De aanslagen van Parijs openen een nieuw hoofdstuk in het conflict tussen Europa en de Islamitische Staat. En het is misschien maar een begin…
Zes op elkaar afgestemde aanvallen, minstens 120 doden, aanvallers met bomgordels: Frankrijk is vrijdag geconfronteerd met massaterrorisme en is nu betrokken in een ware oorlog tegen de Islamitische staat en zijn “aanvallen”, elf maanden na de meer gerichte aanvallen tegen Charlie Hebdo en de Hyper cacher.
Het is duidelijk dat de ontploffingen rond het Stade de France in volle voetbalmatch met ongeveer 80 000 toeschouwers (het dodentol was waarschijnlijk minder hoog dan gehoopt door de daders) en de schietpartijen tegen mensen in restaurants en vooral in de concertzaal Bataclan een maximum aantal slachtoffers moesten maken. En dus een schokeffect creëren in de Parijse, Franse bevolking, maar ook in heel Europa en onder de stadsbevolking.
Rusland, Libanon en Frankrijk
Het is zeker en vast de buitenlandse politiek van Frankrijk die hier het mikpunt is. Parijs is betrokken in de strijd tegen de radicale moslimstrijders in Mali, Irak, en sinds enkele weken ook tegen Syrië waar de Franse luchtmacht samen met de internationale coalitie en Rusland actief is.
Ook al zijn de modi operandi niet vergelijkbaar, toch is het veelzeggend dat op enkele dagen tijd drie oorlogsvoerende naties tegen de Islamische Staat door terroristische daden geraakt werden: Rusland door de aanval tegen het vliegtuig van de maatschappij Metrojet boven de Sinaïwoestijn, de sjiitische Libanese groep Hezbollah, actief in Syrië, in Beiroet en nu ook Frankrijk.
Deze overeenstemming illustreert de nieuwe macht van Daech, die zich geografisch uitstrekt en sterkere vernietigingsmiddelen inzet. Door dit nieuw gegeven is een gemeenschappelijk front nodig met Rusland en Iran om het tegen te houden, als het nog kan.
Tot alles bereid
De aanslagen van Parijs bewijzen immers hoe moeilijk het is een terroristische dreiging af te weren van mannen die tot alles bereid zijn, met in begrip van hun eigen dood. Bovendien bezitten ze vernietigende wapens die nochtans gemakkelijk te vinden zijn.
Ze veroorzaken ook ongerustheid uit over het onvermogen van de Franse inlichtingdiensten die nochtans de methodes van het radicaal islamisme door en door kennen om een dergelijk bloedbad te voorkomen. Voormalig antiterreurrechter Marc Trévidic legde zaterdagvoormiddag uit dat enkel de helft van de jihadisten in Syrië die terug zijn in Frankrijk in de gaten worden gehouden. Het onderzoek zou ons binnenkort duidelijkheid moeten geven over het profiel van de terroristen. De activering van “slapende cellen” is echter ook niet uitgesloten.
De omvang in Frankrijk en België van het fenomeen van jongeren die zich bij de jihad voegen en de hevigheid van hun dodelijke plannen bij hun terugkeer in Europa, waarvan we slechts het begin zien, doen vragen rijzen over het beste antwoord dat we moeten bieden.
Aanslagen Parijs
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier