’s, riksja’s en motorfietsen waarvan de bestuurders elkaar proberen te overstemmen met hun claxons alsof hun leven ervan afhangt. Op de eerste verdieping van huisnummer 470 is een jonge technicus een versleten kabel aan het verbinden met een wolfraamlamp zodat de aanwezigen op de vergadering vanavond elkaar kunnen zien. Aan de muren van het zaaltje hangen spandoeken waarop het verbod op het gebruik van asbest in India wordt geëist en waarop wordt uitgelegd welke verwoestende gevolgen de inademing van asbestvezels heeft voor de longen op lange termijn.
Onder het gras zitten witte vlekken. Kinderen spelen en koeien grazen op wat wellicht de grootste door asbest vervuilde site van India is.
Een man van een jaar of zestig met een verzorgde witte baard en een Samsung tegen zijn oor geplakt, treft de laatste voorbereidingen. Kamal Tewari wil koste wat het kost dat de voorbijgangers zijn toespraak kunnen volgen en vraagt om luidsprekers te installeren op straat. Het lokaal van Worker’s Initiative Kolkata, de onafhankelijke vakbond die hij met bloed, zweet en tranen in stand houdt, is te klein voor alle genodigden. Op deze achtste juli 2018 om 19 uur, voor een volle zaal, stapt Kamal Tewari, de trouwe vakbondsman die doordrongen is van zijn socialistische idealen, naar de microfoon. Hij steekt zijn vuist strijdlustig in de lucht wanneer hij het publiek toespreekt. ‘We mogen vooral niet laf zijn. Als je vrouw of je dochter op straat wordt lastiggevallen en aangerand, wat ga je dan doen?’ Een stem antwoordt in alle eerlijkheid: ‘Niets. Je kunt beter laten begaan.’ Iemand anders: ‘Je moet ze verdedigen!’ Kamal Tewari herneemt: ‘Voor arbeiders geldt net hetzelfde. Als je baas je in gevaar brengt in de fabriek, dan moet je je verzetten.’
Tewari staat voor een vijftigtal arbeiders van de lokale fabriek van de groep Everest Industries. Sommigen werken er nog steeds. In het publiek ook een tiental echtgenotes van arbeiders. Op zijn website verdedigt het bedrijf zijn corebusiness: de productie van dakbedekking voor residentiële, industriële en commerciële gebouwen. ‘Op de daken van India ligt meer dan een miljard vierkante meter aan producten van Everest. Twee op de drie Indiërs hebben een Everest-dak boven hun hoofd.’
Er zijn zeven locaties in India waar dakbedekking wordt gefabriceerd en Calcutta is er een van. De klok rond worden er platen vervaardigd op basis van de asbestvezel chrysotiel (of witte asbest), die wordt geïmporteerd uit productielanden zoals Rusland. Oorspronkelijk is de fabriek eigendom van de Engelse asbestgigant Turner&Newall (T&N), die zich in de jaren 1930 in India was komen vestigen. In 1989, wanneer de gevaren van asbest al lang bekend en gedocumenteerd zijn, koopt een filiaal van de Belgische groep Eternit (vandaag Etex Group, eigendom van de Belgische miljardairsfamilie Emsens) iets minder dan de helft van de aandelen van Turner&Newall in zijn vier Indiase fabrieken, namelijk die in Kymore, Calcutta, Mumbai en Coimbatore. Zelf zouden ze nog een vijfde fabriek openen in Nashik. In 2001 laat Eternit de fabrieken over aan de Indiase groep Everest Industries, drie jaar nadat in België een verbod op asbest van kracht is geworden.
Geen gevaarlijke stof
Kamal Tewari heeft nagenoeg zijn hele leven in Garden Reach gewoond, op 300 meter van de fabriek van Calcutta, waar hij kan overleven dankzij een kleine buurtapotheek. Sinds 1979 is hij al negen keer opgepakt vanwege zijn vakbondsactiviteiten. Hij heeft de gevaren van asbest pas laat ontdekt. Wat ooit het ‘magische mineraal’ werd genoemd vanwege de lage prijs en de brandbestendigheid, is tegenwoordig een ‘stille moordenaar’, om het met de woorden van Tewari te zeggen. De Wereldgezondheidsorganisatie laat er geen twijfel over bestaan: ‘Alle asbestsoorten veroorzaken longkanker, mesothelioom, strottenhoofdkanker, eierstokkanker en asbestose (longfibrose).’ Nochtans komt chrysotiel, de basisgrondstof van asbest, niet voor op de lijst van gevaarlijke stoffen van de Conventie van Rotterdam. In mei 2017 zijn machtige lobbyisten er voor de zesde keer op rij in geslaagd om de toevoeging van dit mineraal aan de lijst tegen te houden. Het is vooral Rusland dat dwarsligt. Dat is de grootste producent ter wereld (1,1 miljoen ton, in stijgende lijn sinds 2010). Maar ook India, de belangrijkste importeur van asbestvezel bestemd voor de bloeiende bouwsector aldaar, werkt tegen.
In het begin van de jaren 2000 begon Tewari zich te interesseren voor veilige arbeidsomstandigheden. ‘Het is Mister Google die me alles geleerd heeft over de gevaren van asbest. De fabriek had een vakbond maar die was niet bezig met de bescherming van de arbeiders.’ In 2014 boeken hij en een vakbond van een scheepswerf van het leger een eclatante overwinning: er wordt geen asbest meer gebruikt voor de bouw van nieuwe schepen. Het nieuws verspreidt zich als een lopend vuurtje en algauw komt Tewari in contact met de arbeiders van de fabriek van Everest. Ze slaan de handen in elkaar. Tijdens zijn strijd ontmoet hij een invloedrijke man, een Bengaal met een Engels accent, die op deze avond in juli naast hem staat en het woord krijgt.
Wanneer de Belgen langskwamen, spraken ze niet met de arbeiders. Ze gaven ons wel wat maskers en handschoenen, maar niets dat ons daadwerkelijk kon beschermen.
Arbeiders zonder adem
Krishnendu Mukherjee heeft het liefst dat mensen hem met zijn bijnaam aanspreken. Tublu. ‘Zoals miljoenen mensen in Calcutta heten’, grapt hij. Hij is geboren in Engeland en opgegroeid vlak bij Newcastle, waar zijn vader en moeder op jonge leeftijd zijn gaan wonen. Zijn vader wilde dat hij in zijn voetsporen trad als huisarts. Maar Tublu had ‘geen zittend gat’, zoals dat heet. In plaats daarvan werd hij advocaat. In het Verenigd Koninkrijk verdedigt hij asielzoekers uit conflictgebieden en slachtoffers van kinderhandel. In India heeft hij zich toegelegd op milieurecht en veiligheid op het werk. Toen hij in 2009 lucht kreeg van de risico’s van asbest voor arbeiders, nam hij contact op met het compensatiefonds dat was overgebleven na het faillissement van Turner&Newall in 2001.
Sindsdien hebben Tublu Mukherjee en dokter Murlidhar, een chirurg, al 1600 slachtoffers gediagnosticeerd met asbestose, allemaal arbeiders die in de fabriek werkten ten tijde van Turner&Newall. Asbestose houdt in dat je beetje bij beetje minder goed kunt ademen. ‘Een groot deel van die arbeiders heeft daar ook gewerkt toen Eternit de plak zwaaide’, verduidelijkt Tublu, die trouwens een van de centrale personages is in de Belgische documentaire Ademloos, die op 5 september in de zalen komt (zie kader).
Tublu is in Calcutta om cheques te overhandigen aan een veertigtal anciens van Turner&Newall. De schadevergoeding, die afhankelijk is van het aantal jaren dat ze bij T&N hebben gewerkt en die kan oplopen tot 6000 euro, dient om gezondheidsuitgaven te bekostigen, om de universitaire studies van een kind te betalen, om een trouwfeest te organiseren. ‘Er heeft me ooit eens een activist gezegd dat het niet alleen geld is dat ik aan die mensen geef. Het is een beetje waardigheid, een beetje respect dat ze krijgen van hun kinderen en kleinkinderen, en het feit dat ze niet louter een last zijn voor hen.’
Geen bescherming van Eternit
Kamal Tewari wilde de vergadering eigenlijk vlak voor de poorten van de fabriek laten plaatsvinden. Om hen eraan te herinneren dat het niet is omdat er schadevergoedingen zijn toegekend voor het tijdperk van Turner&Newall dat de strijd al gestreden is. ‘Maar toen heb ik bij mezelf gedacht dat de verantwoordelijken mogelijk agressief zouden reageren en dat de arbeiders het zouden moeten ontgelden.’ In april zijn twee van hen geschorst omdat ze hadden meegeholpen aan de organisatie van een medisch kamp voor voormalige werknemers. ‘We hebben er ook op aangedrongen dat we inzage krijgen in de resultaten van de medische onderzoeken die we om de drie jaar van de fabriek moeten ondergaan.’ Goutam Sardar is een van de twee geschorsten. Officieel wordt hij beschuldigd van ordeverstoring in de fabriek. Sadar werkt hier al sinds 1994. De fabriek heette toen Eternit Everest. ‘De toenmalige directie heeft ons nooit gezegd dat het gevaarlijk was om tussen het asbest te werken. Wanneer de Belgen langskwamen, spraken ze niet met de arbeiders. Ze gaven ons wel wat maskers en handschoenen, maar niets dat ons daadwerkelijk kon beschermen.’
In 2007 is de man van Anju Seal overleden, vier jaar nadat hij met pensioen was gegaan. Hij had pijn aan de longen, maar zijn hart heeft het eerder begeven. Toen hij in dat deel van de fabriek werkte waar asbestvezel werd verwerkt, waren zijn kleren vuil toen hij ’s avonds thuiskwam. Anju Seal waste die. De vezels van de kleren hebben zich mettertijd op haar longen vastgezet. Met asbestose tot gevolg. Vandaag wordt ze erkend als bijkomend slachtoffer. Een twintigtal arbeiders of hun echtgenotes schetsen een vergelijkbaar beeld. Shankar Das, 36 jaar in de fabriek gewerkt en sinds januari 2018 met pensioen, herinnert zich nog hoe ze het asbest gewoon in de vrije lucht behandelden, zonder enige bescherming. ‘Ten tijde van Eternit verdiende ik 6000 roepia per maand (nvdr. ongeveer 125 euro). Nu is dat tussen 13.000 en 15.000 roepia.’
Nellie Kershaw
De cheques en de Bengaalse gebakjes zijn uitgedeeld. De arbeiders komen een petitie ondertekenen waarmee ze willen afdwingen dat de fabriek nog uitsluitend producten vervaardigt die geen asbestvezel bevatten. Het gaat om een van de allereerste georganiseerde vakbondsacties tegen asbest in het land. ‘Vergeet nooit, ‘ zegt Tublu tegen de arbeiders, ‘dat het allereerste bevestigde slachtoffer van asbest een Engelse arbeidster was, Nellie Kershaw. Dat was in 1924, dus toen wist men al dat het om een gevaarlijk product ging. Laat jullie niet wijsmaken door de bedrijven dat ze niet op de hoogte waren.’
Op 12 juli neemt Tublu Mukherjee de trein voor een 1200 kilometer lange reis richting Madya Pradesh. Even daarvoor is hij langsgegaan in het kantoor van de advocaat Phiroze Edulji. In augustus 2017 heeft die samen met enkele collega’s een gerechtelijk bevel verkregen van het Hooggerechtshof van Calcutta waarin staat dat de delen van de dakbedekking van het gerechtsgebouw die asbest bevatten vervangen moeten worden. Een jaar later zijn de werken nog altijd niet begonnen.
Tijdens de reis vertelt Tublu hoe hij eens bespioneerd is geweest door een zogezegde Engelse journalist, een zekere Rob Moore. Die had hem wijsgemaakt dat hij een film maakte over de wereldwijde beweging om asbest te verbieden, terwijl hij eigenlijk voor een firma werkte, K2 Intelligence, die informatie moest verzamelen over de beweging. Prijs van de opdracht: 100.000 dollar per jaar volgens The New York Times in een artikel over Moore.
Nieuwe diagnoses
Tublu komt aan in Kymore, een afgelegen dorpje waar de inwoners voor hun levensonderhoud afhankelijk zijn van de cementfabriek Holcim-Lafarge en een andere vestiging van Everest Industries. Ook die fabriek was vanaf 1989 in handen van Eternit. ‘In totaal had Eternit zo’n 2500 werknemers in India’, schat de advocaat.
Straks zal ook dokter Murlidhar van de trein stappen en een honderdtal mensen een diagnose geven. Alleen al het vooruitzicht van de test maakt alle potentiële slachtoffers zenuwachtig. Een schadevergoeding krijgen betekent hier heel wat en soms wordt iemand kwaad wanneer blijkt dat hij niet ‘positief’ is. Maar in Kymore zijn er alleen maar slachtoffers. Onder het gras dat weer groen kleurt dankzij de moesson zit een laag aarde met witte vlekken. Decennia van ontginning en nalatigheid hebben Kymore opgescheept met 565.500 m2 vervuilde bodem. Kinderen spelen en koeien grazen boven op wat wellicht de grootste door asbest vervuilde site van India is. ‘Voor de slachtoffers zijn de teerlingen al geworpen. Maar voor de toekomstige generatie is het nog niet te laat om in actie te schieten’, gelooft Tublu. De sanering zou tussen 48 en 82 miljoen euro kosten. Hij zou Etex graag voor het Belgische gerecht dagen voor de vervuiling die veroorzaakt werd toen het bedrijf het voor het zeggen had. ‘Ik ben ervan overtuigd dat ze perfect op de hoogte waren van de nalatigheid in hun fabrieken in India. Ze hebben er geen aandacht aan besteed omdat ze niet dachten dat ze gesnapt konden worden. Dus gaan we de publieke opinie in Europa erop wijzen dat er iets mis is met de aansprakelijkheid van bedrijven.’ Soms noemt hij Kymore een ‘Bhopal in slow motion’. Terwijl de ramp van 1984 plotsklaps duizenden slachtoffers maakte, is het hier de tijd die haar werk doet. Genadeloos.
In 2007 is de man van Anju Seal overleden, vier jaar nadat hij met pensioen was gegaan. Hij had pijn aan de longen, maar zijn hart heeft het eerder begeven.
Goedkope daken
In Kymore worden asbestplaten van een inferieure kwaliteit verhandeld voor 50 roepia (0,60 euro). Goedkope daken die als een zwaard van Damocles boven het hoofd van de arme bevolking hangen, want die krakkemikkige platen vallen uiteindelijk uiteen, is het niet door de tand des tijds dan alleszins door de moessons. Al twee dagen lang staan voormalige werknemers van Turner&Newall, van wie velen nog voor Eternit hebben gewerkt, aan te schuiven voor de deur van Shyam Tewari, een brahmaan en vakbondsman. Ze doen een voetval voor hem als was hij een leenman in een feodale wereld. Het is hier dat al jarenlang medische kampen worden georganiseerd.
Tublu vult de papieren in voor de nieuwe kandidaten voor een schadevergoeding. Velen tekenen met hun digitale handtekening. Er worden een twintigtal getuigenissen opgetekend die volledig in de lijn liggen van die van de arbeiders van Eternit in Calcutta. Sommigen verklaren dat ze maar sporadisch maskers droegen, vooral de arbeiders die in de vezelmolen werkten, anderen helemaal nooit. ‘Het waren papieren maskers die we maar twee keer mochten dragen. Vaak gebruikten we ze vier shifts lang omdat er niet genoeg waren’, zegt Ravi Shankar Dubey, die sinds twee jaar asbestose heeft. De maskers van Eternit bieden onvoldoende bescherming volgens Anne Quantens, preventieadviseur bij CESI, een Belgische externe dienst voor preventie en bescherming op het werk. ‘De asbestvezels kunnen heel fijn zijn, zowat een tienduizendste van een millimeter. Wanneer we bij ons asbestplaten verwijderen uit gebouwen moeten we maskers van het type P3 dragen. Die bieden de hoogst mogelijke bescherming tegen stof. We moeten ook wegwerppakken dragen waarmee we achteraf moeten douchen zodat alle vezels zeker weg zijn. Dat kost veel geld.’ Zulke maatregelen werden nooit getroffen in Kymore, noch in Calcutta.
Terwijl hij helemaal opgaat in de röntgenfoto’s legt dokter Murlidhar uit dat hij niet in staat is om mesothelioom vast te stellen omdat in de regio nergens de nodige apparatuur te vinden is die deze ziekte kan detecteren. Een echtpaar heeft 1000 kilometer gereisd vanuit Surate in de deelstaat Gujarat, om hun röntgenfoto’s te laten zien in de hoop dat ze in aanmerking komen voor een schadevergoeding. De broer van de echtgenoot (die anoniem wil blijven) werkte ook in de fabriek en is gestorven ten gevolge van grove asbestvezels in de maag die hij tijdens het werk had ingeslikt. Een zeldzaam geval, maar het toont wel aan dat asbest niet alleen de longen aantast.
De slachtoffers, reeds gediagnosticeerd of niet, zullen een strijd moeten leveren van David tegen Goliath. De asbestindustrie in India is namelijk goed voor 300.000 jobs. Tijdens een vergadering in New Delhi in 2013 hebben bedrijfsleiders uit de asbestsector verklaard, zo wist Associated Press, dat hun sector ‘het leven redt van de armsten op deze planeet door hen te voorzien van daken, muren en buizen’. Wanneer dokter Murlidhar na twee dagen de boeken toedoet in Kyomore, heeft hij 122 nieuwe gevallen van asbestose vastgesteld. Tublu en hij weten dat ze binnen afzienbare tijd zullen moeten terugkeren naar Kymore en nieuwe namen zullen toevoegen aan de lijst van slachtoffers.
***
Wij hebben contact opgenomen met Etex Group (voorheen Eternit) en hen gevraagd naar de veiligheidsmaatregelen in hun Indiase fabrieken tussen 1989 en 2001 en op welke manier de arbeiders geïnformeerd werden. De groep heeft ons een algemeen antwoord gestuurd over hun zaken in India, de risico’s van asbest, het wijdverspreide gebruik van asbest in het verleden, zonder dieper in te gaan op onze vragen. Het bedrijf Everest Industries heeft helemaal niet gereageerd.
2,3 miljoen ton asbest in de Vlaamse gebouwen
Volgens het Asbestfonds, dat in het leven is geroepen om asbestslachtoffers te vergoeden, werd in 2016 bij ruim 200 Belgen mesothelioom vastgesteld. Dat is een agressieve kanker die het longweefsel (borstvlies) aantast en waarvoor nog geen behandeling bestaat. Slachtoffers die een vergoeding van het fonds ontvangen, doen afstand van hun recht om een rechtszaak aan te spannen tegen het bedrijf dat hen aan asbest heeft blootgesteld. Volgens ABEVA, de Vereniging van Asbestslachtoffers in België, zouden de cijfers van het Asbestfonds nog te laag liggen omdat het fonds enkel mesothelioom en asbestose erkent en bijvoorbeeld niet longkanker. ABEVA schat het aantal asbestslachtoffers op 900 per jaar.
Jan Verheyen, woordvoerder van OVAM (Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij) bevestigt dat: ‘Uit recente wetenschappelijke publicaties blijkt dat het aantal gevallen van kanker door asbest – of het nu gaat om long-, strottenhoofd- of eierstokkanker – 2 tot 10 keer zo hoog ligt als het aantal slachtoffers van mesothelioom. In België zou dat neerkomen op zo’n 750 tot 2250 slachtoffers op jaarbasis, die 30 tot 40 jaar geleden werden blootgesteld.’
Op 20 juli 2018 keurde de Vlaamse regering een actieplan goed om Vlaanderen tegen 2040 asbestvrij te maken. OVAM schat het kostenplaatje op 999 miljoen euro.
België was lange tijd de grootste asbestverbruiker ter wereld en Vlaanderen behoorde tot de topproducenten. Behalve de fabriek van Eternit in Kapelle waren er ook nog de fabrieken Ballmatt (Mol), Modernit (Aalst) en SVK in Sint-Niklaas, waar dit jaar in maart nog een asbeststortplaats werd ontdekt vlak bij een woongebied. Onmiddellijk stond alles er in rep en roer. OVAM schat dat er vandaag nog steeds 2,3 miljoen ton asbest in Vlaamse gebouwen zit. Ook in de 40.000 kilometer rioleringen en het waterdistributienet zouden we nog steeds asbest kunnen aantreffen, aldus OVAM. ‘Als we even uitgaan van het slechtst denkbare scenario, dan is het niet onmogelijk dat alle 6,4 miljoen Vlamingen worden blootgesteld aan asbest, uiteraard in verschillende gradaties. Dat kan op het werk zijn, in de woning of op plaatsen waar mensen sporten of hun hobby’s beoefenen.’
In Brussel heeft men de aanwezigheid van asbest in gebouwen laten onderzoeken, maar de resultaten van die onderzoeken zijn nog niet openbaar gemaakt.
Ademloos: asbest- slachtoffers, van Kapelle- op-den-Bos tot Kymore
Met het geld dat regisseur Daniel Lambo, geboren in 1968, overhield aan zijn vakantiejob in de fabriek van Eternit in Kapelle-op-den-Bos kocht hij zijn eerste camera. Heel wat jaren later wilde hij een interview opnemen met zijn vader, die vroeger arbeider en vakbondsman was geweest in de fabriek en die geprobeerd had zijn collega’s te waarschuwen voor de gevaren van asbest. Maar de man weigert om voor de camera van zijn zoon te antwoorden op diens vragen. Dus ging Daniel Lambo op zoek naar getuigenissen. Hij ontdekte dat het onderwerp in Kapelle taboe is omdat heel wat mensen nog steeds voor Eternit (vandaag Etex Group) werken. Oude klasgenoten houden de lippen stijf op elkaar. Aan de hand van archiefbeelden, documenten, en wat advocaat Tublu Mukherjee hen heeft verteld, laten Lambo en producent Maarten Schmidt zien hoe het bedrijf de gevaren van asbest systematisch minimaliseerde en ondertussen nieuwe vestigingen bleef openen in het buitenland, bij voorkeur in ontwikkelingslanden met een lakse wetgeving. In Ademloos staat het lot van de Belgische en Indiase slachtoffers centraal, van Kapelle tot Kymore, en wordt dieper ingegaan op de huidige stand van zaken wereldwijd. Volgens de Internationale Arbeidsorganisatie ILO sterven jaarlijks 100.000 arbeiders aan de gevolgen van asbest.
Ademloos wordt in avant-première vertoond in Cinéma Palace (Brussel) op 5 september om 19.15 uur. De documentaire is ook te zien op 5/9 in Cinema Zuid (Antwerpen), op 13, 20 en 25/9 in Filmhuis Klappei (Antwerpen) en op 1/10 in Filmhuis Mechelen. Een overzicht van alle data op www.ademloos.film.
Beluister Knack
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier