Goele Janssen
Hoe Europa zondag toekijkt langs de zijlijn
Zondag is het zover: ‘Deutschland wählt’. Menig Duitser vervult zondag zijn burgerlijke taak en wacht, gekluisterd aan het tv-toestel, op de eerste exitpolls. Vermoedelijk zal echter ook elders in Europa menig Jan Modaal het geweten hebben. Merkel is immers meer dan Duitsland alleen. Angela is ook een gezicht in en van Europa, veel meer dan Herman of José. Dus Duitsland voelt het: zondag kijkt Europa mee.
Zo wacht vermoedelijk ook Stavros, modale Griek, op de Duitse verkiezingsuitslag. Op relance? Want revanche kan ie helaas vergeten. Nee, Stavros stemt zondag niet mee, hoe graag ie dat ook zou willen. Want dat krijg je dan als Europa een clubje van nationale leiders wordt dat plotseling elkaars landen begint te dirigeren. En wat moet je dan als gezicht van Duitsland wanneer je kop van jut wordt in Griekenland? En wat doe je dan als Griek wanneer je het niet eens bent met Europa?
Merkel is Europa niet. Maar als Merkel het niet is, wie is Europa dan? Wie is er verantwoordelijk voor Europa? Is het Herman? Is het José? Een andere naam? En zie ik die naam dan bij voorkeur ook nog verschijnen op mijn kiesbiljet? Er schort namelijk wat met Europa als het beslist de leiding te nemen zonder dat die leiders door alle burgers kunnen worden afgestraft of goedgekeurd. En, de Europese Unie is haar stempel van supranationale democratie nog nauwelijks waard wanneer het haar leiders en diens legitimiteit blijft ontlenen aan het nationale niveau.
In 2014 verkiest u het Europese Parlement, voor de achtste keer. Ik vermeld het maar, omdat in 2009 slechts een kleine helft van de burgers elders in Europa op de hoogte bleek te zijn. Er is dus nog heel wat werk aan de winkel wanneer Europeanen zich terecht én onterecht niet vertegenwoordigd voelen in Brussel. Herman Van Rompuy verkoos u echter niet. U denkt, ach, die rustige vastheid uit Etterbeek doet het daar vast goed. Maar elders in Europa gaat Mijnheer de President erdoor voor natte dweil. Ook José Manuel Barroso, de Elio van Europa zeg maar, verkoos u niet. Daar komt naar alle waarschijnlijkheid wel verandering in. In 2014 verkiest u hem (of laat ons eens hopen: haar) misschien wel, hetzij onrechtstreeks via de verkiezingen van het Europees Parlement.
En dat is nodig. Dat is nodig omdat u uw regering in Europa niet kiest. Dat is op zich niet vreemd. Zo koos u ook uw Belgische regering niet rechtstreeks. Maggie De Block noch Koen Geens waren terug te vinden op uw stembiljet. U sputtert niet massaal tegen omdat u wel degelijk de kans had te stemmen voor de partij van uw voorkeur die vervolgens ook de ministers leverde. Europa doet het echter anders, hier is geen echte partijband tussen de regering en het parlement. Die Europese regering, zijnde de Commissie, valt enerzijds wel onder de controle van het Europese Parlement (het orgaan dat u verkoos) maar ze is niet gebaseerd op een meerderheid in dat Parlement. Dat is niet per se slecht, het Parlement gaat dan namelijk niet gebogen onder het juk van de partijtrouw en kan strenger zijn ten opzichte van de ministers, in Europa commissarissen genaamd. De vraag is hier echter niet hoe streng het Europees Parlement wil zijn (want dat wil het), maar hoe streng het kan zijn. Een vereiste zege aan het begin van de legislatuur en een ex cathedra nieuwjaarsbrief aan het begin van elk parlementair jaar zijn mijn inziens een schaamlapje voor wat moet doorgaan als de Europese democratie. Laten we ook niet vergeten dat het Parlement, nochtans het enige rechtstreeks democratisch verkozen orgaan in Europa, geen initiatiefrecht heeft. En dat kan tellen voor een wetgevende macht.
Dus, ja, ik verslik mij in mijn koffie wanneer ik ’s morgens in de krant verneem dat onzer eigen Karel De Gucht niets liever ambieert dan een tweede termijn als Europees Commissaris voor Handel en dus beslist om niet op te komen bij de verkiezingen in 2014. Wellicht verslikte ook u zich zonet bij het vernemen van het ogenschijnlijk logisch verband tussen het ambiëren van een Europees mandaat en het daarbij niet rekening houden met de stem van het volk. Dat krijg je dan wanneer het democratisch gehalte van je systeem afhangt van de goodwill van zijn machthebbers. U denkt: hoe is het mogelijk? Het is mogelijk omdat De Gucht, als Europees minister, aangeduid wordt door de nationale regering. Zo is de cirkel rond, zo ontleent Europa namelijk ook hier haar leiders en diens legitimiteit aan het nationale niveau. Al valt die legitimiteit hier nog te betwijfelen. Of zijn daar plots geen verkiezingen meer voor nodig?
Et alors? Europa heeft een merk nodig, een gezicht, een naam. Burgers dienen namelijk het verschil te zien tussen enerzijds de Europese Unie als project en besluitvormingsniveau en anderzijds de beleidsmakers als invulling daarvan. Het verschil tussen Europa en zij die Europa besturen. Maar hoe verwachten we dat mensen niet boos zijn op Europa maar op zij die Europa besturen wanneer deze door hen verkozen noch afgestraft kunnen worden? Zo kijken meer dan 420 miljoen Europeanen zondag toe, langs de zijlijn. Europa heeft dus een verkiesbaar merk nodig, een verkiesbaar gezicht, een verkiesbare naam. En liefst nog een keuze tussen verschillende van die namen. Of hoe willen we anders voorkomen dat het euroscepticisme welig tiert? Stavros die boos is op ‘Europa’, dat raast nu eenmaal niet goed. Die zoekt een gezicht, een naam. En wat krijg je dan? Merkels met hakenkruisen en hitlersnorren beklad in de straten van Athene. Een mens zou voor minder een protestplakkaat ter hand nemen wanneer hem geen pen en stembiljet aangeboden wordt.
En de kern van het probleem: burgers die geen zondebok vinden, geen naam of geen gezicht? Die keren zich dan maar tegen het project an sich, die worden anti-EU. Scepsis is goed. Burgers die kritisch en betrokken zijn bij het beleid, dat hoort vandaag de dag. Euroscepsis is echter, meer nog dan scepsis tegenover het beleid, scepsis tegenover het project. Vergelijk Europa met een glas melk. Als de melk zuur is, wie twijfelt er aan de schuld van het glas? Niemand. Als het Europees beleid niet aanslaat, wie twijfelt er aan de schuld van het Europese project? Steeds meer mensen. Want het is altijd ‘Europa’ dat beslist tot meer besparingen. Relance mag niet omdat het van ‘Europa’ niet mag. Het Europa van besparingen en boetes, dat is echter mijn Europa niet. Weet dat men in plaats van te strijden tegen Europa ook kan strijden voor een ander Europa. Dat is een strijd die ik wil voeren. Ik gooi het glas niet weg wanneer de melk zuur is, ik kies voor soja.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier