Hoe Amerika de Russische Revolutie redde: ‘Het was een pure horrorshow’
In De Russische klus reconstrueert Douglas Smith hoe de Verenigde Staten begin 20e eeuw tijdens de hongersnood in de Sovjet-Unie ingrepen. ‘Zo behoedden we de communistische dictatuur voor de ondergang.’
De Amerikaanse historicus Douglas Smith blaast in zijn fascinerende boek De Russische klus het stof van een compleet vergeten geschiedenis. Na jaren van revolutie en oorlog was rond 1920 de hongersnood in de prille Sovjet-Unie zo extreem, dat sommigen wanhopig hun toevlucht namen tot kannibalisme. Vladimir Lenin, de leider van de bolsjewistische partij, zag geen andere uitweg dan de aangeboden hulp van kapitalistische aartsvijand Amerika te aanvaarden.
In het vroege najaar van 1921 trok een kleine groep Amerikaanse hulpverleners de op instorten staande communistische heilstaat in. De reddingsactie van de American Relief Administration (ARA) onder leiding van de latere Amerikaanse president Herbert Hoover redde miljoenen Russen van de hongerdood. Voor miljoenen anderen kwam alle hulp te laat. Twee jaar lang voedde de ARA dagelijks 11 miljoen Russische burgers. Na het stopzetten van de operatie op 15 juni 1923 veegden zowel de Sovjets als de Amerikanen de succesvolle ‘Russische klus’ zo snel mogelijk onder het tapijt.
In het begin was Lenin sceptisch, maar het duurde niet lang of hij vond Herbert Hoover een geweldige kerel.
Dat Lenin de ‘vernederende’ Amerikaanse hulp wilde vergeten, ligt voor de hand. Maar waarom verdween die geschiedenis ook uit het Amerikaanse collectieve geheugen?
Douglas Smith: ARA-baas Herbert Hoover profiteerde eerst van de populariteit die hij in Rusland als Master of Emergencies had opgebouwd. Daarom won hij in 1928 overtuigend de Amerikaanse presidentsverkiezingen. Maar een jaar later crashte de beurs en brak de Grote Depressie uit. De ‘Meester van Noodgevallen’ slaagde er niet in zijn eigen verpauperde bevolking uit de armoede te tillen en donderde van zijn sokkel. De sloppenwijken in de steden werden ‘Hoovervilles’ genoemd, de oude kranten waaronder de daklozen sliepen ‘Hooverdekens’, en karton om gaten in afgedragen schoenen dicht te stoppen, heette ‘Hooverleer’. Een tweede ambtstermijn zat er voor Herbert Hoover niet meer in. In die donkere jaren voor de Tweede Wereldoorlog verdween ‘de Russische klus’ dan ook razendsnel uit de Amerikaanse herinnering.
In de Sovjet-Unie zette Lenin de ARA-reddingsactie meteen na afloop al op de zwarte lijst. Russische ARA-medewerkers werden gebrandmerkt als spionnen, de operatie werd integraal uit de geschiedenisboeken gegomd. Later verschenen er een paar wetenschappelijke werken over, maar voor het grote publiek bleef de Amerikaanse reddingsoperatie tot nu een groot mysterie.
De Russische Revolutie was nog heel pril toen de Amerikanen de Sovjets te hulp snelden.
Smith: De bolsjewieken grepen in november 1917 de macht. Daarna volgde een burgeroorlog die duurde tot halverwege 1920 en die de Russische bevolking decimeerde. In 1919 en 1920 waren de Verenigde Staten in de ban van de ‘Rode Schrik’. Na de Eerste Wereldoorlog was er heel wat onrust onder arbeiders, met stakingen en oproer. Onder Amerikaanse politici was de angst groot dat de bolsjewisten hun revolutie naar het Westen zouden exporteren. Achter elke straathoek bespeurden ze een bolsjewist die de regering omver wilde werpen. De Amerikaanse Senaat stelde zelfs een commissie aan die de dreiging van het ‘Rode Gevaar’ in kaart moest brengen. De angst van toen is het equivalent van de islamofobie van vandaag, en van onze niet altijd even rationele angst voor jihadistische terreur.
Waren er in die tijd bolsjewistische terroristen actief in Amerika?
Smith: In 1919 pleegden anarchisten een reeks bomaanslagen op belangrijke politici, topambtenaren en ondernemers. Op 16 september ontplofte op Wall Street zelfs een bom die 38 mensen het leven kostte. De terreurdreiging zat dus niet alleen tussen de oren van de burgers, maar ze mondde wel uit in een vorm van massahysterie.
De grote hongersnood in de Sovjet-Unie was in de eerste plaats een gevolg van jaren burgeroorlog?
Smith: Jawel, zeven jaar van ononderbroken oorlog tussen het Rode Leger van de bolsjewieken en het Witte Leger van de grootgrondbezitters en de adel eiste een loodzware tol. De Roden verspreidden terreur, maar ook de Witten lieten zich niet onbetuigd. Ze stalen het graan van de boeren, die op hun beurt de productie drastisch terugschroefden en enkel nog graan voor eigen gebruik teelden. De wanhopige boeren verstopten het onder de vloer, in putten, tussen de rieten daken of achter schijnmuren.
De extreme droogte van 1920 en ’21 was het toppunt. Twee jaar lang viel er zo goed als geen regen in zowat de hele vallei rond de Wolga. De oogsten mislukten, er was geen voedseloverschot en tegen de lente van 1921 was de ramp compleet.
Was het Westen zich bewust van de omvang van de Russische hongersnood?
Smith: De Amerikanen wisten dat er ernstige bevoorradingsproblemen waren, maar de ware omvang van de hongersnood drong pas door nadat de ARA-reddingsoperatie van start was gegaan. Kranten en tijdschriften begonnen er aandacht aan te besteden. Zelfs de Amerikaanse hulpverleners hadden bij hun vertrek nog niet in de gaten hoe erg het was. De meesten hadden gevochten in de Eerste Wereldoorlog en hadden vreselijke dingen gezien. Maar de toestand in de Sovjet-Unie overtrof alles. Het was een pure horrorshow. De hulpverleners waren daar niet op voorbereid. Na de revolutie was Rusland jarenlang afgesneden geweest van de rest van de wereld. Slechts weinig westerlingen waren er zich van bewust hoe hard de oorlog het land had verwoest.
De Sovjetautoriteiten wisten niet goed hoe ze met hun kannibalen moesten omgaan. Meestal waren het wanhopige mensen, geen criminelen.
In uw boek lees ik dat Vladimir Lenin minstens even meedogenloos was als zijn opvolger Jozef Stalin. Zo gaf hij in augustus 1918 het bevel om boeren die te weinig graan produceerden te ontvoeren en terecht te stellen: ‘Knoop minstens 100 rijke klootzakken op. Publiceer hun namen. Neem ze hun graan af. (…) Doe dat allemaal zodat mensen kilometers verderop het zien, het begrijpen, beven.’
Smith: Veel mensen zien Lenin nog steeds als een progressieve humanist, terwijl hij in werkelijkheid uitermate wreed was. De laatste twintig jaar zijn steeds meer archieven in Rusland toegankelijk geworden en dat leverde nieuw materiaal over de eerste leider van de Sovjet-Unie op. Recente biografieën tonen aan dat ‘Vadertje Stalin’ geen verdorven tegenpool van Lenin was, maar een logische voortzetting. Vladimir Lenin was tot alles bereid om de macht te behouden. Om zijn bolsjewistische experiment te redden, liet hij Amerika, de duivel zelf, binnen. Tegen de lente van 1921 was hij doodsbang dat hij de controle over het land zou verliezen. In februari en maart kwam de marine in de militaire vestingstad Kronstadt in opstand tegen de communistische regering. Ze noemden Lenin de nieuwe tsaar Nikolaas. Dat was heel pijnlijk, want de matrozen hadden de bolsjewieken van meet af aan gesteund. Arbeiders staakten massaal in Sint-Petersburg, Moskou en andere grote steden, en boeren kwamen in opstand tegen de inbeslagname van hun graan. De problemen van de boeren konden Lenin niet veel schelen, maar hij maakte zich wel grote zorgen over de bevoorrading van de steden. Hij was doodsbang dat hij de controle helemaal zou verliezen als de marine en de soldaten van het Rode Leger honger zouden lijden. Hij vertrouwde Herbert Hoover en zijn ARA voor geen haar, maar hij had geen andere keuze dan hun hulp te aanvaarden. Hij zorgde er wel voor dat de organisatie op de voet gevolgd werd door agenten van de geheime dienst Tsjeka.
Wat voor iemand was Herbert Hoover?
Smith: Hij was een Republikein, maar als hij vandaag zou leven, denk ik niet dat hij lid zou zijn van de Republikeinse Partij. Hij zou zich diep schamen voor wat Donald Trump met de Grand Old Party heeft aangericht. Hij was een briljant ingenieur en zakenman die rijk was geworden dankzij de internationale mijnbouw.
Ook in Rusland?
Smith: Ja, al verkocht hij zijn Russische mijnconcessies vlak voor de start van de Eerste Wereldoorlog. Hij had het Rusland van de tsaren een paar keer bezocht en was geschokt door de repressie, de stuitende ongelijkheid en het gebrek aan democratie. Hij was ervan overtuigd dat die cocktail ooit zou ontploffen.
Hoover was opgegroeid als Quaker, ’the Religious Society of Friends’. Die kerkgemeenschap voert hulp aan de medemens hoog in het vaandel. De Amerikaanse Quakers hadden altijd tegen de slavernij gevochten. Herbert Hoover had als veertiger fortuin vergaard en wilde voortaan als een echte Quaker leven. Tijdens de Eerste Wereldoorlog stortte hij zich op de liefdadigheid.
Met zijn Committee for Relief of Belgium (CRB) verdeelde Herbert Hoover 2 miljoen ton voedsel onder 7 miljoen Belgen en 2 miljoen Fransen. Voordat hij hetzelfde deed met Rusland, had Hoover dus België van de hongerdood gered?
Smith: U hebt gelijk, daar had ik zelf niet eens aan gedacht. (lacht) Hoover staat inderdaad ook bekend als de redder van België. Zijn uw landgenoten zich daar nog van bewust?
Ik denk het niet, ook al hebben we in verschillende gemeenten Herbert Hooverstraten en -pleinen.
Smith: Na de Eerste Wereldoorlog hielp Hoover bij de opstart van de American Relief Administration (ARA). Hij nam eerst als Amerikaans adviseur deel aan de vredesonderhandelingen in Versailles en was geschokt en triest door de miserie en verwoesting die hij overal in Europa zag. Hij kreeg geld van het Amerikaanse Congres om de ARA op te richten en zo de grootste noden van de Europeanen te helpen lenigen. Hij vond dat een flink deel van het geld naar Duitsland en Oostenrijk moest vloeien omdat ook zij geleden hadden. Maar de Amerikaanse overheid zon in de eerste plaats op wraak en stak daar een stokje voor.
Boden de Amerikanen in 1921 hulp aan de Sovjets aan, of werden ze gevraagd?
Smith: In de zomer van 1921 schreef de beroemde Russische schrijver Maksim Gorki een brief om hulp aan de wereld. Het Europese Rode Kruis en de Noorse ontdekkingsreiziger Fridtjof Nansen organiseerden de eerste hulpacties. Maar Europa had in die tijd niet de middelen omdat het continent nog moest herstellen van de gruwel van de wereldoorlog. De Amerikanen hadden wel geld in overvloed, waardoor zij al gauw verantwoordelijk waren voor 90 procent van alle hulp aan Rusland.
In het begin stond Lenin erg sceptisch tegenover de ARA. Hij sprak zeer cynisch over Hoover, maar dat veranderde toen hij zag hoe efficiënt de Amerikanen te werk gingen. Het duurde niet lang of Lenin vond Herbert Hoover een geweldige kerel. ‘We hebben Hoover en zijn manschappen broodnodig’, verkondigde hij aan al wie het horen wilde. Sommigen binnen de Tsjeka probeerden de operatie te dwarsbomen. Het bizarre is dat Feliks Dzerzjinski, het nietsontziende hoofd van de Tsjeka, de Amerikanen wél gunstig gezind was.
Dzerzjinski, alias ‘IJzeren Feliks’, had toch een zeer slechte reputatie?
Smith: De Amerikanen hadden de Russische spoorwegen nodig om voedsel over het land te transporteren. Als hoofd van het Volkscommissariaat van het Vervoer had de machtige Dzerzjinski alles te zeggen over de treinen. William Haskell leidde de ARA-operatie en ontmoette Dzerzjinski meermaals. Bij problemen liet IJzeren Feliks spoorwegbeambten koudweg executeren. Haskell zei daarover: ‘Ik weet dat Dzerzjinski’s handen druipen van het bloed, maar hij zorgt ervoor dat onze goederentreinen rijden.’
Een van de sleutelfiguren in de ARA-reddingsoperatie is de Amerikaanse diplomaat en gesjeesde schrijver James Rives Childs. Hij was in de eerste plaats een avonturier?
Smith: Childs was een merkwaardig man. Zijn schrijverschap kwam nooit van de grond, maar hij gold wel als een van ’s werelds grootste kenners van Giacomo Casanova. Dat zegt misschien veel over hem. (lacht) Childs was inderdaad een avonturier, maar ook een idealist. Amerika vond hij te saai en te normaal. Hij had gevochten in de Eerste Wereldoorlog en was geheim agent geweest. Als student aan Harvard ging hij naar een lezing van John Reed, een radicale Amerikaanse journalist die de Russische Revolutie had meegemaakt. De jonge Childs werd op slag socialist en wilde het arbeidersparadijs in de Sovjet-Unie met eigen ogen aanschouwen. Hij geloofde in de waarden van de revolutie en had het hart op de juiste plaats. Hij wilde zijn Russische broeders helpen. Maar hij schrok van wat hij in Rusland aantrof.
Een andere schilderachtige figuur is Henry Wolfe. U volgt hem op zijn kannibalenjacht.
Smith: Wolfe was leraar geschiedenis in de staat Ohio en verveelde zich te pletter. Dus sloot hij zich aan bij de ARA en vertrok op avontuur naar Russisch hongergebied. Hij zocht actie en opwinding. Veel Russen konden niet begrijpen waarom jongemannen zoals Wolfe uit een rustig, stabiel land aan de andere kant van de wereld de chaos en de gruwel opzochten. Henry Wolfe ving geruchten op dat wanhopige Russen hun gestorven medeburgers opaten. Zo was er het verhaal van twaalf uitgehongerde mannen en vrouwen die het lijk van een recent overleden man op een kerkhof hadden opgegraven en er zijn rauwe vlees meteen hadden verslonden. Er was ook het sensationele verhaal van een dode man die door een restaurantuitbater versneden was tot koteletten en gehakt. Henry Wolfe wilde die kannibalen ontmoeten en dat lukte hem uiteindelijk ook. Er is een foto bewaard gebleven waarop hij poseert met de resten van een kannibalenmaal: twee open gekliefde vrouwenhoofden, een deel van een ribbenkast, een hand en de schedel van een kind. De Sovjetautoriteiten wisten niet goed hoe ze met hun kannibalen moesten omgaan. Want meestal waren het wanhopige mensen en geen criminelen.
De ARA heeft de Russen daadwerkelijk helpen te overleven?
Smith: Zonder twijfel. In het begin van de operatie dachten de Amerikanen dat ze grofweg een miljoen mensen per dag zouden moeten voeden. Op het toppunt, een jaar later, gaven ze 11 miljoen mensen te eten. Daarnaast verscheepten ze tonnen medisch materiaal, knapten ze ziekenhuizen op en herstelden ze vernielde wegen in dorpen en steden. Ze brachten kleding en schoenen mee en zetten zelfs een speciaal programma op om de hoogopgeleide Russische wetenschappers, dokters en academici opnieuw aan de bak te helpen.
De Amerikanen hebben de Russische Revolutie gered?
Smith: Een Amerikaans recensent merkte op dat zonder de ARA de Sovjet-Unie in elkaar gezakt zou zijn en we de terreur van Stalin nooit hadden moeten meemaken. Misschien heeft hij gelijk, toch vind ik het onze morele plicht om mensen die in de shit zitten te helpen.
Is in het huidige Amerika een reddingsactie zoals ‘de Russische klus’ nog mogelijk?
Smith: De ARA-redding van Rusland staat haaks op wat er nu in mijn land plaatsvindt. De VS isoleren zich in sneltreinvaart van de rest van de wereld. Ik begon dit boek te schrijven vóór Trump president werd en ‘America First’ de kop opstak. Ik hoop dat De Russische klus sommige landgenoten laat inzien dat het als welvarende samenleving onze verdomde plicht is mensen in nood te helpen. Voor een échte Republikein zou niet Donald Trump de gids mogen zijn, maar Herbert Hoover uit 1921.
Douglas Smith
– 1962: geboren in Minnesota (VS)
– studeert Russisch in Vermont en geschiedenis in Californië
– schrijft verschillende historische werken over Rusland
– 2012: debuteert als schrijver van populair- wetenschappelijke boeken over Rusland met Verloren adel – De laatste dagen van de Russische aristocratie
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier