Lia van Bekhoven
‘Hoe een geldhandelaar activist werd voor inkomensgelijkheid’
Lia van Bekhoven sprak in Londen met Gary Stevenson, een voormalige beurshandelaar die een heel opmerkelijk parcours aflegde.
‘Heb je Candide gelezen van Voltaire?’
Als iemand het stereotype beeld onderuit haalt van een succesvolle trader, is het Gary Stevenson wel. (Naar eigen zeggen was hij nochtans ooit ‘de succesvolste valutahandelaar ter wereld’.) Hij is net zijn oude universiteit, de London School of Economics (LSE), in komen lopen waar hij over een minuut of veertig een lezing gaat houden. De eerste middelbare scholieren staan al in de rij voor de zaal. ‘Onze docent economie zei dat we echt naar deze man moesten komen luisteren.’
Wij nemen nog een bekertje water in de kantine.
De ‘activist en volkseconoom’ moet nog aan zijn roem wennen. ‘Toen ik daarnet op de fiets door de stad reed, werd ik bij verkeerslichten op mijn rug geklopt. Heel gek om op straat herkend te worden’.
Zijn bestseller The Trading Game (in het Nederlands vertaald als ‘Spelen met geld), die eerder dit jaar uitkwam, is een rauwe, onromantische variant op ‘The Wolf of Wall Street’. Het is Stevensons verhaal over hoe hij opgroeide in een arme, Londense buitenwijk, met zicht op de banken in de glazen wolkenkrabbers, en hoe hij ervan droomde om daar te werken. Maar ook en vooral hoe hij na een paar jaar op de beursvloer besliste om dat leven op te geven. ‘Iedereen die arm is droomt ervan rijk te worden’, zegt hij. Maar weinigen worden miljonairs voor hun 24ste. En nog minder maken er hun carrière van om te wedden op de instorting van de economie.
‘Tijdens de coronaperiode gaven regeringen enorme sommen geld uit om de economie draaiende te houden. We hebben het over gigantische bedragen. Sinds corona zit de Britse overheid met een tekort van 800 miljard pond, dat is 16.000 per volwassen Brit. Waar ging dat geld naar toe? Wie werd daar beter van? De rijken. En als je, zoals ik, denkt dat toenemende ongelijkheid leidt tot het instorten van de levensstandaard, dan zie je dat als een probleem. Maar zo werd er niet over gepraat. Wat mij verbaasde en nog steeds verbaast, is dat als je de verdeling van de welvaart zo grondig verandert, dat het gewoon geen onderwerp van gesprek is’.
Of dat opzettelijk zo is, denkt Stevenson niet.
‘Nee, ik denk dat ministers oprecht niet wisten wat de gevolgen zouden zijn. Ik heb met mensen als Rishi Sunak gestudeerd. Ik heb met hen in de bankwereld gewerkt. Economen praten niet over ongelijkheid. Verdeling van welvaart wordt niet bestudeerd’.
Stevenson begint zijn loopbaan in 2008 in Citibank. Het is een wonder dat hij überhaupt in de zakenbank terechtkomt. Zijn mathematische brein heeft hem een plek opgeleverd aan een prestigieuze opleiding, maar als iemand die vroeger in een meubelzaak kussens heeft opgeschud om bij te verdienen, heeft hij geen flauw benul dat je zelfs voor een stageplek in de City connecties nodig hebt. De enige andere manier, is een poker-achtig kaartspel te winnen in een wedstrijd, de Trading Game.
Eindelijk, schrijft Stevenson, kreeg hij een gelijke kans om het op te nemen tegen zijn superrijke medestudenten die in hun verleden ‘jongerenorganisator van de VN’ geweest zijn, of op hoog niveau ‘fucking klarinet speelden’.
Hij dringt uiteindelijk door tot de laatste ronde, om te verliezen met een kans die volgens een snelle berekening 1 op de 11.440 is. Het blijkt, letterlijk, doorgestoken kaart te zijn geweest. Er is opzettelijk met het spel geknoeid, omdat de organisator wil zien of Stevenson bij zijn wiskundige berekeningen zal blijven als het tij zich tegen hem keert.
In zijn eerste jaar verdient hij 400.000 pond. Hij is op dat moment 23 jaar. Het bedrag doet hem denken aan de gevulde eieren, de allergoedkoopste supermarktwaar, die hij jarenlang, dag in dag uit, als student gegeten heeft. ‘Ik weet nog hoe ik naar dat bedrag keek op dat stuk papier en dacht: ‘Al die motherfucking scotch eggs’.
Niet lang daarna verliest hij in één dag enkele miljoenen. Om te begrijpen waar het mis ging, begint hij alle economische modellen uit zijn opleiding door te pluizen. Het wordt een obsessie. Hij brengt zijn boeken ’s ochtends om 06.30 mee naar de beursvloer. Totdat Billy, een van zijn meerderen en een van de kleurrijkste personages uit Spelen met Geld, de boeken uit zijn hand slaat: ‘Als je wilt weten hoe de economie werkt, kijk om je heen. Praat met je moeder, met je vrienden, kijk wat er in de fucking winkelstraat gebeurt’.
Wat er gebeurde, is dat de geldstroom die de overheid heeft laten bijdrukken, tegen 2011 maar in enkele zakken terecht is gekomen. Gary’s moeder kan de eindjes niet aan elkaar knopen. Vrienden met redelijk goeie banen lopen met gaten in hun schoenen. Een schoolvriend slaapt op de bank omdat zijn ouders hun huis hadden moeten verkopen.
Maar ondertussen feesten ze bij de bij de zakenbank onbezorgd door. Ongelijkheid is bezig het economisch herstel af te remmen. De economie zou er nooit bovenop komen.
‘JB, je hebt het nog steeds niet door, he?’, vraagt hij in 2012 aan een jongere collega. ‘Vermogensbezitters gaan er nooit op achteruit. De rijken verliezen nooit’.
Tegen die tijd is Stevenson een miljonair met een depressie, die weg wil uit de City. De zakenbank probeert zijn succesvolste handelaar tegen te houden met maffia-achtige methodes. Hij wordt bedreigd met jarenlange rechtszaken en verbannen naar Japan. Uiteindelijk haalt Citibank bakzeil en laat de bank Stevenson gaan, inclusief alle bonussen die hem toekomen.
Tien jaar later, hij is nu 37, verspreidt hij zijn boodschap over de gevaren en gevolgen van economische ongelijkheid voornamelijk via zijn youtube-kanaal (en gelijknamige Instagram-pagina) Gary’s economics. Hij is lid van Patriotic Millionaires UK, een verzameling rijke Britten en Millionaires for Humanity.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Stevenson hoeft nooit meer te werken, maar houdt er geen levensstijl op na die met grote vermogens geassocieerd wordt. Als trader woonde hij in een kaal appartement met een matras. Hij hecht aan geld omdat het de stress uit het bestaan schrapt. ’Ik groeide met niks op. We kregen onze kleren in een vuilniszak van de kerk. Ik was bang voor winkels. Ik wist niet hoe winkels werkten. Al het geld dat je had was verdiend. En dan krijg je ineens een half miljoen?’
Het bracht geen voldoening.
In de LSE doet hij mij, in zijn hoodie, afgetrapte Adidas en trainingsbroek, denken aan de dakloze die bijna dagelijks voor mijn plaatselijke supermarkt zit.
Terug naar Candide. ‘Ik zie het niet als mijn werk om mensen te vertellen dat het systeem kapot is, maar om ze te laten zien hoe kapot het is. Wat ze met die informatie doen is niet aan mij’.
Stevenson is voorvechter voor een vermogensbelasting. De ongelijkheid verdwijnt niet vanzelf. ‘Europa wordt als India. Een kleine groep rijken en een grote groep straatarmen.’ Als de inkomensverschillen onopgelost blijven, zijn we volgens hem ‘fucked for ever’.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier