Hoe boert Trump in Latijns-Amerika?
Centraal-Amerika wordt overrompeld door uitgewezen ‘bad hombres’, de relaties met Cuba zijn opnieuw bekoeld en voor Venezuela ligt de ‘militaire optie’ op tafel.
De Amerikaanse president Donald Trump mag gerust een koele minnaar van Latijns-Amerika genoemd worden, zoveel is inmiddels duidelijk. Van zijn grove beledigingen aan het adres van buurland Mexico, die in de hele regio echoën, en zijn belofte het land voor de fameuze muur te doen betalen, tot zijn recente bedreiging om de Venezolaanse president Nicolás Maduro met een ‘militaire optie’ aan te pakken: vast staat dat Trump nogal wat Latijns-Amerikaanse leiders tegen zich in het harnas jaagt. Wat volgt is een bloemlezing van de Amerikaanse demarches tot dusver in de regio.
Mexico
Veruit de belangrijkste handelspartner van de Verenigde Staten in Latijns-Amerika is buurland Mexico. Maar volgens een recente peiling van Amerikaans onderzoeksbureau Pew geniet Trump er het minste aanzien vergeleken met alle andere landen waar gepeild werd.
Maar liefst 93 procent van de bevraagde Mexicanen geeft aan geen vertrouwen te hebben in de Amerikaanse president. Ter vergelijking: in Europa heeft gemiddeld 79 procent van de bevraagden geen vertrouwen in Trump, in Azië 57 procent en 41 procent van de bevraagde Afrikanen voelt evenmin liefde voor de vastgoedmagnaat en voormalige televisiester.
De nagenoeg bodemloze populariteit van Trump in Mexico heeft allicht te maken met zijn nogal grove uitlatingen tijdens de verkiezingscampagne – zo waren Mexicanen ‘verkrachters’ en ‘drugsdealers’ – en zijn belofte die fameuze muur te bouwen op de zuidgrens met Mexico.
De vraag wie de rekening van ‘de muur’ zal betalen is ondertussen een welles-nietesspelletje geworden tussen de presidenten van de VS en Mexico
De vraag wie de rekening van de ‘big, beautiful wall‘ zal betalen is ondertussen verworden tot een mediatiek welles-nietesspelletje tussen de presidenten van beide landen. Dat blijkt uit de transcriptie van een telefoongesprek uit eind januari tussen Trump en zijn Mexicaanse evenknie Enrique Peña Nieto, recent gepubliceerd door de Washington Post.
In het gesprek deelt Trump af en toe een tik uit: zo bekritiseert hij zijn ambtsgenoot voor diens ontoereikende aanpak van de drugstrafiek richting de VS, veruit de belangrijkste markt voor onder meer Mexicaanse heroïne. ‘Mexicaanse drug lords slaan ons land helemaal murw’, zegt Trump. ‘Onze problemen met Mexico gaan verder dan het zuiver economische. We worden een drugsverslaafd land en de meeste drugs komen uit Mexico.’
Van de drugsproblematiek schakelt Trump naadloos over op de befaamde muur. In een erg interessant moment tijdens het telefoongesprek lijkt de president toe te geven dat zijn belofte om Mexico voor de muur te laten betalen hem in een lastig parket heeft gebracht en hem maar weinig manoeuvreerruimte rest. Daarom vraagt hij Peña Nieto herhaaldelijk dat hij niet meer zou zeggen dat Mexico niet voor de muur zal betalen.
‘Je mag gewoon niet aan de pers zeggen dat Mexico niet voor de muur betaalt. Als jij zegt dat Mexico niet voor de muur betaalt, dan wil ik jullie kerels niet meer ontmoeten omdat ik er gewoon niet mee kan leven’, aldus Trump, die aangeeft dat deze kwestie tegelijk de minst én meest belangrijke is, omdat hij beseft dat ze voor een patstelling kan zorgen.
En dan is er nog het Noord-Amerikaanse vrijhandelsakkoord NAFTA, dat vanaf afgelopen week op vraag van Trump in Washington heronderhandeld wordt. Trump wilde dat naar eigen zeggen helemaal schrappen wegens de Amerikaanse jobs die naar Mexico verhuisd zijn en het handelstekort van goed 60 miljard dollar met het land (in 2016). De Mexicaanse onderhandelaars weten allicht dat ze Trump een politieke overwinning zullen moeten gunnen, maar dat ze in de perceptie ook niet over zich heen mogen laten lopen door de Amerikaanse president.
De Mexicaanse regering heeft een lijst doelstellingen vrijgegeven voor de onderhandelingen. Zo wil ze graag energie, telecom en financiële diensten in het akkoord opnemen. Die sectoren waren bij de totstandkoming van NAFTA in 1994 nog genationaliseerd. Het is de hoop in Mexico dat het land onder de NAFTA-paraplu meer buitenlandse investering aantrekt.
Naar verluidt gaat Mexico ook aandringen op een programma voor gastarbeid in de VS, wat waarschijnlijk op weerstand van arbeidersgezinde Amerikaanse volksvertegenwoordigers zal botsen. Wat Mexico koste wat het kost wil vermijden: de invoertaks die Trump wil opleggen, omdat het land veel meer naar de VS uitvoert dan omgekeerd, vandaar het handelstekort van 60 miljard dollar per jaar.
Hoewel Mexico recent te maken heeft met een aanzienlijke opflakkering van het geweld en het moordcijfer, is het land politiek en economisch relatief stabiel. De voorbije jaren is het aantal Mexicanen dat zonder papieren de grens met de VS wil oversteken dan ook gestaag afgenomen. Velen keren zelfs terug. Dat is anders in de Noordelijke Driehoek van Centraal-Amerika.
Noordelijke Driehoek
In de zogenaamde Noordelijke Driehoek van Centraal-Amerika – El Salvador, Guatemala en Honduras – is de Amerikaanse betrokkenheid er recent vooral op toegespitst dat de landen meewerken met het ontvangen van meer vanuit de VS uitgewezen migranten zonder papieren, met of zonder crimineel verleden. Het is één van de speerpunten in het beleid van president Trump, waarvoor hij ook de hulp van zijn eigen parlement niet nodig heeft. De regering-Trump maakt er vanaf het begin werk van: toenmalig minister van Binnenlandse Veiligheid John Kelly, nu stafchef in het Witte Huis, reisde in februari al naar Guatemala om er poolshoogte te nemen van de ontvangstcapaciteit van het land.
De regering-Trump wijst meer gewelddadige bendeleden uit naar een Centraal-Amerika dat al jaren met een torenhoog moordcijfer kampt
Het moordcijfer in Honduras en El Salvador hoort al jaren bij het hoogste ter wereld. Wijdverbreid geweld in de Noordelijke Driehoek heeft de voorbije jaren naar schatting tien procent van de bevolking doen vertrekken, voornamelijk richting VS. Hoofdschuldige zijn een aantal gewelddadige misdaadbendes, met op kop de zogenaamde Mara Salvatrucha (MS-13) die in Centraal-Amerika naar schatting 70.000 leden telt.
Maar ook in de VS heeft MS-13 een aanzienlijke aanwezigheid: dit jaar haalden een aantal gruwelijke moorden de Amerikaanse krantenkoppen. Minister van Justitie Jeff Sessions heeft een prioriteit gemaakt van de bestrijding van de misdaadbende: eind juli reisde hij naar El Salvador voor een ontmoeting met president Salvador Sánchez Cerén en de ministers van Justitie van de drie landen. Bedoeling is onder meer een internationale taskforce op te richten. Ook uitwijzingen stonden op de agenda.
Inmiddels zijn al meer gewelddadige bendeleden naar El Salvador uitgewezen dan het totaal van vorig jaar. De Salvadoraanse overheid geeft aan overrompeld te zijn door de golf van deportaties en heeft wetgeving voorgesteld om de teruggekeerden nauwlettender op te volgen. Het justitiesysteem van het arme land functioneert hoe dan ook ondermaats.
De uitwijzing van zogenaamde ‘criminele illegalen’ kan in de VS doorgaans op de steun rekenen van beide partijen. ‘Bad hombres‘ terugsturen, in de woorden van Trump, is minder controversieel dan hardwerkende huisvaders uit de VS te zetten. Toch kan het beleid ongewenste gevolgen met zich meebrengen, zeggen experts.
De MS-13 werd opgericht in het Amerikaanse Los Angeles van de jaren ’80 door Salvadoranen op de vlucht voor de burgeroorlog in hun thuisland. Het was pas nadat zij in grote getale uitgewezen werden in de jaren ’90 dat de bende voet aan de grond kreeg in Centraal-Amerika. Dat veroorzaakte op termijn de exodus van vandaag, naast economische malaise in de regio. Het lijkt aannemelijk dat het uitwijzingsbeleid een vicieuze cirkel voedt.
Cuba
Trumps voorganger Barack Obama had een historische poging ondernomen om de ernstig verstoorde relaties met het eiland Cuba te normaliseren. Zo werd in 2014 onder meer het handelsembargo dat al sinds 1958 stand hield, aanvankelijk bedoeld om het communistische regime op de knieën te dwingen, versoepeld: zo kunnen toeristen in Havana vandaag zelfs een kamer huren via het Amerikaanse online verhuurplatform Airbnb, een evolutie die in het resoluut antikapitalistische Cuba niet zo lang geleden nog ondenkbaar was.
Na een evaluatie van vijf maanden heeft president Trump in juni een resem van Obama’s hervormingen teruggedraaid. Ook in dit geval is hij echter deels teruggekomen op zijn campagnebelofte om de ‘compleet eenzijdige deal met Cuba’ helemaal te schrappen. Resultaat is een compromis tussen de eisen van de Cubaanse hardliners in Zuid-Florida en Amerikaanse ondernemers die hun zaken in Cuba willen beschermen.
Toerisme van Amerikanen in Cuba is opnieuw streng beperkt: enkel groepen mogen afreizen. Die maatregel is mogelijk nefast voor de opkomende privésector van Cuba, waaronder restaurants, bed & breakfasts en reisgidsen, omdat groepen in de grotere staatshotels verblijven. Ook financiële transacties tussen Amerikaanse bedrijven en het Cubaanse leger, dat grote delen van de economie controleert, zijn opnieuw verboden. De diplomatieke banden blijven evenwel intact en bezoekers mogen nog steeds Cubaanse sigaren en rum terug naar de VS brengen.
De toon tegenover de Cubaanse president Raúl Castro is hoe dan ook verstrengd. Bedoeling, volgens Trump, is dat Cuba zijn mensenrechtensituatie verbetert. Zo wil de Amerikaanse president onder meer dat politieke gevangenen vrijkomen en dat er vrije verkiezingen worden gehouden. Alleen zijn mensenrechten helemaal geen bezorgdheid voor de regering-Trump in haar contacten met landen als Saoedi-Arabië of Egypte, die vaak slechter scoren op het vlak van mensenrechten van Cuba, schrijft tijdschrift Foreign Policy. Bovendien, aldus ngo’s Amnesty International en Human Rights Watch, zouden de nieuwe maatregelen de mensenrechtensituatie schaden, niet helpen. Wat is er dan echt aan de hand?
In battleground state Florida, waar verkiezinsuitslagen altijd nipt zijn, woont een grote gemeenschap Cubaans-Amerikanen, velen van hen opposanten van het regime in Cuba. Belangenverenigingen van conservatieve Cubaans-Amerikanen hebben in de aanloop naar de verkiezingen hun stem beloofd aan Trump, in ruil voor een verstrenging van het embargo, gaat de analyse van Foreign Policy.
De strengere aanpak van Cuba zou de VS op langere termijn nog kopzorgen kunnen opleveren
De vooraanstaande Cubaans-Amerikaanse senator uit Florida en voormalige presidentskandidaat Marco Rubio zou ook vragende partij geweest zijn voor een hardere aanpak van de Cubaanse regering. Rubio zetelt in het comité Inlichtingen van de Amerikaanse Senaat, dat de veronderstelde bemoeienis van Rusland in de Amerikaanse verkiezingen onderzoekt: mogelijk heeft Trump berekend dat hij Rubio beter te vriend houdt, al heeft die laatste het verband ontkend.
Gevolg is hoe dan ook dat de relaties tussen Cuba en de VS opnieuw aanzienlijk bekoeld zijn. Ook in dit dossier heeft Trump een bereidheid getoond om traditionele diplomatie overboord te gooien in het uitvoeren van zijn compromisloze campagnebeloftes, ten koste van Amerikaanse buitenlandrelaties. De Amerikanen zullen ook niet moeten rekenen op de medewerking van Cuba in andere dossiers zoals Venezuela. Bovendien zal Raúl Castro mogelijk tegengewicht zoeken in banden met grootmachten China of Rusland, zoals tijdens de Koude Oorlog, wat de VS op langere termijn nog kopzorgen zou kunnen opleveren.
Venezuela
Naast handel was Venezuela het belangrijkste agendapunt van de rondreis in Latijns-Amerika van de Amerikaanse vicepresident Mike Pence van afgelopen week. Het regime van de Venezolaanse president Nicolás Maduro glijdt volgens waarnemers stilaan af naar de eerste dictatuur in de regio sinds jaren.
De grondwetgevende vergadering die de linkse Maduro wil oprichten zou zijn macht aanzienlijk uitbreiden. Bovendien zit de Venezolaanse economie diep in het slop en wordt geschat dat 80 procent van de Venezolanen in armoede leeft. Meer dan 120 mensen zijn de voorbije maanden omgekomen bij protesten tegen de president.
Het dreigement van de VS om Venezuela ‘militair’ aan te pakken heeft zelfs pro-Amerikaanse Zuid-Amerikaanse leiders verenigd in hun afwijzen daarvan.
‘De VS heeft veel opties voor Venezuela, met inbegrip van een militair optie indien nodig’, liet president Trump recent optekenen. Nu heeft Latijns-Amerika een lange geschiedenis van Amerikaanse interventie, waarbij soms onderdrukkende regimes en dictators in het zadel zijn geholpen. Zelfs pro-Amerikaanse leiders hebben op de haltes van Pence in Argentinië, Chili, Colombia en Panama Trumps ‘militaire optie’ van de hand gewezen.
Zo lijkt de regio opnieuw even verenigd rond het geïsoleerde Venezuela. ‘De mogelijkheid van een militaire interventie zou zelfs niet overwogen moeten worden’, zei de pro-Amerikaanse Colombiaanse president Juan Manuel Santos, één van de strengste critici van het regime in buurland Venezuela. ‘Amerika is een continent van vrede. Het is het land van vrede.’
Waarnemers zijn het erover eens dat de confrontatie met Trump als een reddingsboei kan dienen voor de ingegraven president Maduro, die net als zijn voorganger Hugo Chávez steun kan opkloppen rond de imperialistische Amerikaanse vijand. Bovendien kan Maduro de problemen van Venezuela aan de VS toeschrijven.
Vicepresident Mike Pence heeft de gemoederen ietwat willen bedaren door op dinsdag in Buenos Aires te verklaren dat hij vertrouwen heeft dat een vreedzame oplossing kan gevonden worden. Tegelijk zei hij echter aan Amerikaanse media dat de VS ‘niet zal toelaten dat Venezuela in een dictatuur afglijdt.’
In Chili vroeg Pence aan president Michele Bachelet dat het land de (beperkte) diplomatieke en commerciële banden met Noord-Korea verbreekt. Chili zou niet op het verzoek ingaan, schreven de kranten daags nadien. Bachelet zei aan haar gast dat Chili nooit een coup of militaire interventie in Venezuela zou steunen. Daarmee verwees ze mogelijk naar de coup die de marxistische Chileense president Salvador Allende in 1973 omver wierp, die gesteund werd door de VS, en dictator Augusto Pinochet aan de macht hielp.
Volgens The Economist zou het oneerlijk zijn te zeggen dat andere Amerikaanse presidenten lang timmerden aan een doorwrocht beleid voor Latijns-Amerika. Diplomaten in de regio zijn gewend aan de blitzbezoeken van Amerikaanse collega’s die een handvol belangen komen behartigen namens de Amerikaanse president du jour, zij het de war on drugs, klimaatverandering of nog vrijhandel.
Toch ontstaat stilaan een beeld van een Latijns-Amerika dat gedesillusioneerd is in de VS of er zelfs onverschillig tegenover staat. Pence mocht dan wel de handel komen bezingen, tegelijk heeft zijn baas in januari al het Trans-Pacific Partnership (TPP) naar de prullenbak verwezen, een vrijhandelsakkoord met onder meer Mexico, Colombia, Peru en Chili. Trump verkiest één-op-éénonderhandelingen waarin de zakenman de bovenhand denkt te kunnen halen. Ondertussen zijn Chinese diplomaten niet weg te slaan uit Latijns-Amerikaanse hoofdsteden, merkt The Economist nog op. Is de VS zich onherroepelijk aan het isoleren?
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier