Hoe betrouwbaar zijn NFT’S? Het is maar wat de gek ervoor geeft
Vooral jonge speculanten laten zich verleiden om te investeren in NFT’s of non-fungible token. Helaas, want ze combineren het slechtste van de cryptomunten met het slechtste uit de kunstwereld.
Geef toe, u hebt de cape die John Lennon in de film Help! droeg altijd al in uw collectie willen hebben. Dit is uw kans: op 7 februari wordt hij geveild, samen met onder meer nog enkele gitaren van de Beatle. Tenminste, het gaat om digitale exemplaren. De objecten worden door zoon Julian Lennon aangeboden in de vorm van NFT’s. Die non-fungible tokens zijn niet-vervangbare codes die versleuteld en uniek zijn. Hebt u om onduidelijke redenen niets met Lennon en The Fab Four? Geen nood: u kunt ook NFT’s kopen van allerhande kunstwerken, van de overwinningen van wielrenner Wout van Aert of straks zelfs van de doelpunten van Club Brugge. Van álles kan een NFT worden gemaakt. De voormalige first lady van de VS, Melania Trump, veilde zelfs een NFT van haar kobaltblauwe ogen. Wat ongein voor mensen die zich vervelen tijdens de pandemie, denkt u? De NFT-markt was vorig jaar goed voor 40 miljard dollar omzet. Ze zijn de nieuwste hype onder speculanten.
Tot voor kort was ‘delen’ het motto op internet: u kon muziek, afbeeldingen, filmfragmenten en noem maar op rondsturen en delen met anderen over de hele wereld. NFT’s zetten dat model op zijn kop. U kunt nu een enig digitaal exemplaar van een voorwerp kopen. U krijgt dan een unieke code die gekoppeld is aan het item, gebaseerd op blockchain, een technologie die onuitwisbare transacties vastlegt. Die code vormt het certificaat dat u de enige eigenaar bent, en is een link naar het digitale voorwerp. Het gaat dus niet meer over ‘delen’, maar over ‘bezitten’.
Als eigenaar van een NFT bezit u dus niet het fysieke object, u kunt Lennons cape dus niet een keertje over uw schouders slaan of in een vitrinekast tentoonstellen. U kunt er wel mee pronken op uw pc of smartphone, maar eigenlijk bent u alleen eigenaar van het digitale eigendomscertificaat. U bezit zelfs de auteursrechten niet. Iedereen kan de foto van die fameuze cape op het internet makkelijk terugvinden, tonen en zelfs delen. En toch wordt er veel geld voor een NFT neergeteld, want die code is uniek en wordt zo aantrekkelijk voor verzamelaars en beleggers. Momenteel wordt voor de NFT van Lennons cape zo’n 8000 dollar geboden, de NFT van Wout van Aerts zege in de Strade Bianche 2020 kostte 16.603,10 euro.
Wie NFT’s nuchter bekijkt, moet besluiten dat er níéts wordt verkocht.
Het hele NFT-verhaal kreeg enorme weerklank toen vorig jaar bij het veilinghuis Christie’s het werk Everydays: The First 5000 werd verkocht van de Amerikaanse digitale kunstenaar Beeple, pseudoniem van Mike Winkelmann. Het kunstwerk is een collage van 5000 foto’s, waar gedurende tien dagen op geboden kon worden. De startprijs bedroeg 200 dollar. Er werd afgeklopt op 69,3 miljoen dollar. Zo werd Everydays het op drie na duurste werk ooit verkocht van een nog levende kunstenaar. Let op: de koper kreeg daarvoor alleen maar de NFT. U kunt thuis nog gerust een print maken van de collage en ze aan de muur hangen.
Kuddegedrag
De NFT’s combineren het slechtste van twee werelden. Enerzijds de kwalijke kanten van cryptomunten zoals de bitcoin, anderzijds die van de passionele investeringen, zoals die in kunst. In beide wordt gespeculeerd en gemanipuleerd.
Beleggen in kunst is natuurlijk intrigerend. De verhalen van een bestoft schilderijtje op zolder dat plots een meesterwerk van Vincent van Gogh blijkt, spreken tot de verbeelding. Er is de voorbije jaren uitgebreid onderzocht of kunst ook een goede belegging is, zoals weleens door veilinghuizen en galeries wordt beweerd. Uit artikels in toonaangevende wetenschappelijke economische tijdschriften blijkt dat kunst financieel meestal níéts opbrengt. De economen Arthur Korteweg (Marshall School of Business, Los Angeles), Roman Kräussl (Luxembourg School of Finance) en Patrick Verwijmeren (Erasmus School of Economics, Rotterdam) toonden met cijfers aan dat ‘beleggers volledig moeten afzien van het investeren in schilderijen, tenzij ze in staat zijn om de winnaars eruit te halen of een aanzienlijke niet-geldelijk nut hebben van het bezit en het genieten van kunst’.
Investeren in kunst is een jeu de l’amour et du hasard, zoals Peter Bernaerts van de gelijknamige veilingzaal ooit zei. De prijsvorming is even raadselachtig als de glimlach van de Mona Lisa. Dat geldt ook voor alle andere passionele investeringen in horloges, strips, oldtimers, Chinees porselein enzovoort. Die wereldjes zijn allemaal onderhevig aan hypes en kuddegedrag. Dat is ook het geval voor alles wat nu via de NFT’s wordt aangeboden. De ogen van Melania? Het is maar wat de gek ervoor geeft.
Bij de NFT komt daar nog de link met de cryptowereld bij. Zowel de digitale munten als de NFT’s maken gebruik van de blockchaintechnologie, die in veel gevallen ongetwijfeld nuttig kan zijn. Meestal wordt een NFT ook gekocht met een cryptomunt en de unieke code wordt bewaard in een cryptowallet, een soort onlineportemonnee waarmee u digitale munten en NFT’s kunt beheren. Beide zijn ze vandaag de speeltuin van speculanten, meestal jonge durvers.
Geen controle
Bij transacties met digitale munten komt er geen bank aan te pas. Het gebeurt rechtstreeks van persoon tot persoon, of beter: van digitale portemonnee naar digitale portemonnee. Er heerst totale anonimiteit – criminelen maken er dan ook duchtig gebruik van. De cryptomunten ontsnappen aan elk controlesysteem en elke regelgeving. Er staat ook geen tastbare waarde tegenover: ze worden niet gedekt door een centrale bank of door een hoeveelheid goud. Kortom, digitale munten passen perfect in het libertaire anti- overheidsdenken dat opgang maakt.
De koers van een digitale munt als de bitcoin wordt alleen maar bepaald door vraag en aanbod. Het lijkt wel een rollercoaster, met hoge toppen en diepe dalen. Sinds november 2021 verloor de bitcoin meer dan 40 procent aan waarde, hij noteert nu rond de 35.000 dollar. Tegelijkertijd zijn er op Wall Street ‘goeroes’ zoals vermogensbeheerder Cathie Wood, die beweren dat de waarde van de bitcoin tegen 2030 kan stijgen tot 1 miljoen dollar. Zo’n uitspraak volstaat om de koers te laten opveren.
Nochtans zijn de digitale munten er de afgelopen tien jaar niet in geslaagd om een rol van betekenis te spelen in het reguliere betalingsverkeer. Ernstige economen waarschuwen er voortdurend voor dat cyptomunten zeepbellen zijn die vroeg of laat uit elkaar spatten. Vaak wordt de vergelijking gemaakt met de tulpengekte die in de zeventiende eeuw woedde. Er werden toen waanzinnige prijzen betaald voor tulpenbollen – tot de prijs in elkaar klapte. De historische waarschuwingen lijken niet aan de aanhangers van de digitale munten besteed. Op sociale media belijden ze hun geloof. Niet zelden heeft het iets sekteachtigs.
Dat alles zie je bij de NFTS’s in een overtreffende trap. Het gaat daar niet alleen om passionele investeringen waarvan de prijsvorming hoogst onduidelijk is, wie het nuchter bekijkt moet besluiten dat er eigenlijk níéts wordt verkocht. Het digitale eigendomsbewijs houdt feitelijk niets in. Maar zolang genoeg goedgelovige kopers zich voor NFT’s blijven melden, zal de prijs stijgen. Dat is het zogenaamde ponzischema, dat neerkomt op ‘robbing Peter to pay Paul’: met het geld dat bij Peter wordt gehaald, wordt Paul uitbetaald. De firma’s die geld verdienen aan cryptogeld en NFT’s moedigen de handel vaak bijzonder agressief aan, om nog meer winst te halen. Ook de partijen die NFT’s op de markt brengen, gaan niet vrijuit. Meer nog dan de digitale munten zijn de NFT’s een hedendaagse versie van het sprookje De nieuwe kleren van de keizer uit 1837: ze hebben niets om het lijf.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier